Als je pasta te lang kookt, wordt hij niet alleen slijmerig, maar stijgt er ook zijn glycemische index. Hierdoor gaat je bloedsuikerspiegel snel stijgen en zal je minder lang een verzadigd gevoel hebben. Als je de pasta afgiet op het moment dat hij perfect al dente is, is het eigenlijk al te laat.
Pasta wordt vaak te lang of te kort gekookt, wat de smaak en structuur niet ten goede komt. Saus hecht zich moeilijker aan te zachte pasta, bij te lang koken verdwijnt het zetmeel aan de buitenkant en wordt het een prutje.
Penne: 11 – 14 min.Macaroni: 8 min.Farfalle: 13 – 15 min.Spaghetti: 11 – 13 min.
Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Die pasta's zijn minder sterk, waardoor er zetmeel uit weglekt in de pan, wat leidt tot overkoken.
Nooit meer water laten overkoken
Onze truc? Om te vermijden dat je pastawater overkookt, leg je een houten lepel over de kookpot heen terwijl het water kookt. Ja, zo simpel is het!
Kook de pasta niet te gaar: al dente is voldoende. Hij gaart nog wat na na het afgieten. Spoel de pasta niet met koud water na het afgieten: het maakt 'm koud en taai. Na het afgieten meng je de pasta met de saus of met een scheutje van het kookvocht (hou altijd een beetje apart voor je de pasta afgiet).
Tijdens het pasta koken zet je liefst geen deksel op de pot. Door er een deksel op te zetten gaat het water schuimen en zal het over de rand op je vuur lekken. Daarnaast moet je af en toe ook door de pasta roeren en de spirelli's of slierten in beweging houden. Zonder deksel gaat dit een stuk makkelijker.
Wij raden af de pasta na het koken af te spoelen. Deze methode werd gebruikt om het overtollige zetmeel van de deegwaren te spoelen. Wanneer de fabrikant tarwe van mindere kwaliteit gebruikt, geven de deegwaren te veel zetmeel af en kleven ze samen.
Pasta is een energiebron. Deegwaren hebben de typische eigenschap u een verzadigd gevoel te geven, het hongergevoel uit te stellen en veel energie te geven voor fysieke arbeid, zelfs lang na de maaltijd. Om daar ten volle van te genieten, moet u ze perfect “al dente” (beetgaar, dus nog een beetje stevig) koken.
Volgens het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) mag je gekookte pasta niet langer dan twee dagen in je koelkast bewaren: "Wie pasta eet die langer dan twee dagen bewaard is, kan erg ziek worden.
Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon. En voor grote eters neem je je voorzorgen en voorzie je rond 120 gr per persoon.
1) Gebruik voldoende water: breng 1 liter water per 100g pasta aan de kook. Houd 100g per persoon aan. 2) Voeg wat zout en de pasta toe. 3) Breng het water weer aan de kook en kook de pasta gedurende 11 minuten 'al dente'.
Laat de pasta niet afkoelen
Je pasta altijd meteen serveren wanneer het gaar is. Wanneer je pasta laat afkoelen zal het vrijgekomen zetmeel zich heel snel aan te pasta binden tot je een dikke plakkerige klomp overhoudt.
Zout is namelijk een smaakversterker. Door zout toe te voegen aan het kookwater krijgt de pasta al meer smaak terwijl het kookt. In Italië wordt trouwens altijd zout aan het kookwater toegevoegd. Wel belangrijk om even te onthouden is dat je het zout het beste kunt toevoegen als het water kookt.
Kook in ruim water
Kook de pasta altijd in ruim water. Wanneer je voldoende water gebruikt, zal het vrijgekomen zetmeel makkelijker oplossen, waardoor het minder inwerkt op de pasta. De grote hoeveelheid water geeft de pasta ook meer ruimte om vrij te bewegen.
Géén olie, wél kookvocht
Kortom: wanneer je olie toevoegt aan je gekookte pasta sluit je de pasta eigenlijk af met een laagje olie. Hierdoor kan de pasta vervolgens geen saus meer opnemen, omdat de buitenlaag dicht is terwijl die juist open moet staan.
Om het plakken te voorkomen, kan je een lepeltje olijfolie door de pasta heen roeren. Al dente krijg je de pasta niet meer, maar als je de pasta vervolgens gebruikt in bijvoorbeeld een ovenschotel of soep, maakt dat ook niet uit!
Heel simpel. Heet geheim zit in de eerste twee minuten. Om ervoor te zorgen dat de spaghettislierten niet aan elkaar plakken is het belangrijk om de eerste twee minuten hard te roeren. Dit zorgt ervoor dat de losgekomen kleverige zetmeelkorrels niet aan de pasta blijven plakken.
Een van de belangrijkste pastaregels: breek de pasta niet voor het koken. Zoals de Italianen zeggen: elke pastasoort heeft zijn eigen vorm en bestaan.Pasta breken is dus Italiaanse heiligschennis.
Als je te weinig water gebruikt, zal je pasta enkele minuten in heet, niet kokend water zitten en wordt daardoor plakkerig. Breng dus altijd ruim water in een grote pan aan de kook en voeg de pasta pas toe als het water flink aan de kook is.
Door het zetmeel werkt pastawater als bindmiddel en draagt het bij aan een betere smaak en textuur van je sauzen.
Dat schuim bestaat namelijk uit gluten die tijdens het koken uit de pasta sijpelen. De olie verzwakt de oppervlaktespanning van het water, waardoor het schuim niet beklijft. Een betere oplossing tegen schuimen is het vuur wat lager zetten.
Koude pastasalade is heel gezond.Gezonder zelfs dan warme pasta. Dat heeft alles te maken met het zetmeel dat in de pasta zit. Wanneer je pasta namelijk laat afkoelen wordt het zetmeel omgezet in resistent zetmeel, wat zich als een voedingsvezel gedraagt.
Het is niet aan te raden. De gekookte pasta gaat nog extra vocht opnemen en bij het ontdooien wordt al het vocht opgeslorpt, waardoor je dikke waterachtige pasta krijgt.