In de meeste gevallen krijgt u na de operatie een zogenaamd amputatiegips (stompcast). Dit is een gipsverband om de amputatiestomp. De stompcast beschermt de amputatiewond en voorkomt dat uw knie in een verkeerde stand gaat staan (dwangstand). Het amputatiegips wordt na een bepaalde tijd open gemaakt.
Meestal is de wond binnen 4 weken na de operatie helemaal gesloten en zie je een litteken.Onder de huid gaat het genezingsproces nog ongeveer een half jaar verder.
Revalidatie met prothese
De maat voor de prothese wordt genomen. Soms kan dit al na enkele weken, maar bij wondproblemen kan deze periode meerdere maanden in beslag nemen. Deze consultatie gebeurt door de revalidatiearts, prothesist en zo nodig andere zorgverleners.
Hoe lang de revalidatie duurt verschilt per persoon. Dit hangt bijvoorbeeld af van hoe de wond van de stomp geneest, uw conditie en de hoe snel u leert omgaan met uw stomp, prothese of andere hulpmiddelen.
U gaat oefenen met de buikligging. De buikligging is belangrijk om de heup van uw geopereerde been soepel te houden. Vanaf dag 2 gaat u 3 keer per dag 20 minuten op uw buik liggen. De fysiotherapeut legt u uit hoe u het beste uw lichaam in bed kunt verplaatsen en geeft u een aantal spierkrachtoefeningen.
In deze folder vindt u informatie over de amputatie van een (gedeelte van uw) voet of been. Voor deze operatie wordt u ongeveer een week opgenomen in het ziekenhuis. Het is goed u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn dan beschreven.
Na een amputatie hebben veel mensen het gevoel dat hun ledemaat nog aanwezig is. Ze ervaren pijn, jeuk of andere sensaties in het ontbrekende lichaamsdeel. We noemen dit fantoomgewaarwordingen of fantoompijn.
Zo is ook bij amputaties de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Als gevolg van het vaak grote wondoppervlak en het feit dat veelal weefselschade de reden is voor een amputatie, kunnen nabloedingen en met name infecties vaker voorkomen.
Na de amputatie komt het geamputeerde lichaamsdeel eerst terecht op de afdeling Pathologie in het ziekenhuis. Hier wordt onderzoek gedaan naar het weefsel van de ledemaat. Tot het onderzoek is afgerond wordt het geamputeerde lichaamsdeel hier bewaard.
Verzorging van de operatiewond en de stomp
Na de amputatie is op de stomp een wond zichtbaar. Deze wond is gehecht met hechtdraad of met nieten die over het algemeen twee tot drie weken moeten blijven zitten. Het hechtmateriaal wordt uiteindelijk verwijderd in opdracht van de (vaat-)chirurg of de (revalidatie-)arts.
U blijft 1 tot 2 nachten in het ziekenhuis. Dit hangt af van hoe snel u herstelt na de operatie. Voordat u naar huis gaat, krijgt u door de verpleegkundige een tijdelijke borstprothese aangemeten. Dit is een losse prothese die u in uw beha kunt dragen, zodat de contour van uw lichaam met kleding aan gelijk is.
De orthopedisch chirurg is meestal voor de amputatie al betrokken bij uw behandeling. Als een amputatie onvermijdbaar is, voert de orthopedisch chirurg deze bij u uit. De orthopedisch chirurg is eindverantwoordelijk voor de gehele zorg tijdens de operatie.
Fantoompijn is pijn die u voelt in uw geamputeerde lichaamsdeel. Er zijn verschillende soorten fantoompijn: branderig gevoel. verkrampte houding van het lichaamsdeel.
U gaat onder narcose via een infuus in uw ader, u krijgt een ruggenprik of een plaatselijke verdoving via een injectie. Vóór de operatie bespreken we welke verdoving u krijgt. Als we u plaatselijk verdoven, kunt u ook een slaapmiddel krijgen. U merkt dan weinig of niets van de operatie.
Bij medisch onderzoek wordt altijd de voorafgaande toestemming van de patiënt ver- kregen. Als het verwijderde lichaamsmateriaal wordt weggegooid, is vragen om voorafgaande toestemming van de patiënt echter minder gebruikelijk.
Veel patiënten dragen na een dergelijke amputatie een prothese. Soms ontstaan er klachten aan de beenstomp, die forse invloed kunnen hebben op het leven van de patiënt.De klachten variëren van huidirritaties tot bot- of zenuwwoekeringen. Als er klachten optreden kan de prothese vaak tijdelijk niet gedragen worden.
Vooral de grote teen is belangrijk, maar ook de kleintjes leveren hun bijdrage. Dat is te zien bij mensen die flinke hinder ondervinden omdat hun tenen niet goed functioneren. Al lukt lopen gewoonlijk nog wel, bijvoorbeeld door de knieën verder op te trekken. 'In zoverre kun je een teen best missen.
Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 2000 beenamputaties plaats. Een beenamputatie kan verschillende redenen hebben. In ongeveer 90% van de gevallen is een amputatie het gevolg van vaatproblemen. Verder kan een amputatie nodig zijn door een ongeluk (trauma), een infectie of een bottumor.
Bij een transtibiale amputatie wordt het onderbeen geamputeerd, door het scheenbeen (de tibia) en het kuitbeen (de fibula). Het bovenbeen en de knie blijven behouden. Bij een enkeldisarticulatie wordt ter hoogte van de enkel geamputeerd. We noemen dit ook wel een “Syme amputatie”.
Er is het gevoel van aanwezigheid, houding en afmeting van het afwezige lichaamsdeel. Bij het gevoel van afwezigheid, voelt het alsof het lichaamsdeel er nog gewoon is; het voelt als voorheen. Ook is er het houdingsgevoel. Hierbij heeft u het gevoel dat het lichaamsdeel in een bepaalde stand staat of ligt.
Borstkanker kan na de behandelingen terugkomen. Er kan bijvoorbeeld weer een tumor ontstaan in je borst of het litteken of in de lymfeklieren rondom de borst. Dan kun je opnieuw behandelingen krijgen die gericht zijn op genezing.
Fantoompijn zien we vaak bij amputatie beiderzijds, beenamputatie, amputatie meer richting hand of voet of als er ernstige pijn bestaat direct voor of na de amputatie. De pijn is zeer karakteristiek.Er zijn brandende, schietende, prikkende, stekende, snijdende of krampende (rigide fantoompijn) sensaties.