Romeinse cijfers vormen een talstelsel voor het weergeven van natuurlijke getallen dat afkomstig is uit het oude Rome. Het stelsel is geen positiestelsel, maar een additief stelsel waarin de waarde van het voorgestelde getal bepaald wordt door het totaal van de samenstellende symbolen.
Romeinse cijfers 100 tot en met 1000
Ook hier zie je dat er nieuwe symbolen bij zijn gekomen, maar dat de manier waarop de getallen worden gevormd steeds op dezelfde manier gaat. Het getal 900 is dus weer 1000 – 100, want de C (100) staat voor de M (1000).
Vroeger werd er overal in Romeinse cijfers gerekend. Deze cijfers zijn bedacht door de Romeinen in de Romeinse tijd. Er is geen symbool voor het getal 0 (dat pas door de Arabieren in de Middeleeuwen werd bedacht). Ze vonden namelijk dat niks maar raar was.
De Y is de enige andere letter waarvoor de Romeinen niet ook schatplichtig zijn aan de Etrusken. De Semitische letter Zajin en de Oud-Griekse Zèta werden vermoedelijk uitgesproken als /dz/.
Wat is de waarde van de Romeinse cijfers symbolen? De 7 basissymbolen zijn: I = 1, V = 5, X = 10, L = 50, C = 100, D = 500 en M = 1000.
Romeinse cijfers worden vaak gebruikt in opsommingen. De Romeinse cijfers I tot en met VII worden gebruikt om trappen in de muziektheorie weer te geven. Hoofdstukken in boeken en versienummers worden soms aangeduid met Romeinse cijfers.
Het Oud-Latijnse alfabet bestond uit 22 letters: de ontbrekende waren J, G, U en W. Oorspronkelijk ontbraken ook Y en Z. Deze werden echter later (na enkele honderden jaren) toegevoegd om Griekse leenwoorden te schrijven — die er in overvloed waren, vanwege de voorliefde van het oude Rome voor de Griekse cultuur.
Het Engelse alfabet behoort tot de Latijnse taalfamilie, maar heeft ook wat Germaanse invloeden. Het Engelse alfabet ontleent de meeste lettersymbolen aan de Latijnse taal. Om deze reden wordt het Engelse alfabet een Latijns alfabet genoemd, ook wel bekend als het Romeinse alfabet .
Romeinse cijfers zijn niet door iemand in het bijzonder uitgevonden . Ze waren simpelweg het resultaat van een geleidelijke evolutie van Attische (Oudgriekse) cijfers, die op hun beurt waarschijnlijk zijn ontstaan als Egeïsche cijfers van Mykene en Minoïsch Kreta.
Door de Romeinse cijfers in verschillende volgordes achter elkaar te zetten, kun je toch alle getallen maken. Zo kan je Romeinse cijfers lezen? Ik ga je helpen. Kijk, I is 1, V is 5, X is 10, L is 50, C is 100, D is 500 en M is 1000.
De cijfers 0 t/m 9 zoals we die tegenwoordig gebruiken komen oorspronkelijk uit India. Toch noemen we ze Arabische cijfers. De reden is dat wij in Europa die cijfers dankzij Fibonacci via de Arabische cultuur hebben leren kennen.
Deze cijfers zijn bedacht door de Romeinen in de Romeinse tijd. Er is geen symbool voor het getal 0 (dat pas door de Arabieren in de Middeleeuwen werd bedacht). Ze vonden namelijk dat niks maar raar was. Nul bestond dus eigenlijk niet.
- Bij de Romeinse cijfers op klokken is de 4 vaak aangegeven als IIII in plaats van IV (en soms bij jaartallen op oude gebouwen). Waarschijnlijk staat hier bij klokken IIII in plaats van IV om verwarring te vermijden met de VI (6), juist omdat de VI ondersteboven staat en dan wel heel veel lijkt op de IV...
IX kan verwijzen naar: 9 (getal) Het jaar 9 van de gangbare jaartelling. Het jaar IX van de Franse republikeinse kalender.
Het Latijnse alfabet , ook wel het Romeinse alfabet genoemd, is de verzameling letters die oorspronkelijk door de oude Romeinen werden gebruikt om de Latijnse taal te schrijven.
NB – Het Romeinse alfabet kent geen verschil tussen de I en de J en tussen de U en de V. In plaats van de I kan dus ook de J gebruikt worden en in plaats van de V kan ook de U gebruikt worden.
Daar woonde een volk dat de Feniciërs heette. Zij ontwikkelden de voorloper van ons huidige alfabet. Dat waren niet alleen letters met klanken, maar die letters hadden ook een naam.
De Romeinen schreven Latijn met behulp van een alfabet dat bestond uit 21 letters (ABCDEFGHIKLMNOPQRSTVX); Y en Z zijn latere toevoegingen . J, U en W werden niet gebruikt.
De Romeinen kent iedereen natuurlijk wel, ze hebben een hoop uitgevonden in de geschiedenis.Zoals geld en het alfabet. Lees hier alles over de uitvindingen van de Romeinen.
In het Latijn werd de Y I graeca ("Griekse I") genoemd , omdat de klassieke Griekse klank /y/, vergelijkbaar met de moderne Duitse ü of Franse u, geen oorspronkelijke klank was voor Latijnsprekenden en de letter aanvankelijk alleen werd gebruikt om buitenlandse woorden te spellen.
Alle veelvouden van centum tot en met nōngentī (“900”), bijvoorbeeld ducentī (“200”), trecentī (“300”), enz., verbuigen als een meervoudig bijvoeglijk naamwoord van de eerste en tweede declinatie.
Getallen 1 t/m 20 in Romeinse cijfers
I = 1, II = 2, III = 3, IV = 4, V = 5, VI = 6, VII = 7, VIII = 8, IX = 9, X = 10.
Cijfers in het Latijn verwijzen naar het Romeinse cijfersysteem, dat in de oudheid werd gebruikt. In plaats van de Arabische cijfers (0-9) gebruiken Latijnse cijfers letters uit het Romeinse alfabet om getallen weer te geven. Voorbeelden hiervan zijn: I = 1.