Zintuigen zijn uitwendige organen die mensen en dieren de mogelijkheid geven om dingen waar te nemen. Je kunt hiermee je omgeving beter verkennen. Ieder mens heeft 5 zintuigen waarmee hij zo goed mogelijk zijn omgeving een beeld geeft. Deze zintuigen zijn zijn lichaamsdelen waar je iets mee kunt.
Via zenuwen worden er door je zintuigen prikkels gestuurd naar je hersenen. De zintuigen dienen om te ruiken, te voelen, te zien, te proeven en te horen. Ze zorgen er ook voor dat er een prikkel naar je hersenen gaat als er gevaar dreigt.
Wanneer een zintuig wordt geprikkeld, worden ook andere zintuigen geprikkeld. Als je bijvoorbeeld naar muziek luistert, heb je zin om te bewegen. Het brein helpt je: als je geen zintuig hebt, zullen de hersenen dit compenseren en andere zintuigen actiever maken. Zo hebben blinden vaak een beter gehoor dan zienden.
Voor een persoon die blind is spelen de tast en ook de lichamelijke zintuigen een veel belangrijkere rol in hun waarneming van nieuwe objecten en ook de omgeving. Doordat we met een groot deel van het lichaam via de tast informatie kunnen opdoen, is het ons grootste zintuig.
Veruit de belangrijkste zintuiglijke organen zijn onze ogen. We registreren tot 80 procent van alle indrukken door ons gezichtsvermogen. En als andere zintuigen zoals proeven of ruiken niet meer werken, zijn het de ogen die ons het beste tegen gevaar beschermen.
Een zintuig of organum sensus is een gespecialiseerd orgaan dat een organisme in staat stelt bepaalde, voor het zintuig specifieke, stimuli (prikkels) waar te nemen. Ieder afzonderlijk zintuig geeft mens en dier toegang tot een bepaald deel van de fysische werkelijkheid.
Zien - Ogen nemen licht op en zetten dit om naar elektrische stroompjes die naar de hersenen worden gestuurd.De hersenen verwerken deze signalen tot de beelden die we zien. Bewegen - Er zitten 6 spieren aan het oog. De spieren bepalen de bewegingen van het oog.
Je zintuigen sturen die prikkels die ze opvangen via zenuwbanen naar je hersenen. Je hersenen 'vertellen' je vervolgens wat voor prikkel het is en hoe je erop moet reageren. Dat gebeurt via hersenprikkels zoals gedachten, emoties en taal die je ervaart als je zintuig-prikkels verwerkt.
Ons oudste en eenvoudigste zintuig is geur: daar begint Sommer mee. Ten tweede hebben we smaak, ten derde het zicht – het meest dominante en belangrijkste zintuig. Ten vierde is daar tast, voelen en gevoel, ten vijfde horen en luisteren, ten zesde intuïtie en ten zevende het evenwichtszintuig.
Naarmate we ouder worden, kan de interesse in voeding afnemen. Hier spelen ook de zintuigen een rol in. Dit kan onder andere komen doordat de waarneming van de zintuigen afneemt.Simpelweg het reuk- en smaakvermogen neemt af, waardoor het voedsel kan gaan tegenstaan.
Zintuigen vormen de verbindingen tussen ons en onze omgeving: we horen, zien, ruiken, proeven en tasten (voelen). Met onze oren, ogen, neus, smaak en huid leggen wij contact met de wereld om ons heen.
Met het zesde zintuig wordt vaak paranormale gaven bedoeld. Maar iedereen heeft een zesde zintuig, jij ook. Naast horen, zien, ruiken, proeven en voelen kun je namelijk ook evenwicht waarnemen.
Er zijn verschillende zintuigen waar mensen prikkels mee waarnemen. Aristoteles benoemde in de klassieke oudheid al vijf zintuigen, namelijk: zien, horen, ruiken, voelen en proeven. Tegenwoordig worden bij zintuigelijke prikkels ook evenwicht, proprioceptie en interoceptie genoemd.
In de huid zitten vele zintuigcellen. Zintuigcellen vangen prikkels op uit de omgeving van het organisme. Prikkels die de huid kan opvangen zijn drukprikkels, warmte- en koude prikkels en pijnprikkels. De meeste zintuigcellen zijn gevoelig voor één specifieke prikkel.
Reukzintuigen zijn de sterkste zintuigen die je hebt en het juiste geurtje kan veel met je stukje zeep doen. Bij elke geur past een kleur en maakt je product verleidelijk. Het kiezen van een goede geur en kleur is in grote mate afhankelijk van je persoonlijke voorkeur.
De reukzin is van alle zintuigen het gevoeligst voor gewenning. De meeste geuren kunnen een halve minuut nadat ze zijn ontdekt niet langer worden waargenomen. Dat is maar goed ook want onze neus wordt voortdurend belaagd met allerlei verschillende geuren.
Onze zintuigen: We hebben allemaal wel eens gehoord van de 5 bekende zintuigen horen, voelen, ruiken, geur en beweging.
De zintuigen zijn met hun sensorische zenuwen verbonden met specifieke centra in de grote hersenen. Impulsen die aankomen bij de specifieke centra worden door de hersenen omgezet in een beleving. We zien, horen, ruiken, voelen of proeven iets. De hersenen geven ons het vermogen prikkels uit de omgeving waar te nemen.
Het perifeer zenuwstelsel bevat de zenuwen die van de hersenen en ruggenmerg naar de andere weefsels in je lichaam lopen en omgekeerd. Het perifere zenuwstelsel zorgt er voor dat: signalen van je lichaam en zintuigen bij je hersenen terecht komen.
Dat kan bijvoorbeeld iets zijn wat je ziet, ruikt of hoort, maar ook een gedachte of gevoel. Alles wat je ervaart binnen en buiten je lijf noemen we prikkels. Je zintuigen vangen prikkels op en sturen deze door naar je hersenen. Je hersenen 'vertellen' je vervolgens wat voor prikkel het is en hoe je erop moet reageren.
Aristoteles bedacht de menselijke zintuigen
Hij beschreef in zijn werk De Anima ('De ziel') de vijf inmiddels bekende manieren waarop mensen iets konden waarnemen: zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Die zijn natuurlijk ook het makkelijkst uit te leggen in bijvoorbeeld schoolboekjes.
Ieder zintuig heeft een andere zintuigcel. Zo zitten er in je huid zintuigcellen waarmee je kan voelen en in je oog zintuigcellen waarmee je kan zien. De zintuigcellen in je oog reageren op licht. Licht wordt dan ook wel 'een prikkel' genoemd.