Als u uw appelboom teveel bemest zult u zien dat hij veel grote takken naar boven geeft met bijna geen zijtakken. Hij blijft maar groeien en vormt geen bloesem/vruchten.
Als een fruitboom geen vrucht geeft kan dat verschillende oorzaken hebben. De plant zit in de groeifase en stopt alle energie in nieuwe groeischeuten, oplossing: de plant snoeien zodat de groei wordt afgeremd. plant afdekken met vorstvlies of tijdens de vorstperiode besproeien.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Voor appel- en perenbomen moet je er rekening mee houden dat die pas na 2 a 4 jaar na het aanplanten vruchten zullen geven. Kersenbomen zullen ietsje sneller vruchten geven pakweg na 2 a 3 jaar. Perzikbomen geven meestal meteen vruchten.
Pruimenbomen veel of weinig snoeien? Een pruimenboom die geen of weinig vruchten draagt, gaat door snoeien niet meer vruchten dragen! Het tegendeel zelfs! Snoeien bevordert de vegetatieve groei en hierdoor krijg je (iets) minder vruchten.
Net als bij andere fruitbomen bemesten geef je een pruimenboom in het vroege voorjaar voeding. Tussen maart en april kun je de bodem rondom de boom verrijken met organische meststof. Staat de boom op een ondergrond van zand, dan kun je ervoor kiezen om in juli nog een keer te bemesten.
Een pruimenboom heeft natuurlijk voeding nodig, zonder voeding groeit en bloeit de boom niet goed en blijven pruimen klein. Maar pas op voor overbemesting; teveel stikstof zorgt bijvoorbeeld voor veel vegetatieve groei (blad en waterloten) en dat gaat altijd ten koste van de kwaliteit en opbrengst van de pruimen.
Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
Bij fruitbomen is een bepaald instinct vereist. Als je te veel water krijgt, kan de smaak van de vrucht sterk worden afgezwakt. Als fruitbomen echter niet van voldoende water worden voorzien, worden ze gestrest door droogte en vormen ze in het ergste geval geen bloemen of werpen ze de vruchten vroegtijdig af.
Voeding en verzorging van de appel
Een appelboom heeft een uitgebalanceerde samengestelde meststof voor fruit nodig, om te zorgen dat de boom langzaam groeit, voldoende blad krijgt, en vooral voor een goede bloei, vruchtzetting, rijping en smaak. Ook water geven is erg belangrijk, de grond mag nooit uitdrogen.
De beste plaats voor een appelboom is een zonnige plaats. Appelbomen verdragen ook een plaats die half in de schaduw ligt. U kunt de boom het beste tussen november en maart planten, waarbij de plantafstand afhankelijk is van de maat die u koopt. Een laagstam heeft minder ruimte nodig dan een halfstam.
Tijdens de wintersnoei knip je dikke oude takken weg met een takkenschaar en spaar je de kortloten, dit is namelijk het bloesemhout. Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen 'staan' op de tak en bladknoppen 'liggen' op de tak. Wacht bij twijfel met snoeien tot het voorjaar.
Appelboom snoeien is erg belangrijk voor de groei van een appelboom. Het is zelfs zo dat wanneer je een appelboom niet snoeit hij blijft groeien, wat resulteert in geen appels. Om meer appels aan je boom te krijgen is het belangrijk dat de appelboom veel bloesemhout aanmaakt.
Appelboom: bloemen met een roze buitenzijde en een witte (meestal) of ook roze (soms) binnenzijde. Appelbomen bloeien later dan perenbomen, meer aan het einde van april. Perenboom: volledig witte bloemen. Perenbomen bloeien redelijk vroeg in het voorjaar, aan het begin van april.
Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten. Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Krulziekte of ook wel Taphrina deformanus genaamd, is een bladziekte waarbij het blad krult. De oorzaak van de ziekte is een schimmel. Deze tast het blad aan, maar ook de nieuwe scheuten en knoppen die een boom ontwikkelt om vruchten te verkrijgen.
Snoei bovenin de leiboom de dikke, lichtverstorende takken weg. De onderste takken moeten langer uitgroeien dan de hoger op groeiende takken. De hoger groeiende zijtakken worden in lengte beperkt door ze tot op enkele bloemknoppen of tot op een jonge twijg van 10-20 cm lengte terug te snoeien.
Het is belangrijk om de appelboom voldoende water te geven, zowel tijdens het planten als tijdens de eerste periode. De boom moet 'aanslaan' en heeft ongeveer dertig tot veertig liter water per week nodig.
Gebruik ook voor je fruitbomen organische meststoffen
Koemest, kippenmest, champignonmest, beendermeel, bloedmeel ... vormen de grondstoffen voor organische meststof. De belangrijke voedingselementen voor je fruitbomen of fruitstruiken worden langzaam vrijgegeven door de organische meststoffen.
Onder de appelboom
Goudsbloemen en Afrikaantjes hebben een gunstige invloed op het bodemleven. Je kunt ook in het najaar narcissenbollen in de grond stoppen. De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is.
Snoeien kan in principe tussen april tot september. Maar bij voorkeur vindt het snoeien of uitdunnen na de oogst pas plaats, dus in augustus/september. In de winter mag de pruimenboom zeker niet gesnoeid worden. Snoei op een warmere dag, wanneer het niet gaat regenen, zodat de boom goed kan herstellen.
De pruimenboom staat het liefste op de (lichte) klei grond, maar een fruitboom groeit ook prima op zand, zavel en loss; De fruitboom mag op een vochtige en een droge grond staan, als deze maar genoeg water krijgt; De pruimenboom staat het liefst op een ietwat zonnige plek, maar halfschaduw lukt ook.