De benaming gulden komt van gulden florijn (gouden florijn) genoemd naar de Florentijnse munt fiorino d'oro. Daarmee is ook de herkomst verklaard van het sindsdien gebruikte valutateken ƒ of de letter f of de letters fl of hfl (Hollandse Florijn) voor de gulden.
De kleine letter ƒ heeft dezelfde vorm als het valutateken voor de Nederlandse gulden, hoewel ook vaak "fl." als afkorting werd gebruikt. De letter en de afkorting zijn afkomstig van de oorspronkelijke benaming van de munt: gulden florijn.
De geschiedenis van de Nederlandse gulden gaat terug tot 1252. De eerste gulden (betekent "gouden") werd florijn genoemd, naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence, waar in 1252 de eerste belangrijke gouden munt (Gouden florijn) sinds de Karolingische tijd werd geslagen.
De geschiedenis van de gulden begint al in de dertiende eeuw in Italië. De stad Florence introduceert in 1252 als eerste een nieuwe gouden munt, de fiorino d'oro, genoemd naar de lelie uit het stadswapen. In het Nederlands vertaald: gulden (gouden) florijn.
Lang geleden was vijf gulden het kleinste biljet. Maar omdat dit biljet zeer veel gebruikt werd dus snel sleet, is het op zeker moment vervangen door een munt van 5 gulden. Dat was de "gewone" munt met de hoogste waarde. Met een waarde van een kleine eur 2,30 toen de euro werd ingevoerd.
De naam dubbeltje vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was (dubbele stuiver). Na de invoering van het decimale stelsel in Nederland (rond 1800) werd het muntje van 10 cent dubbeltje genoemd.
Een rooie rug, ook wel simpelweg rooitje of een rug genoemd, was geld ter waarde van 1.000 gulden (ongeveer 454 euro). De rooie rug dankt zijn naam aan de kleur van het oorspronkelijke 1.000 guldenbiljet. Deze was namelijk jarenlang rood.
In het Nederlandse decimale muntstelsel, gebaseerd op de gulden, is er tweemaal een muntcoupure geweest die de waarde van vijf gulden droeg. Beide munten werden vijfje genoemd, een naam die ook in gebruik was en is voor bankbiljetten van vijf gulden en vijf euro.
De benaming gulden komt van gulden florijn (gouden florijn) genoemd naar de Florentijnse munt fiorino d'oro. Daarmee is ook de herkomst verklaard van het sindsdien gebruikte valutateken ƒ of de letter f of de letters fl of hfl (Hollandse Florijn) voor de gulden.
5 gulden munt
Omdat de dubbele standaard werd vervangen door de zilveren standaard. Toen later de gouden standaard weer werd ingevoerd werd in 1912 nog een 5 gulden munt geslagen in een oplage van een miljoen.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
1 gulden = 2 frank = 0,08 pond sterling = 0,60 Duitse Reichsmark = 0,40 US dollar. [in 1890 lagen deze koersen gelijk].
Zet de Numlock aan. Gebruik de ALT toets en typ op het numerieke deel van je toetsenbord 0131.
rechtmatig {bn.}
hoe gaat het? Kort voor '[fa waka?]'
De ribbel- of kartelrand en het randschrift waren vroeger bedoeld om duidelijk te maken dat een munt niet was bijgesneden en daardoor in waarde verminderd.
Vooral het kwartje dat in het jaar 1954 is geslagen is geld waard. In dat jaar zijn minder kwartjes geslagen en daardoor heeft het muntje meer waarde. Dit geldt ook voor kwartjes uit 1941, 1948, 1950 en 1951. Zelfs als het beschadigd is kan het nog steeds voor een euro aan een verzamelaar worden verkocht.
Een van de voormalige guldenmunten was de rijksdaalder. De rijksdaalder is een munt met een waarde van tweeënhalve gulden.
De waarde van een 10 gulden 1968 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1968 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
De meeste guldenbankbiljetten kunt u nog tot 1 januari 2032 inwisselen voor euro's. Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen.
Knaak. Ten tijde van de gulden heette een munt van 10 cent een dubbeltje of duppie. Een gulden was een piek, een rijksdaalder een knaak, een biljet van 10 gulden een joet en een biljet van 25 gulden was tientallen jaren een geeltje, ook al was het rood.
Meijer of Meyer is een van oorsprong Nederlandse achternaam. De naam komt van het beroep meier, dat huurder, rentmeester, opzichter of hofmeester betekent, etymologisch vergelijkbaar met het Engelse Mayor. Meijers, De Meijer, enzovoorts.
Tegenwoordig ook, maar niet frequent, gebruikt voor 100 euro.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).