Als imker grijp je op de dertiende dag na het maken van de kunstzwerm in en laat de overtollige jonge moeren uit hun cellen los. Dit doe je na 15.00 uur (zomertijd) zodat de kans op nazwermen die dag verkeken is en de jonge moeren het onderling uitvechten tot de sterkste of slimste overblijft. Dit heet doppen breken.
Moerproef doen
Bij de moerproef hang je een raam met open broed in het bijenvolk waarover je twijfelt en kijkt na een tot drie dagen of er op dat raam redcellen zijn aangezet. Zijn er redcellen aangezet dan is er géén koningin. Het volk is dan moerloos.
Het maken van een veger is een van de verschillende manieren om een kunstzwerm te maken. Tegenwoordig wordt de veger ook vaak koninginneaflegger genoemd, terwijl dit van oorsprong een ander type kunstzwerm is (waarvoor op Imkerpedia nu de naam klassieke koninginneaflegger wordt gebruikt).
Een zwermcel is een in het kader van de natuurlijke volksvermeerdering aangemaakte moerdop. Ze worden onder en aan de zijkanten van de raten of in toevallige openingen gebouwd. De oude koningin legt er meestal al vlot een eitje in, ook al zijn de zwermcellen nog niet helemaal klaar.
Voor het maken van de veger wordt een zesraams kast of een tienramer naast het hoofdvolk gezet. Het vlieggat van die kast wordt gesloten om te voorkomen dat de koningin er uit loopt. Tegen de kastwand wordt een uitgebouwd raam aangehangen. In het hoofdvolk wordt de koningin opgezocht.
Een broedaflegger is een methode om nieuwe volkjes te kweken en/of een methode om de zwermneiging van een volk te verminderen. Een broedaflegger is op zijn simpelst gezegd brias met bijen, maar zonder koningin.
Een aflegger is een gedeelte van een bijenvolk dat van een bestaand bijenvolk wordt afgescheiden. Deze afscheiding kan afhankelijk van de doelstelling zowel tijdelijk als permanent zijn (in het laatste geval leidende tot een nieuw volk).
Speeldopjes zijn beginnende zwermcellen die lijken op eikeldopjes. Ze kunnen er het hele jaar zijn, maar worden vooral in het voorjaar talrijker. In een bijenvolk dat groeit, wordt aan de rand van het broednest een begin gemaakt met het bouwen van koninginnencellen. Deze worden speeldopjes genoemd.
Een Redcel is een tot koninginnencel (moerdop) omgevormde werkstercel. Redcellen ontstaan als een bijenvolk plotseling moerloos wordt. Uit een redcel kan een bijenvolk een nieuwe koning te kweken.
Een kunstzwerm is een door de imker gemaakte nabootsing van een echte bijenzwerm. Willen we een goede kunstzwerm maken, dan zullen we moeten weten waaruit een echte bijenzwerm bestaat. De eerste zwerm die van het volk afkomt, de voor- zwerm, bevat de oude koningin met ongeveer de helft van de bijen.
De veger is gemaakt van hout met gele kunststof haren.
Om te verenigen moet je het grote volk in de onderste bak krijgen met al het broed. Dat doe je door de bijen af te kloppen in de onderste bak. Dat vinden ze natuurlijk niet fijn. Je moet dan flink veel roken en als de bijen zich terugtrekken door de rook, gauw op de onderste bak een krant leggen.
Echter, winterbijen, en ook bijen in een zwerm, kunnen (veel) langer leven dan 6 weken. Volgens Liebig hangt de levensduur van de werkbij vooral af van de hoeveelheid te verzorgen broed: hoe meer broed een werkbij moet verzorgen hoe korter ze leeft.
Op een raam met alleen werksterbroed passen dus maximaal 2500 werkstercellen per zijde. Op een broedkamerraam wordt doorgaans 40-60% gebruikt voor broed. Op een goed met bijen bezet raam zitten ongeveer 900 opzittende bijen per zijde.
Werkwijze voor het maken van een vlieger
Het hoofdvolk wordt een aantal meters verschoven, en op de plaats waar hij stond komt een nieuwe kast die bij voorkeur veel op de oude lijkt. Deze nieuwe kast (de vlieger) wordt bevolkt met twee raampjes brias uit het hoofdvolk met de opzittende bijen plus de koningin.
Aflegger definities
(zinkeling) Een plant, verkregen doordat takken of ranken van de moederplant de grond raakten en wortels vormden.
De bijenkasten zijn opgebouwd uit een bodem, broedkamer, rooster (als optie), honingkamer, dekplank (bij houten kasten) en bovenop afgesloten met een dak.
Als de koningin voor haar overlijden of uitvliegen (wat gebeurt als ze met een deel van het volk gaat zwermen) nog wat eitjes of larfjes heeft achtergelaten, voeren de werksterbijen hen met koninginnegelei. Hierin zitten andere vitamines dan het voedsel dat de gewone bijen krijgen.
Honingbijen hebben lompe buiken, maar de buik van de koningin heeft een puntigere vorm. Je kunt de koningin hieraan makkelijk herkennen. Zoek naar een bij die scheef op de poten staat. De pootjes van darren zitten direct onder hun lichaam – je zult de pootjes niet echt kunnen zien als je ze van bovenaf bekijkt.
Koninginnentelers gebruiken genummerde merkplaatjes zodat ze haar herkomst kunnen achterhalen. Je kan je koningin ook merken met een speciale verfstift om koninginnen te merken. Er zijn ook imkers die Tipp ex of nagellak gebruiken. Er is zelfs een internationale kleurcode voor het jaar waarin een koningin geboren is.
De kastimker plaatst een leeg kastdeel op het volk met de te verbranden zwavel in een lege conservenblik of iets dergelijks. Ook hier de boel verder goed afsluiten (ook voor eigen veiligheid, want de zwaveldampen zijn ook voor de mens giftig) In enkele minuten is het met het volk gedaan.
Stoffer en blik (blik en veger) is handgereedschap bestaande uit een handveger en een veegblik om vuil en dergelijke op te vegen.
Stoffer en blik metaal/hout met cocoshaar Country
Het blik is gemaakt van zink en beschikt over een houten handvat. Voordeel van zink is dat dit niet roest. De afmeting van het blik is 220 x 230 mm.