Om de volgende redenen kun je een steekproef gebruiken: als de omvang van de populatie te groot is om alle elementen te meten. als snelheid gewenst is, waardoor niet de hele populatie onderzocht kan worden. als het te kostbaar is om een groot aantal metingen uit te voeren.
Een steekproef is een selectie uit een totale groep of populatie. In een kwantitatief onderzoek gebruik je een steekproef om data te verzamelen over een populatie, zonder de hele populatie te hoeven onderzoeken.
Een steekproef representeert de populatie. Dit betekent dat hoe groter een populatie wordt, hoe groter de steekproef wordt. Een te kleine steekproef representeert of vertegenwoordigt de populatie niet goed, waardoor er een mogelijkheid ontstaat dat de betrouwbaarheid van het onderzoek niet genoeg toereikend is.
De steekproefgrootte is van belang als je een statistisch verschil wil aantonen. Bij een te kleine steekproef zijn er geen verschillen te vinden, bij een te grote is alles statistisch significant verschillend. Je moet een optimum vinden.
Allereerst: het is niet verplicht om een steekproef te doen.
Als u de gegevens niet, niet op tijd of niet volledig verstrekt, dan kan het CBS u een bestuurlijke boete en/of een last onder dwangsom opleggen.
De mensen die deelnemen aan je onderzoek vormen de steekproef. Stel dat je inzicht wilt krijgen in de wensen en behoeften ten aanzien van een nieuw supermarktproduct. Alle mensen die boodschappen doen, vormen dan samen de populatie. Laten we zeggen: alle inwoners van heel Nederland in de leeftijd van 18 tot 65.
Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand.
Er zijn twee soorten steekproeven: de selecte en de aselecte steekproef. Een aselecte steekproef is gebaseerd op random sampling. Iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef opgenomen te worden. Aselecte steekproeven worden vaak gebruikt bij kwantitatief onderzoek.
De term steekproef is afkomstig van het Duitse Stichprobe dat werd gebruikt voor een monster uit het vloeibare metaal in een hoogoven. Ook werd het gebruikt voor een monster uit een ongeopende zak graan met een speciaal instrument dat de zak niet beschadigde.
Het aantal onderzoeksobjecten in de steekproef. Van belang voor de betrouwbaarheid van de waarnemingen in de steekproef.
Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen, bijvoorbeeld “verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud”. Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.
De RDW controleert met steekproeven of de APK keuring goed wordt uitgevoerd door de garage. De steekproef moet binnen 90 minuten na de keuring worden uitgevoerd door de RDW.
Met behulp van een doelgerichte steekproef is het gemakkelijker uw steekproef te generaliseren dan een aselecte steekproef waarbij niet alle deelnemers het kenmerk hebben dat u bestudeert. De foutmarge bij de doelgerichte steekproef is laag. Het is kosteneffectief en kan in real time aanzienlijke resultaten opleveren.
Kwalitatief onderzoek geeft diepgaande informatie van respondenten. We gaan in op achterliggende gedachten, meningen, behoeften en motivaties van de respondenten. Zo kom je veel meer te weten over de doelgroep of achterban.
Bij steekproeven gebruiken we n – 1 in de formule, omdat het gebruik van n een vertekende schatting zou geven, waarbij de spreiding wordt onderschat. De steekproefvariantie is normaal gesproken lager dan de werkelijke populatievariantie.
De steekproeffout is de fout die ontstaat doordat niet de gehele populatie wordt onderzocht maar slechts een beperkt deel (een steekproef) daarvan.
Duur van het interview / Hoe lang duurt een interview? Als basisregel geldt dat bijna elk onderwerp in een goed gestructureerd en gericht interview kan worden besproken binnen 1 - 1,5 uur tijd.
De steekproef dient een verkleinde afspiegeling te zijn van werkelijkheid (populatie).Alleen dan is er sprake van representativiteit.
WAT IS EEN STEEKPROEFEENHEID? Een steekproefeenheid is het specifieke element van een bepaalde categorie ruimten, en de ruimten zelf. Een steekproefeenheid vertegenwoordigt een aantal bijbehorende elementen.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Validiteit is de mate waarin je resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid. De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten.
Meestal wordt een waarschijnlijkheid van 95% gebruikt. Dit betekent dat, wanneer we het onderzoek 100 maal in dezelfde populatie met verschillende steekproeven zouden herhalen, 95 van de herhalingen een resultaat geven dat binnen het interval ligt. Dit noemen we een 95% betrouwbaarheidsinterval (95% BI).
Om de betrouwbaarheid van je onderzoek te bepalen beantwoord je de vraag: “Als ik hetzelfde nog een keer zo zou onderzoeken en de omstandigheden zijn niet veranderd, krijg ik dan dezelfde uitslag?” Een betrouwbaar onderzoek is dus reproduceerbaar.