De naam voor het biljet van 1000 gulden is ontstaan na 1860 toen het eerste biljet van 1000 gulden gedrukt werd. De naam rode rug had het biljet te danken aan de rode achter- kant.
Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan.
Ook de bijnaam rooie of rooie rug (en vandaar, enigszins vulgair, alleen rug) voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden.
Betekenis-definitie rug: Bargoens: bankbiljet van duizend (gulden of euro). Ook: rooie rug of rooie. - DFB | De Financiële Begrippenlijst. De verhouding tussen sparen en (bruto) inkomen.
- Geeltje. Ook wel 'gele rug', 'gele brief', 'gele flep', 'gele flap' of 'gele flip' genoemd, naar de oorspronkelijke kleur van het bankbiljet van 25 gulden dat in omloop was van 1861 tot en met 1921.
Het Geeltje
Briefje van 25 gulden uit 1861 Een briefje van 25 werd in Nederland lange tijd 'een geeltje' genoemd. Deze term werd oorspronkelijk gebruikt voor een gouden munt met een variabele waarde, maar toen in 1861 een geel bankbiljet van 25 gulden werd ingevoerd, sprak men in de volksmond van 'een geeltje'.
Van het eerste biljet (waardepapier) tot bijvoorbeeld de Zonnebloem (50 gulden) en de Snip (100 gulden) ze staan allemaal chronologisch gerangschikt van waarde (5 gulden tot 1000 gulden) op deze unieke poster.
Als iemand rug zegt, dan bedoelen ze hiermee 1000 gulden of 1000 euro.
De naam dubbeltje vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was (dubbele stuiver). Na de invoering van het decimale stelsel in Nederland (rond 1800) werd het muntje van 10 cent dubbeltje genoemd.
In Nederland werd deze gouden munt, gulden genoemd. De afkorting f of fl op een prijskaartje komt van de oude naam florijn. Zo werd de gouden munt uit Florence toen genoemd. Zilveren guldens Driehonderd jaar geleden werd de gulden niet langer van goud, maar van zilver gemaakt.
10 gulden: Frans Hals. 25 gulden Jan Pieterszoon Sweelinck. 100 gulden: Michiel Adriaenszoon de Ruyter. 1000 gulden: Baruch Spinoza.
Een meier was vroeger in de volkstaal de naam van een briefje van 100 gulden. Het is een afleiding van het Hebreeuwse woord mei'oh, dat 'honderd' betekent. Als gevolg van uitsluiting van andere ambachten, hielden sommige Joden zich bezig met financiële beroepen.
De naam komt van het beroep meier, dat huurder, rentmeester, opzichter of hofmeester betekent, etymologisch vergelijkbaar met het Engelse Mayor. Meijers, De Meijer, enzovoorts.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Een piek was de benaming van een Nederlandse munt van één gulden. Op de guldenmunten werd vanaf het einde van de zeventiende eeuw de Hollandse maagd afgebeeld. Deze symbolische vrouw droeg een lans of piek, met daarop een vrijheidshoed.
Joetje = 1) Amsterdams woord 2) Bankbiljet 3) Bankbiljet van tien gulden (barg.) 4) Bargoens voor 10 gulden 5) Biljet van tien gulden 6) Briefje van tien gulden 7) Hebreeuwse letter 8) Munt 9) Tienguldenbiljet 10) tientje...
Munten en biljetten noemen we cash. Of ook nog: contant of baar geld.
50 gulden – zonnebloem, bram. 100 gulden – meier, bank. 250 gulden – vuurtoren. 1000 gulden – rooie rug.
Wattpiek zonnepanelen berekenen
Je kan uitgaan van de volgende verhouding: 1 wattpiek staat gelijk aan 0,88 kWh. Een 1000 Wp zonnepaneel levert dus 0,88 kWh * 1000 Wp = 880 kWh per jaar op.
5 Gulden "Vondel" 1966 UNC.