DPL is een geïntegreerd lesmodel waarin effectiviteit voorop staat. In deze training krijg je veel praktische tips en waardevolle eyeopeners. Hierdoor kijk je anders naar je dagelijkse les, maak je andere keuzes, kun je flexibeler onderwijs geven en ben je in staat om te gaan met werkhoudingsproblematiek.
DPL staat voor Duurzaamheidsprofiel op Locatie. Met dit model kunnen gemeenten het duurzaamheidsprofiel van een wijk berekenen en vergelijken met een andere wijken. De sterke en zwakke punten van een wijk worden zo zichtbaar.
Effectieve instructie
De CED-Groep ontwikkelde het Doordacht Passend lesmodel (DPL), dat zich erg goed leent voor een resultaatgerichte manier van werken. Het DPL is – net zoals het Expliciet Directe Instructiemodel (EDI) - geïnspireerd op het directe instructiemodel.
De effectiviteit van het directe instructie-model (DI-model) is overtuigend aangetoond. Onderzoek laat zien dat directe instructie positieve effecten heeft en leidt tot betere leerresultaten binnen verschillende domeinen: taal, rekenen en zaakvakken.
Het Doordacht Passend Lesmodel is een instrument voor de leraar en de leerling. Werken met het DPL ontwikkelt het vakmanschap van leraren. Het lesmodel zorgt tevens voor structuur en veiligheid en daarmee een grotere kans voor de leerling op leren en plezier in leren.
ADI, EDI en IGDI zijn verschillende modellen van Directe Instructie. In het kort: EDI legt de focus vooral op de manier van instructie geven, ADI benadrukt het activeren van leerlingen en IGDI focust op differentiatie in de les.
Het doel van het IGDI-model is dat alle leerlingen de basisstrategieën beheersen van een bepaalde leerstof. Maar ook dat er ruimte is voor convergente differentiatie: alle leerlingen moeten de minimumdoelen halen, maar de weg hiernaartoe is verschillend. Er is een verdeling in verschillende fasen.
Wisbordjes zijn een eenvoudig en doeltreffend middel om tijdens de instructie in één oogopslag te 'controleren' of de hele klas de instructie begrepen heeft. Daarnaast wordt de betrokkenheid van de leerlingen vergroot, doordat niet één leerling om een antwoord wordt gevraagd, maar de hele klas.
Uit een grote hoeveelheid onderzoek blijkt dat directe instructie een van de meest effectieve vormen van instructie is. Directe instructie heeft een sterk positief effect op leeruitkomsten van leerlingen in verschillende domeinen (lezen, rekenen, spelling, sociale vaardigheden en scheikunde).
Een goede rekenles bestaat volgens Marcel uit een systematisch opgebouwde, hoogwaardige directe instructie met veel interactie en goede feedback waarbij de verantwoordelijkheid stapsgewijs wordt overgedragen aan de leerlingen. Niet gelijk de kinderen laten zelfstandig werken, maar eerst samen inoefenen.
Het ADI-model staat voor Activerende Directe Instructie. Dit in Nederland ontwikkelde model bevat aspecten uit de sociaal constructivistische leerpsychologie, zoals actief leren en kennisconstructie. Bij ADI doorlopen de leerkracht en leerling samen op een interactieve manier de stappen in de onderwijsleersituatie.
Directe instructie (DI) is een model waarbij de leraar start met het geven van klassikale instructie, op een interactieve manier. De vervolgactiviteiten stemt de leraar af op de behoeften van de leerlingen.
Begeleide inoefening. Onder begeleiding van de leerkracht oefenen de leerlingen de zojuist aangeboden leerstof. Zelfstandige verwerking. In deze fase gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag.
In een traditioneel rooster bestaat de lesdag uit 5 tot 8 lessen met een lengte van ongeveer 40 tot 60 minuten.
Samenwerkend leren wordt vanuit de cognitieve ontwikkelingstheorieën gezien als effectief voor het leren. Het biedt hulp en ondersteuning, vooral voor de minder sterke leerlingen. De resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van samenwerkend leren zijn echter niet eenduidig.
Interactieve instructie: hardop denkend voordoen, feedback op de aanpak. Actieve verwerking: toepassen van de stof, begeleid oefenen, zelfstandig oefenen en eventueel op een hoger niveau werken. Einde van de les: inhoudelijke afronding van de les, leerlingen laten reflecteren op het leerproces.
Rondom Why vind je de bekende didactische driehoek of pedagogische driehoek waarin de leerling, leerkracht en leerstof de kernelementen vormen. Deze drie zijn actief met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar.