Groenbemesters activeren het bodemleven en helpen zo mee om de bodem gezond te houden. De toplaag van de bouwvoor zit vol met nuttige bacteriën, schimmels, protozoa, bodeminsecten en wormen. Groenbemesters helpen het bodemleven in stand te houden en dragen daardoor bij aan bodemweerbaarheid en gezondheid.
Groenbemesters zijn planten waarvan de bladeren na het omspitten in de bodem snel worden omgezet in nuttige voedingsstoffen. Hierdoor geven ze het bodemleven een ware boost. Door hun specifieke wortelgestel, vaak met een diepe penwortel en daarop sterk vertakte zijwortels, verbeteren ze ook de structuur van de bodem.
Plant voor groenbemester
De Phacelia (bijenplant) groeit snel en zorgt voor goede bodembedekking zodat onkruid geen kans krijgt. De wortels maken de bodem goed los en de plant geeft veel organische stof aan de grond. Witte of Gele Mosterd kun je ook goed gebruiken tegen onkruid.
Voor kleigronden dat de groenbemester uiterlijk 1 september is ingezaaid en minimaal 8 weken (56 dagen) moet blijven staan. Een uitzondering is er voor groene braak en als de groenbemester minimaal tien weken in het groeiseizoen op het land staat als aansluitend daarop een volggewas wordt geteeld.
Wanneer een groenbemester laat ondergewerkt wordt, heeft het gewas langer de tijd om stikstof op te nemen. Tegelijkertijd blijft de bodem zo langer beschermd tegen erosie door wind en water. De langere groeiperiode zorgt ook voor een hogere organische stofproductie.
Voor het eerste teeltdoel zijn Japanse haver en gele mosterd de aangewezen groenbemesters. Engels- en Italiaans raaigras kunnen ook als groenbemester worden toegepast voor het vastleggen van organische stof. Houd bij deze grassen wel rekening met de volgvrucht.
Je kunt de groenbemesters inwerken in de grond wanneer ze hun werk gedaan hebben. Maar je kunt ze ook het ook terug maaien en gebruiken als mulch om je bodem te bedekken.
Aaltjes zijn leidend bij de keuze van het type groenbemester voor vader en zoon Krol. Ze willen in hun aardappelen geen Trichodorus spp of Meloidogyne chitwoodi. Na de vorst werken ze de groenbemesters in met een frees of een schijveneg. Vaak moeten ze in het voorjaar of in februari de groenbemester voorbewerken.
Enkele soorten maken een goede kans: Raapstelen Bladkool: Tsoisam, Amsoi, Kailan Spinazie (Amsterdams Reuzenblad) Rucola (niet de wilde) Barbarakruid Saladini Groenbemesters: wintertarwe, winterrogge, bladrammenas, gele mosterd, winterkoolzaad, nootzoetraapzaad.
Groenbemesting is een manier van bemesten waarbij levend 'groen' plantenmateriaal in de bodem wordt gewerkt, waar het afsterft en zo voedend organisch materiaal in de grond brengt. De vruchtbaarheid en de structuur van de grond worden er sterk door verbeterd.
Groenbemesting is het telen van planten op een stuk grond om deze vervolgens onder te ploegen of te mulchen. Dit wordt gedaan om het percentage organische stof en het stikstofgehalte in de bodem te verhogen. Een deel van die organische stof wordt in de bodem omgezet in humus.
Blad- & stengelgewassen. Voorzaaien: Andijvie, Bleekselderij, Groenselderij, Radicchio Rosso en Sla. Rechtstreeks zaaien: Bosui, Bladmosterd, Kardoen, Mesclun, Raapsteel, Rucola, Snijbiet, Tatsoi, Stengelui, Tuinkers, Tuinmelde en Zomerpostelein.
Phacelia kun je zaaien tot en met augustus. Gele mosterd, inkarnaatklaver en Japanse haver kun je zaaien tot en met september. Winterrogge zaai je van augustus tot en met oktober.
Steeds meer biologische telers doen ervaring op met het zaaien van wintergraan. De over het algemeen hogere opbrengsten, goede gezondheid, een mooie doorworteling van de grond en een vroegere oogst zijn aspecten die het zaaien van wintertarwe het overwegen waard maken.
Phacelia zaaien is mogelijk van maart tot half augustus, op rijen met een afstand van 30 cm, in augustus verminderen tot 20 cm, omdat de plant dan minder uitgroeit. Hoogte ongeveer 70 cm. Vriest 's winters dood. Zaaidichtheid: 10 kg/ha.
Gele mosterd wordt gezaaid vanaf begin augustus tot eind september. De hoeveelheid zaaizaad bedraagt 15 tot 25 kg per ha, afhankelijk van zaaitijdstip en duizendkorrelgewicht (5 tot 10 gram). De rijenafstand is 10 tot 25 cm en de zaaidiepte 2 tot 3 cm. Dichter zaaien geeft een snellere grondbedekking.
Winterrogge dient namelijk ook als meststof (groenbemester). Als je in het voorjaar de moestuin gaat klaarmaken voor het komende seizoen, spit je de winterrogge onder de grond. Hierdoor breng je veel structuur in de grond. Overigens moet je er nog wel compost bij gebruiken, want de rogge is in feite onvolgroeid stro.
Zaaien. De inzaaiperiode van rogge loopt van augustus tot oktober. De benodigde hoeveelheid zaaizaad is 120-180 kg per ha en de zaaidiepte bedraagt 2-3 cm. De rijenafstand varieert tussen 12,5 en 25 cm.
Een rustgewas vermindert de uitspoeling van nutriënten en verbetert de bodemkwaliteit, zodat ook de waterkwaliteit wordt verbeterd. Volgens LNV zijn rustgewassen met name grassen en granen, maar ook luzerne, klaver, diepwortelende Sorghum, Tagetes en vezelgewassen (zoals hennep).
Blad- & stengelgewassen. Voorzaaien: Andijvie, Bleekselderij, Radicchio Rosso en Sla. Rechtstreeks zaaien: Bladmosterd, Groenlof, Mesclun, Raapsteel, Rucola, Snijbiet, Tatsoi, Tuinkers, Tuinmelde en Zomerpostelein.
Limagrain brengt NemaRedux op de markt om aaltjes te bestrijden. 'De hoofdcomponent multiresistente bladrammenas Doublet geeft de hoogste bestrijding van bietencyste- en chitwoodi aaltjes. Het mengsel is aangevuld met raketsla en facelia', geeft Jos Groot Koerkamp aan.
Rogge is zeer geschikt als groenbemester en wordt veel gezaaid na de late oogst. De combinatie van 80% rogge en 20% tarwe zorgt voor een snelle kieming en beginontwikkeling door de rogge. In combinatie met de tarwe zorgt dit voor een beter onder te ploegen gewas, dit door de iets tragere groei van de tarwe.
Japanse haver is een graansoort die speciaal ingezet wordt voor de bestrijding van wortellesie-aaltjes (Pratylenchus penetrans). Japanse haver is resistent tegen Meloidogyne hapla. Het gewas geeft een snelle grondbedekking en kan in korte tijd een grote hoeveelheid drogestof produceren.