Ambtenaren hebben het hoogste pensioen. De overheid kon vroeger het hogere pensioen verantwoorden doordat ambtenaren een lager loon hadden in vergelijking met wie in de privésector werkt. Er werd toen gesproken van “uitgesteld loon.” De lage pensioenbedragen bij de zelfstandigen hebben verschillende oorzaken.
Werkgevers en werknemers sparen meestal samen voor de pensioenen van werknemers. Dat is ook zo bij de overheid. Bijna al het personeel bij de overheid bouwt pensioen op bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).
Wie zijn hele carrière voor de overheid heeft gewerkt, krijgt gemiddeld 2.072 euro pensioen per maand. Dat bedrag ligt een stuk hoger dan bij werknemers uit de privésector, omdat bij vastbenoemde ambtenaren alleen rekening wordt gehouden met het loon dat ze in de laatste 10 jaar van hun loopbaan hebben ontvangen.
Een ambtenarenpensioen bedraagt (geïndexeerd) maximaal 93.760,79 euro bruto per jaar of 7.813,40 euro bruto per maand. Bovendien hebben ambtenaren met een voordelige loopbaanbreuk minder loopbaanjaren nodig om met vervroegd pensioen te kunnen gaan.
Ambtenarenpensioen stijgt minder
Die aanpassing gebeurt om de twee jaar. Voortaan komt er een plafond op de perequatie. Dat moet ertoe leiden dat de hoogste ambtenarenpensioenen alleen nog een forfaitaire welvaartsaanpassing krijgen. Onder het plafond wordt de perequatie wel nog volledig toegepast.
De bruto-uitkering van de 20 procent gepensioneerde ambtenaren met het hoogste pensioen, bedraagt tussen 3.500 en 4.000 euro bruto per maand. Dat is een pak meer dan de 20 procent hoogste werknemerspensioenen: gemiddeld tussen 2.000 en 2.300 euro bruto.
Perequatie zorgt voor de welvaartsvastheid van de pensioenen van ambtenaren en leerkrachten. Hun pensioen stijgt niet alleen met de wettelijke indexering, maar ook dankzij de perequatie. Dat systeem zorgt voor de koppeling van de pensioenen van ambtenaren aan de lonen.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Indien u samen een gezinspensioen ontving, zal het bedrag van het overlevingspensioen 80% van dat gezinspensioen bedragen. Indien de overleden huwelijkspartner een pensioen als alleenstaande ontving, dan is het bedrag van het overlevingspensioen identiek aan het rustpensioen van de overleden echtgenoot.
Volledig pensioen bedraagt 75% van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar. Het volledige pensioen wordt bereikt na een loopbaan van 41 jaar en 3 maanden. Gemiddeld brutopensioen voor iemand die zijn hele loopbaan als leraar secundair onderwijs heeft gewerkt is 2988 euro of 2123 euro netto.
Er wordt een aanvullend pensioen voorzien voor alle contractuele personeelsleden in dienst bij de federale staat, behalve voor studenten. Wanneer de regeling ingaat, hangt af van je dienst.
In 2022 bedroeg het gemiddelde nettopensioen van huishoudens naar schatting rond de € 3533. Hiervan is 40% AOW, oftewel € 1413. Dit deel is voor alle beroepsgroepen gelijk.
Je hebt goede arbeidsvoorwaarden
Als ambtenaar heb je erg goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo heb je een collectieve verzekering en over het algemeen een hoger pensioen dan andere werknemers. Ook heeft de overheid een salarisschaal waarbij je – bij goed functioneren – elk jaar omhoog gaat met je salaris.
Tenslotte is in het ARAR neergelegd dat aan de ambtenaar ontslag kan worden verleend bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (artikel 98, eerste lid, onder h, van het ARAR). Met de pensioengerechtigde leeftijd wordt de leeftijd van 65 jaar bedoeld.
Wil je helemaal of deels stoppen met werken voordat je de AOW-leeftijd bereikt? Vanaf je 58e jaar kun je mogelijk gebruikmaken van de PAS-regeling en vanaf je 60e jaar kun je geheel of gedeeltelijk met pensioen gaan.
Werkgeverspensioen na overlijden
Als je bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling (PPI) pensioen opbouwt, moet er een verzekering zijn afgesloten voor partnerpensioen / wezenpensioen. Als deze is afgesloten, krijgt de partner meestal een uitkering van 70% van de originele uitkering.
Een pensioen na overlijden is een nabestaandenpensioen. De langstlevende echtgenoot krijgt dus het nabestaandenpensioen.Vaak is dit 70% van het te bereiken pensioen.
Als (ex-)huwelijkspartner van een ambtenaar heb je mogelijk recht op een overlevingspensioen als je aan de volgende voorwaarden voldoet: Je hebt de minimumleeftijd op het moment van overlijden van je huwelijkspartner of je krijgt al een rustpensioen.
maandinkomen te zijn.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.575, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.150 (bedragen voor 2024). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Zoals je ziet in bovenstaande tabel bedroeg een gemiddeld bruto-inkomen van een AOW-huishouden in 2017 € 3.830. Dit bedrag bestond voor 35% uit AOW. Het gemiddelde bruto-inkomen bestond voor 36% uit aanvullend pensioen en 29% uit inkomen uit vermogen, inkomen als werknemer of zelfstandige en overig aanvullend inkomen.
Werknemers met een lange loopbaan van 43 of 44 jaar – dat zijn in principe kortgeschoolden – komen in aanmerking voor een verhoogde pensioenbonus. Zij krijgen voor elk jaar dat ze na de vervroegde pensioendatum verder blijven werken meteen het hoogste bedrag van 11.325 euro.
Hierdoor stijgen: de sociale uitkeringen (zoals pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, …) met 2% vanaf november 2023.
Het bedrag van de pensioenbonus loopt progressief op naargelang de periode die u langer werkt. Wie bijvoorbeeld 3 jaar langer werkt zou een pensioenbonus van netto € 22.645 ontvangen. U zal kunnen kiezen om dit bedrag in één keer te laten uitbetalen ofwel periodiek in de vorm van een rente.