Een laag risico uit de klinische test is dus al reden genoeg niet met een chemokuur te beginnen. Geeft de klinische tekst een hoog risico aan en de genetische test een laag risico, dan betekent dit dat chemotherapie niet nodig is.
Cytostatica (zo heten de chemogeneesmiddelen) zijn bijzonder sterke geneesmiddelen, ze doden immers kankercellen in uw lichaam. En ze kunnen inderdaad schadelijk zijn voor andere mensen waarmee u rechtstreeks in contact komt.
De immunotherapie heeft twee voordelen: er is geen ziekenhuisopname nodig en de behandeling heeft veel minder bijwerkingen dan bij chemotherapie. Voorlopig kan immunotherapie slechts bij een klein aantal types kanker worden toegepast.
Door chemotherapie worden ook veel gezonde snel delende cellen in het lichaam aangevallen en ernstig verzwakt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld huid- en het bloedcellen. Indien chemotherapie recentelijk heeft plaatsgevonden, gaat na overlijden het lichaam extra snel achteruit.
Het is echter niet altijd duidelijk of chemotherapie noodzakelijk is. In dat geval kan een genexpressietest, de zogenaamde MammaPrint, meer uitsluitsel te geven op het risico van terugkeer van de ziekte. De MammaPrint is een moleculair diagnostisch onderzoek met cellen van het moment van de diagnose.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
"Vaak weten we uit onderzoek dat een behandeling bij een bepaald percentage patiënten aanslaat, bijvoorbeeld bij veertig procent. Maar je weet niet of die specifieke patiënt die tegenover je zit, hoort bij de veertig of de zestig procent.
Kanker is een ingewikkelde ziekte die vaak niet makkelijk te genezen is. Toch overleven steeds meer mensen kanker. Sommige genezen, andere mensen leven lang met kanker zonder veel klachten. De 5-jaars overlevingscijfers van kanker zijn dankzij kankeronderzoek van de afgelopen 70 jaar gestegen van 25% naar 66%.
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Een chemotherapie kan ook palliatief zijn als de kanker niet kan worden genezen. Ze kan de ziekte vertragen door de tumor te verkleinen, door uitzaaiingen te vernietigen of hun aantal te verminderen. Zo kan de levensverwachting soms met meerdere jaren verlengd worden.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Enkele maanden, maar soms ook (vele) jaren. Daarnaast kunnen de ziektesymptomen door chemo worden uitgesteld en/of verminderd worden. Overigens heet chemotherapie niet altijd een levensverlengend effect, vertelt internist-oncoloog Jacqueline Stouthard van het Amsterdamse Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (AVL).
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Een chemokuur kan van invloed zijn op de hersenen en de hersenfuncties. 'Zo'n 30 procent van de patiënten heeft na chemobehandeling moeite met nieuwe dingen onthouden. Ook gaat het denken wat langzamer en kost het meer inspanning. Die bijwerking van de chemokuur is soms tien en zelfs twintig jaar later nog merkbaar.
Hoe weet je of chemotherapie aanslaat? Aan je lichaam kun je niet merken of chemotherapie aanslaat. Hoeveel last je hebt van de bijwerkingen zegt niets over het resultaat van de behandeling.
Chemotherapie heeft invloed op je spiercellen. Door een behandeling met chemotherapie kun je stijver worden en je minder sterk voelen. Ook kost chemotherapie veel energie. Misschien voelt het logisch om veel rust te houden als je je niet fit voelt.