Artsen die NSAID's voorschrijven, wordt sterk aangeraden daarbij aan maagprotectie te denken. Zo leren ze bijvoorbeeld bij mensen met diabetes, hartziekten en astma zeer terughoudend te zijn met NSAID's. Het risico op ernstige bijwerkingen en interacties is immers nog groter.
Regelmatig gebruik van ibuprofen kan maagklachten veroorzaken. Neem daarom het middel alleen op een volle maag in. Mensen die in het verleden last hebben gehad van een maag- of darmzweer hebben meer kans op bijwerkingen op maag en darmen. Ook bij ouderen is sprake van een verhoogd risico op bijwerkingen.
Bedenk dat paracetamol (in andere landen vaak aangeduid als acetaminophen) sommige continue glucosesensoren kan beïnvloeden en dan een 'vals hoge waarde' kan geven. Deze waarde is dan 1-5 mmol/l hoger dan de werkelijke glucosewaarde in het bloed.
Bij hoofdpijn werkt paracetamol goed. Maar voor pijnklachten in de knie door een zwelling of ontsteking is ibuprofen beter. Daar zitten namelijk naast pijnstillende stoffen, ook ontstekingsremmende stoffen in.
Ibuprofen is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend. Het is te gebruiken bij pijn waarbij ook sprake is van een ontsteking, zoals bij gewrichtspijn, reumatoïde artritis, ziekte van Bechterew en jicht.
Sterke punten: omega 3-vetzuren zijn aangeraden voor ontstekingen, die te wijten zijn aan hartproblemen, depressie en obesitas. Toepassing: lijnzaad, noten, koolzaad, avocado en sommige vette vissen, zoals ansjovis, haring en sardines, bevatten omega-3-vetzuren.
Deskundigen adviseren mensen met diabetes om te kiezen voor dranken die weinig tot geen suiker bevatten. Daarom zijn onze suikervrije dranken, zoals Coca‑Cola light, Coca‑Cola zero sugar, Sprite en Chaudfontaine Fusion geschikt voor diabetici.
Sommige geneesmiddelen verhogen de kans op diabetes, bijvoorbeeld corticosteroïden zoals prednison. Het lichaam kan door prednison minder goed bloedsuiker verwerken. Ook geneesmiddelen tegen psychoses, antipsychotica, kunnen het risico op diabetes verhogen.
Op een niet nuchtere maag gelden waarden tussen 7,8 en 11 mmol/l als verhoogde waarden. Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt.
Van paracetamol, in te hoge dosis, is de schadelijke werking op de lever misschien wel het meest bekend. Het geldt echter voor veel meer middelen, zoals voor veel in de eerste lijn gebruikte NSAID's en antibiotica (doxycycline of nitrofurantoïne).
'Terwijl paracetamol veilig genomen kan worden op een lege maag, is dat bij niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen (zoals ibuprofen) niet het geval. Die moeten met of na het eten genomen worden, omdat ze de maagwand kunnen aantasten. Dat leidt tot irriatie, bloedingen of maagzweren', weet Chalmers.
Ibuprofen is een minder sterke pijnstiller dan Diclofenac, maar valt ook onder de categorie 'NSAID pijnstillers'. Het roze pilletje werkt ontstekingsremmend, koortsverlagend en tegen pijnklachten. Ibuprofen werkt ongeveer 45 minuten na inname en is maximaal 8 uur werkzaam.
Zuurstoftekort ontstaat door verkalking van de slagaders in de benen, en dat komt bij diabetes nogal eens voor. De bekendste klacht is krampende pijn in de kuit die optreedt bij lopen en snel verdwijnt bij rust. Dat wordt etalagebenen genoemd. Zenuwpijn treedt juist op in rust en verbetert vaak bij lopen.
Bij alle acute gebeurtenissen in het lichaam kunnen de glucosewaarden door activering van stresshormonen (zoals cortisol) snel oplopen. Denk daarbij aan een ontsteking van blindedarm of galblaas, aan infecties zoals longontsteking of nierbekkenontsteking, maar ook aan een hartinfarct of een ernstig ongeval.
Bijvoorbeeld linagliptine, sitagliptine, vildagliptine, saxagliptine (DPP4 remmers) en exenatide, dulaglutide, liraglutide, lixisenatide en semaglutide (GLP-1 agonisten).
Uit onderzoek van het LUMC, TNO en zorgverzekeraar VGZ blijkt dat bijna 40 procent van de mensen met diabetes type 2 van hun ziekte af kunnen komen. Dat is dus bijna de helft! Doordat patiënten minder insuline en medicijnen nodig hebben, kan bijna drie miljard euro worden bespaard.
Hartig beleg bevat geen koolhydraten. Kies bijvoorbeeld voor: kaas, smeerkaas, cottage cheese/Hüttenkäse, Zwitserse strooikaas. Of kies voor vleeswaren. Magere soorten hebben hierbij de voorkeur, omdat vette soorten veel verzadigd (ongunstig) vet bevatten.
Iemand met diabetes mag in principe alles eten, dus ook nog best een gebakje. Als hij er wel rekening mee houdt wat hij verder eet die dag. Suikervrije producten zijn niet nodig. Wel is het voor mensen met diabetes extra belangrijk om gezond en regelmatig te eten, en veel te bewegen.
Wat diëtist Harriët Verkoelen betreft is de stelregel: meer groente, minder fruit bij diabetes type 2. Fruit zorgt er namelijk voor dat je bloedsuikers de hoogte in vliegen, legt ze uit. Zeker als je een banaan of trosje druiven (125 gram) neemt waar al snel vier suikerklontjes inzitten.
Hoe kun je al simpel koolhydraten beperken? Hoeveel koolhydraten je moet eten, hangt af van je eetpatroon en je energieverbruik. Stel, je eet vijf boterhammen, een flinke avondmaaltijd en een paar tussendoortjes zoals fruit of een biscuitje en zuivel. Dat is al snel 160-180 gram koolhydraten per dag.
De basisregel is: alles met mate.
Donkere chocolade: Het bevat minder suiker dan melkchocolade en maar half zoveel als witte chocolade. Chocolade zonder suiker: Er is chocolade die gemaakt is met suikervervangers zoals dadels en dadelstroop, kokosbloesemsuiker en kokosbloesemstroop, xylitol en ahornstroop.
Bessen. Bessen behoren ook zeker tot de categorie ontstekingsremmende voeding. Vooral blauwe bessen, vol vitamine C, dragen bij aan een goede gezondheid. Let op: vers fruit kun je beter niet combineren met zuivel, omdat fruit veel lichter verteerbaar is.
Voeding die ontstekingen laat aanwakkeren
Voedsel uit een fabriek met chemische toevoegingen of kunstmatige zoetstoffen. Omega 6 vetzuren en transvetten (plantaardige olies zoals zonnebloem-, raapzaad- en maisolie (denk aan frituurvet) en alle harde vetten uit een fabriek zoals margarines)