Broei ontstaat door een natuurlijke opwarming van samengepakt hooi of stro. De stijgende temperatuur kan leiden tot zelfontbranding. Ook als er geen brand ontstaat, kunnen de gevolgen van broei nadelig zijn. Want de voedingswaarde van het hooi vermindert door stijging van de temperatuur.
De warmte die wordt gegenereerd kan in het natte hooi nergens naartoe en verhit dus het hooi zelf. Door deze verhitting neemt de activiteit van micro-organismen nog sneller toe, zodat het proces zichzelf in stand houdt en versterkt. Dit uit zich in een typerende, karamel-achtige geur.
Micro-organismen "eten" van het hooi, ze vormen grote levensgemeenschappen die tezamen de temperatuur van het hooi doen stijgen tot soms boven de 100°C, het hooi broeit dan. De warmte die wordt gegenereerd kan in het natte hooi nergens naar toe in de strak geperste pakken in de opslag en verhit dus het hooi zelf.
Bij 40 tot 60 graden is er vaak sprake van geen of matige broei. Daarboven wordt dringend aanbevolen dagelijks de stro- of hooiopslag te controleren en de verzekeraar in te lichten. Bij een temperatuur van 70 graden of meer moet direct de brandweer worden ingeschakeld.
Zelfontbranding door broei komt voor bij allerlei verschillende materialen en zowel bij vaste stoffen als bij vloeistoffen. De temperatuur van een materiaal stijgt, zonder warmte uit de omgeving op te nemen. Dit is het gevolg van een zogeheten 'exotherme reactie'. Dat is een chemische reactie waarbij warmte vrijkomt.
Hooi kan bij hooibroei door spontaan verlopende fermentatieprocessen in brand raken, fermentatie vindt plaats onder invloed van micro-organismen wanneer het hooi vochtig is.
Omdat het gras nog wat vochtig van aard is moet het stevig en luchtdicht verpakt worden om het ruwvoer goed te conserveren. Door het insealen wordt het fermentatieproces geremd wat ervoor zorgt dat het natte gras geconserveerd wordt. Onverpakt kuilgras bestaat dus niet, dan is het eigenlijk traditioneel hooi.
Stapel ze niet te dicht op elkaar, zodat er wat lucht tussen de balen kan komen. Houd het hooi en stro uit de buurt van vrachtwagens, machines, warmtebronnen en brandversnellers zoals benzine. Als u buiten stapelt, zoek dan een open, goed gedraineerde en zonnige plek.
Het weer laat het niet altijd toe om hooi onder de ideale omstandigheden van 13 tot 15% vochtgehalte te persen. Hooi boven 17% geeft broei en stof en verliest voedingswaarde en smakelijkheid.
Hooi kan, net als (voordroog)kuilgras, ook gewikkeld worden in plastic. Het beste is om dit direct tijdens het oogsten te wikkelen onder droge omstandigheden. Als het hooi enige tijd na oogsten onder vochtige omstandigheden wordt gewikkeld, dan is het mogelijk dat er condens in het pak komt en dit gaat schimmelen.
Het beste is om hooi droog te bewaren in een loods, zoals een hooischuur. Wanneer het hooi nat wordt is de kans op schimmels groot met als resultaat dat het hooi niet meer gevoerd kan worden. Let daarbij ook op eventuele ongedierte.
Hooi is gedroogd gras en is daarom soms ook wat groenachtig gekleurd. Hooi wordt gebruikt als voedsel voor heel veel dieren denk bijvoorbeeld aan paarden, maar ook konijnen. Stro is een verzameling van stengels van graan en heeft daarom ook een grovere structuur.
In stro ontstaat alleen broei, als in de baal veel onkruid is meegeperst. Pers stro daarom zo veel mogelijk onkruidvrij. Voorkom dat hooi en stro op elkaar worden gestapeld; ook dan kan broei ontstaan.
Kuilgras is gras dat in balen door melkzuurgisting wordt geconserveerd. Voor het maken van kuilgras wordt een kuilvoersnede van het grasland geoogst. Om het droogproces van het gras te bespoedigen wordt er vaak gemaaid met een maaikneuzer.
Als hooi niet voldoende droog is gewonnen kan broei en vervolgens schimmel optreden. Dit betekent extra verliezen en het is nadelig voor de gezondheid van paarden en pony's. Het gemaaide gras moet enige tijd op het veld lig- gen om het gewenste droge-stofgehalte van ruim 80 % te bereiken.
Dompel het hooi onder in een bak met water en laat het even uitlekken zodat niet de hele stal nat wordt. Voer het hooi vervolgens direct aan je paard. Om de hoeveelheid stof te verminderen is het voldoende om het hooi onder te dompelen en hoeft niet lang te worden geweekt in een bak met water.
Het stro moet goed droog zijn, met een vochtgehalte van ca. 12 tot 15 %.
Antwoord: Na het persen van de baaltjes hooi dient ca. 6 tot 8 weken gewacht te worden, alvorens het hooi gevoerd kan worden. Het hooi moet afsterven, waarbij het laatste vocht uit het hooi gehaald wordt.
Re: zitten er nadelen aan nat hooi voeren? Nee, er zitten geen nadelen aan! Wanneer je zelfs rijk hooi minimaal 20 minuten weekt in water is het grootste gedeelte van het fructaan er uit. Ga je het heel lang weken moet je er wel rekening mee houden dat ook goede voedingsstoffen er uit gaan.
Kuilgras is meestal veel minder grof dan hooi. Het ruwe celstof gehalte is lager en bevat daardoor minder structuur. De energiewaarde van hooi is gemiddeld hoger (per kg product) dan kuilgras, terwijl het eiwitgehalte van kuilgras gemiddeld hoger is dan van hooi.
Water kan namelijk nooit warmer worden dan 100 graden Celcius. De ontbrandingstemperatuur van papier en plastic ligt veel hoger en zal dus niet gaan branden.
Benzinebrandstof op zichzelf ontbrandt niet. Echter, wanneer de benzine overgegaan is in dampvorm wel. Deze benzinedamp heeft een vlampunt van tussen de -21 en de 21 graden Celsius. Diesel geeft minder gevaar, omdat het vlampunt boven de 75 graden Celsius ligt.
Broei is een proces waarbij koolhydraten worden verbrand tot koolzuur (CO2) en water (H2O) onder afgifte van warmte.
Broei kan per dag gemiddeld 3,5 procent droge stof en 15 VEM aan energie per kilo droge stof kosten in de kuil. Omdat kuilvoer in een open kuil toch altijd twee tot drie dagen blootgesteld is aan broei, komt het verlies aan voederwaarde al snel op tien procent.