De deksel houd je op de pan om de warmte in de pan te houden. Als je bijvoorbeeld water gaat koken voor de pasta kun je het beste de deksel op de pan houden. Dit is tijd én energiebesparend. Omdat de warmte in de pan blijft kun je het vuur lager zetten (als het water kookt).
Water kookt sneller wanneer je het deksel op de pan zet. Dat komt doordat de warmte in de pan gevangen blijft, waardoor het water sneller het kookpunt bereikt.
Wanneer je iets moet laten inkoken doe je dat best altijd zonder deksel. Zo krijgt de vloeistof die verdampt de kans om te verdwijnen. Wanneer je een deksel zou gebruiken condenseert die damp tegen het deksel en beland zo weer in de pot. Nog een goede tip: zet het vuur zeker niet te hoog wanneer je iets laat inkoken!
Laat bouillon nooit koken, maar heel zachtjes trekken zonder deksel op de pan. Door het borrelen van het water emulgeren de vrijgekomen vlees- en viseiwitten met het vet in het water en wordt de bouillon troebel.
Wanneer moet de deksel van de pan? Als je de deksel van de pan laat, verdampt het vocht. Op die manier kookt een saus of soep meer in en wordt deze sterker/zouter van smaak. Ben je producten aan het bakken waar vocht in zit, zoals wortels (ook wortels kan je prima bakken, wist u dat?) of aardappelen?
Als er zoveel ontstaat als er bij het kookpunt gebeurt, is dat evenveel als er ingaat via de onderkant van de pan. Het water wordt dus nooit warmer dan 100 graden Celsius. Het maakt dus wat dat betreft niet uit of je het zacht laat pruttelen of dat je het hard doorkookt.
Soms staat er in een recept "saus tot de helft inkoken". Dan probeer je dus zoveel vloeistof te laten verdampen totdat je de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid over hebt. De duur van het inkoken hangt af van de temperatuur.
Soep kan het beste afgekoeld worden zonder de deksel op de pan of afgedekt met een platte zeef zodat er geen vliegen of ander ongedierte bij kunnen.
Bij stoven maak je eten langzaam gaar in een gesloten pan in vet en nét niet kokend vocht. Omdat het zo lang duurt gaan smaken goed in elkaar over. Daarom is het bij stoven lekker om bijvoorbeeld bouillon met ui en kruiden toe te voegen.
Voor sommige bereidingen mag het vlees nog bevroren gebruikt worden (soepvlees). Een half uur voor bereiding op kamertemperatuur laten komen komt het vlees ten goede. Rundvlees is 6 tot 12 maanden diepgevroren houdbaar mits bewaart bij -18 gr.
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Stoven is het langzaam garen van vlees in een vloeistof. Je braadt het eerst aan en dan laat je het rustig verder gaar worden in een gesloten pan, op een laag tot matig vuur in bouillon, wijn, cider of bier met groenten en kruiden. De temperatuur van de vloeistof maakt een groot verschil.
De enige manier waarop de samenstelling van gekookt water verandert, is dat exact dezelfde opgeloste stoffen (mineralen) nu in een kleiner volume zitten, maar dit gebeurt ook al na één maal koken. Iedereen kan dus met een gerust hart een kopje thee zetten met water dat al één of meerdere keren heeft gekookt.”
Ok, je wil dus 1 liter water koken voor je pasta. De waterkoker doet daar ongeveer vier minuten over en dat kost 0,16 kWh, is 0,04 euro. Op het gasfornuis duurt het circa zes minuten en dat kost 0,03 kubieke meter aardgas, is 0,02 euro. Gas is dus goedkoper, maar kost meer tijd (en dat is ook weer geld).
Maar het kan ook zonder overkoken, zeer eenvoudig! Leg een houten lepel of spatel over de pan heen als het water kookt en je zult zien dat het niet overkookt. De reden dat het water niet meer overkookt is dat de belletjes barsten waar ze het hout van de lepel raken doordat het hout de wand van de belletjes breekt.
Mals rundvlees bereiden
Doe na het dicht schroeien van rundvlees een scheutje azijn, wat zoete ketjap en water erbij. De azijn zorgt ervoor dat het vlees lekker mals blijft en de ketjap geeft een heerlijk smaakje aan het vlees.
Om te sudderen dient men het vuur laag te houden zodat het net niet kookt. Men gebruikt daarbij ook wel een kookplaatje, zodat het vlees niet aanbrandt. Deksel op de pan.
Voor een heldere bouillon: De bouillon mag niet koken, voor een heldere bouillon moet de temperatuur net onder het kookpunt blijven. Door koken wordt de bouillon troebel. Tijdens het trekken van de bouillon kan een schuimlaag ontstaan.
Kookroom, crème fraîche of sojaroom zorgt voor een dikkere soep én een romige smaak. Twee vliegen in één klap! Voeg de room toe als de soep warm is en roer goed door.
Voor het maken van consommé, een heldere bouillon, komt een laagje schuim juist van pas. Dit gebeurt door het toevoegen van eiwitten. Hierin verzamelen zich alle onzuiverheden en door het afschuimen, in dit geval klaren of clarifiëren genoemd, ontstaat er dan een zeer heldere substantie.
Maizena is de meest bekende variant zetmeelbinding die met name bij sauzen en soepen wordt gebruikt. Je moet het van te voren aanmaken met een beetje koud water, anders wordt het klonterig. Dit mengsel voeg je toe aan je saus. Laat het niet te hard doorkoken, bij langzame verhitting bindt het beter.
Je kunt sauzen indikken met allerlei bindmiddelen zoals maïzena maar de beste manier om een saus te laten indikken is door ze gewoon te laten inkoken. Laat ze wat langer pruttelen op het vuur zodat het vocht verdampt en de saus vanzelf dikker wordt.