Pas op met olie, vet en alcohol Door contact met zuivere zuurstof kunnen olie en vet spontaan ontbranden. Daarom is het belangrijk dat er geen boter, olie, vet of alcohol (ook de alcohol in crèmes), in aanraking komt met de apparatuur.
U mag niet met vette zalf smeren zolang u zuurstof gebruikt (of dat net heeft gedaan), vanwege het brandgevaar. U kunt daarvoor vetvrije cetomacrogol crème of Nisita neuszalf vragen aan uw longarts. Dit is ook ook zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek.
U mag vanwege het brandgevaar geen vette zalf gebruiken (zoals vaseline) zolang u zuurstof gebruikt. Eventueel kunt u vetvrije crème gebruiken die u kunt krijgen bij de apotheek.
U mag geen zuurstof gebruiken in de buurt van open vuur, zoals een gasfornuis, open haard, kaarsen en waxinelichtjes. Meer informatie over brandgevaar en hoe dit te voorkomen, leest u hieronder, onder: Brand voorkomen.
Wanneer een patiënt die zuurstof krijgt een droge neus of mond heeft, mag je geen zalf op basis van vet gebruiken omdat dat brandwonden kan veroorzaken. Tenminste, dat is wat er in protocollen en handboeken staat, en in het artikel 'Lucht dankzij zuurstof' uit het maart-nummer van Nursing.
Olie en vet kunnen door contact met zuivere zuurstof spontaan ontbranden. Gebruik geen vette gezichtcrème of lippenbalsem die vaseline bevat. Smeer uw lippen, mond en neus eventueel in met een vetvrije crème. Deze kunt u halen bij de apotheek.
Het voordeel van de zuurstofkatheter in vergelijking met de zuurstofbril is dat meer zuurstof naar de longen wordt getransporteerd. Dit komt doordat de punt van de zuurstofkatheter in de neus- of keelholte (de nasofarynx) ligt.
Heb je een saturatie van 95% of hoger, dan is de saturatie normaal en heb je genoeg zuurstof in je bloed. Een saturatie van 91, 92 of 93% is lager dan normaal, maar nog geen reden om je zorgen te maken. Is de waarde 90% of lager, dan heb je een tekort. Dit heet desaturatie.
Let op: Bij zuurstoftoediening vanwege brandgevaar geen vaseline of crème op vet- of oliebasis gebruiken voor de neus of mondverzorging. Gebruik crème op waterbasis. door de mond in plaats van door de neus ademhalen. Een te hoge of te lage dosering zuurstof geeft klachten.
Een zuurstoftekort in de spieren zorgt voor een lage saturatie. Ook vernauwingen in uw slagaders kan ervoor zorgen dat er weinig zuurstof in uw bloed komt. Wanneer de zuurstofwisseling in uw longen in het gedrang komt, is er sprake van desaturatie, ook wel bekend als hypoxemie.
Gebruik van te veel zuurstof kan wel tot klachten leiden. Een remming van de ademhaling en een ophoping van koolzuur in het bloed kunnen uiteindelijk zorgen voor hoofdpijn, prikkelbaarheid, slaperigheid en bewustzijnsstoornissen.
Je lichaam heeft zuurstof nodig om goed te kunnen werken. Als je COPD hebt, gaat er minder zuurstof via de longen naar je bloed. Daardoor word je benauwd en moe. Het tekort aan zuurstof kan ervoor zorgen dat de bloeddruk in je longen hoger wordt.
In het ziekenhuis wordt de katheter dagelijks vervangen. Vervang de zuurstofbril wanneer deze vuil of verhard is. In het ziekenhuis wordt de neusbril wekelijks vervangen. Vervang het zuurstofmasker eens per 7 dagen.
Het gemiddelde gebruik is één á twee liter per minuut. Niet alleen te weinig, maar ook te veel zuurstof kan schadelijk zijn. Houd u zich dus altijd aan het voorschrift van de arts. Zuurstof heeft geen ernstige bijwerkingen.
Een te grote hoeveelheid zuurstof kan schadelijk zijn. Uw longarts zal aangeven hoe u de zuurstof moet regelen, zowel in rust, tijdens inspanning en gedurende de nacht. Als er sprake is van een onderhoudsbehandeling met zuurstof is deze alleen zinvol wanneer u minstens vijftien uur per etmaal zuurstof gebruikt.
De verpleegkundigen verzorgen regelmatig de ogen, de huid van de neus, de lippen en mond van uw familielid/naaste. Door lekkage van lucht langs het masker kan namelijk irritatie van de ogen ontstaan. Door het masker kan de huid van de neusrug beschadigen.
De lus van de zuurstofbril wordt achter de oren aangebracht en dan onder de kin zacht aangespannen. Via een neusbril kan maximaal zes liter zuurstof per minuut toegediend worden.
Die zuurstof is nodig om het lichaam goed te laten functioneren. Als je zuurstofgehalte te laag is, kun je dit merken aan symptomen als kortademigheid, een futloos gevoel en vermoeidheid. Vooral bij longaandoeningen, zoals COPD of astma, komt een lage saturatie voor.
de zuurstof droogt het slijmvlies van de luchtwegen iets uit. Het slijmvlies kan hierdoor geïrriteerd raken. Meestal treedt dit probleem op bij een zuurstofstroom van meer dan 4 liter per minuut. U kunt dan een luchtbevochtiger vragen bij uw zuurstofleverancier.
De meeste mensen hebben een saturatiewaarde tussen de 95% en 100%. Sommige mensen leiden echter een normaal leven met een saturatiewaarde van minder dan 95%. Het is normaal dat de waarden tijdens het slapen iets lager zijn en voor sommige gebruikers kunnen de waarden lager zijn dan 95%.
Welke saturatiewaarde alarmerend is, verschilt per patiënt. 'Een waarde van 95% kan voor de ene patiënt te laag zijn, maar voor een patiënt met COPD normaal', licht José Klunder toe, teamleider Longgeneeskunde in OLVG Amsterdam. 'Het gaat er met name om dat de saturatie stabiel of stijgende is.
Je mag dan best een zuurstof saturatie van 87% accepteren. Bij patiënten met fibrose of andere interstitiële longafwijkingen is het soms nodig om hoog te doseren soms wel tussen de 6 en 10 liter/min. Bij een saturatie van 96% hoeft geen zuurstof gegeven te worden. Er is dan namelijk geen sprake van zuurstoftekort.
Wanneer iemand 1 liter/minuut zuurstof krijgt via een neusbril, geeft dit een FiO2 van 24%. Dit percentage van de zuurstof ademt de patiënt dus daadwerkelijk in.