Urineonderzoek kan duidelijk maken of er sprake is van geslachtsziekten (soa's), urineweginfecties, nierziekten, urinewegproblemen of stofwisselingsziekten. Wat u hiervoor precies moet doen, is afhankelijk van het type onderzoek dat door uw zorgverlener is aangevraagd.
Waarom dit onderzoek? Urineonderzoek wordt gedaan als uw huisarts of verloskundige meer wil weten over de werking van uw nieren of urinewegen. Zo kunnen urineweginfecties worden opgespoord, maar ook nog andere aandoeningen zoals geslachtsziekten (SOA) bij mannen en diabetes (suikerziekte).
Een van de eerste onderzoeken als men blaaskanker vermoedt, is een urineanalyse. Indien er abnormale cellen in de urine ontdekt worden, zijn er bijkomende onderzoeken nodig om de plaats van de tumor te bepalen. Deze tumoren kunnen immers overal in de urinewegen verschijnen, van de nieren tot de urinebuis.
pH. Normale pH van ochtendurine is 5-7, licht zuur tot neutraal. De urine is na een maaltijd vaak basisch, rond een pH van 8, dit komt door een grotere productie van maagsap na de maaltijd. Een zuurdere urine (pH <5) wijst op diarree of diabetes mellitus.
Leukocyten zijn witte bloedcellen die het lichaam helpen om infecties te bestrijden. Een verhoogd gehalte aan leukocyten in de urine kan een indicatie zijn van een ontsteking, zoals een blaasontsteking. Eiwitten. Eiwitten in de urine kunnen duiden op een beschadiging van de nieren.
Eiwit in de urine is vaak een teken van nierschade. De nieren filteren het bloed, waardoor er urine ontstaat die vol zit met afvalstoffen. De filters in de nieren zorgen ervoor dat er alleen water en kleine afvalstoffen worden doorgelaten. Grotere stoffen zoals eiwitten worden door de filters tegengehouden.
De test berust op het opsporen van witte bloedcellen (drempelwaarde: 10-500 granulocyten/μl), nitriet (drempelwaarde: 0,05-0,075 mg/dl) en eiwit (drempelwaarde: 15-500 mg/dl) in de urine en voldoet daarmee aan de meest geavanceerde medische onderzoeken.
Wanneer je last hebt van niet heldere urine of vlokken in je urine kan dit komen door te weinig vochtinname of het eten van bepaald voedsel. In dat geval is troebele of schuimende urine ongevaarlijk. Maar daarnaast kunnen pus en/of zoutkristallen ook een troebele, of niet heldere, urine met vlokken veroorzaken.
Een positieve testuitslag verhoogt hiermee de kans op het bestaan van een urineweginfectie van 55% (voorafkans) naar 62% (positief voorspellende waarde), terwijl een negatieve testuitslag de kans op het bestaan van een urineweginfectie verlaagt van 55% tot 31%.
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid kunt u pijn in de zij of in het bekken voelen. U krijgt een CT-scan van de buik en borst, of een MRI van het bekken met een longfoto. Hiermee is te zien of er uitzaaiingen zijn. Als u geen uitzaaiingen heeft, kan behandeling u genezen.
De meest voorkomende klacht bij blaaskanker is zichtbaar bloed in de urine. Dit is een reden om door de huisarts doorgestuurd te worden naar de uroloog voor verder onderzoek. Als er bloed in uw urine zit, hoeft dat uiteraard niet te betekenen dat er sprake is van blaaskanker.
Blaaskanker zaait meestal uit naar de lymfeklieren, longen, lever en botten.
Wat wordt er onderzocht met een uitgebreid SOA bloed- en urineonderzoek? De aanwezigheid van hiv en syfilis wordt getest middels een bloedonderzoek. De test voor gonorroe, trichomonas en chlamydia worden uitgevoerd op basis van urine.
Een chlamydia urinetest kun je eenvoudig zelf afnemen. Je stuurt de test daarna in de bijgeleverde envelop rechtstreeks naar het laboratorium. Binnen een week ontvang je een mail als de uitslag voor je klaar staat. Voor een betrouwbare uitslag doe je de test 3 weken na het risico contact.
Naast de E. coli worden de volgende bacteriën veel aangetroffen bij een urineweginfectie: staphylococcus saprophyticus, enterococcus faecalis, proteus mirabilis en klebsiella.
Hoe kunt u zien wanneer de kleur van uw urine op een mogelijk medisch probleem wijst? Roodachtig: Als het niet het gevolg is van voedsel, vitamines of medicatie, kan een roodachtige kleur duiden op bloed in de urine. Langeafstandslopen en zware oefeningen kunnen soms bloed in de urine veroorzaken.
Normaal gesproken is je urine helder en licht- of felgeel van kleur, maar door een onderliggende aandoening, veranderingen in je eetpatroon of medicijngebruik kan de kleur veranderen.
Troebel of schuimend
Wanneer je urine troebel is of schuimt, kan dit meerdere verklaringen hebben: Er zitten zoutkristallen of fosforzuur in je urine, maar dit kan geen kwaad. Pyurie: er zitten witte bloedcellen en pus in de urine en je hebt last van jeuk, branderigheid of pijn bij het plassen.
Leukocyten verhoogd
Wanneer de uitkomst van het bloedonderzoek hoger is dan de normaalwaarden, spreken we van een verhoogd leukocyten (leukocytose). Leukocyten spelen een belangrijke rol in ons immuunsysteem. Een stijging heeft daarom in de meeste gevallen te maken met een bacterie of parasiet.
Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie. Een hogere uitslag wijst meestal op een infectie, maar komt ook voor bij auto-immuunziekten of een ziekte van het beenmerg.
Een infectie van de urineweg ontstaat als er te veel bacteriën in uw plasbuis en blaas terechtkomen. Hierdoor raakt het slijmvlies van uw urinebuis of blaas ontstoken (we noemen dit een lage urineweg infectie).
Met behulp van een bloed- en urineonderzoek kan een arts vaststellen of er nierschade is. Heb je een vermoeden van nierschade? Raadpleeg dan een arts.
Eiwit in de voeding
Eiwit komt vooral voor in de dierlijke producten zoals vlees, vleeswaren, vis, kaas, melk en melkproducten. Daarnaast bevatten noten, vleesvervangers, peulvruchten en andere sojaproducten ook eiwit. Om niet teveel eiwit te gebruiken wordt geadviseerd deze producten te beperken.
De belangrijkste oorzaken voor erytrocyturie zijn gelegen in de nieren en urinewegen. Oorzaken van erytrocytenverlies uit de hogere urinewegen zijn bijvoorbeeld niersteenlijden, niercelcarcinoom of urotheelcelcarcinoom, bij de lagere urinewegen kan het gaan om urolithiasis, cystitis, uretritis of prostatitis.