Een kachel met te veel of juist te weinig vermogen werkt niet optimaal. Het gevolg is onvolledige verbranding en dat geeft geen mooi vuur, kan rook veroorzaken, en het is slecht voor de gezondheid en het milieu. Laat minstens één keer paar jaar de schoorsteen vegen door een erkend vakman.
Vuur aansteken met aanmaakblokjes - leg onder de bovenste laag aanmaakhout, in de ruimte tussen het aanmaakhout, een of twee aanmaakblokjes. Doe dit voorzichtig zonder de stapel hout om te stoten. Steek vervolgens met een lange kaarsenaansteker de aanmaakblokjes aan. Houdt het deurtje nog even open - de kachel brandt!
Het vochtpercentage van het hout moet rond de 15% zijn. Als u met te nat hout stookt, branden de blokken niet goed en heeft de haard een onvolledige verbranding. Droog hout kunt u herkennen aan barsten, scheuren en het loslaten van de schors, maar meet het altijd voordat u begint aan het houtkachel stoken.
De bouw van het rookkanaal en de trek
Een hoge schoorsteen trekt meer. Als de trek niet voldoende is volstaat het soms om de schoorsteen hoger te maken. Een schoorsteen met een ronde inzetpijp geeft normaal gesproken een betere trek dan een met een vierkante. Het gebruik van bochtstukken in de pijp verkleint de trek.
Hou het volgende aan: een optimaal rookkanaal heeft een lengte tussen de 4 en 7 meter. Wat betreft de diameter, deze moet net zo groot zijn als de uitgang van de houtkachel. Hoe hoger het vermogen van de kachel, hoe breder de diameter van de rookgasafvoer is.
De afstand van de houtkachel tot aan de muur dient ten minste 10 cm. te zijn. Dit geldt voor de achterkant. Ten aanzien van de voorkant dient een afstand van 80 cm.
Een gemeente kan de installatie of aanwezigheid van houtkachels niet verbieden. Ook kan een gemeente geen lokale eisen stellen aan het keuren en installeren van een houtkachel. Is aan de technische eisen uit het Bbl voldaan? Dan mag een kachel geplaatst worden.
De schoorsteen trekt alleen als hij van binnen warmer is als de buitenlucht. Verwarm de schoorsteen door een stuk krantenpapier op te rollen tot een fakkel en deze in de kachel te houden totdat de trek de juiste kant op gaat. Vooral schoorstenen die langs de buitenwand lopen hebben vaak enige “opwarming” nodig.
Een afsluitklep wordt gebruikt om het rookkanaal te sluiten wanneer de haard niet aan staat of om het vuur te temperen. Vroeger werd een afsluitklep veel gebruikt omdat kachels en haarden niet goed te regelen waren. Als de open haard dan te hard brandde, werd met behulp van de afsluitklep de trek verminderd.
Tegenwoordig worden de huizen dusdanig goed geisolleerd dat er geen gaatje meer is waar de kachel lucht uit kunt trekken. Wanneer de kachel in hetzelfde vertrek staat waar ook een afzuigkap aanwezig is en de afzuigkap aanstaat kan er valse trek ontstaan, en hierdoor de trek verminderen.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden. Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geïmpregneerd is. Het verbranden van afval is in Nederland wettelijk verboden.
Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
Stook je de houthaard of houtkachel alleen als bijverwarming? Dan is één keer per jaar laten vegen meestal voldoende. Wanneer je houthaard of de houtkachel je hoofdverwarming is, dan kan het nodig zijn om het rookkanaal vaker te laten schoonmaken.
Hoeveel brandhout nodig is voor de houtkachel wordt bepaald door het rendement en de omvang van de kachel. Het rendement van een moderne houtkachel ligt boven de 70 %. De meeste fabrikanten van houtkachels hebben gewerkt aan een zo goed mogelijk rendement en zitten daarom boven de 75 % (Din + eis).
Vuur verbruikt veel zuurstof: een gesloten houtkachel heeft per uur vijftig kubieke meter lucht nodig, een open haard tot 250 kubieke meter. Zorg dus voor goede luchtaanvoer, via ventilatieroosters of een open raam.
Wanneer de houtkachel voorzien is van een externe luchttoevoer is deze niet meer afhankelijk van de ruimte waarin de kachel staat. Hierdoor wordt de stroomrichting niet omgekeerd en zal de kachel goed blijven branden. Om deze redenen is het aan te raden om een externe luchttoevoer te installeren.
Een gewoon vuur van brandhout heeft een temperatuur tussen de 750 en 800 graden Celsius. Een typisch haardvuur.
De uitmonding van de pijp moet boven de lijn van 15º vanaf de nok uitkomen. In alle gevallen moet er rekening gehouden worden met eventuele hoge gebouwen in de nabijheid. Voor hoge opjecten binnen 15 mtr van de uitmonding moet de hoek van 15º worden aangehouden.
Het overgrote deel van de houtkachels komt overeen met een kanaaluitlaatdiameter van 150 mm. De diameter van het kanaal moet overeenkomen met de uitlaatdiameter van de kachel. Het is absoluut noodzakelijk dat het kanaal niet inferieur is, maar het kan iets hoger zijn.
Trek ontstaat doordat er een verschil in dichtheid is tussen de ruimte in de schoorsteen en de ruimte daarbuiten. Door dit verschil in dichtheid ontstaat een drukverschil (ΔP), dat de drijvende kracht is van de trek. Zolang het verschil in dichtheid wordt gehandhaafd zal ook de trek blijven bestaan.
Een houtkachel gaat gemiddeld 15 jaar mee. Staat jouw kachel er al een tijdje? Check dan of deze voldoet aan de eisen van EcoDesign 2020. Want een slecht functionerende houtkachel stoot meer schadelijke stoffen uit dan wenselijk is.
Nee, een houtkachel is niet verboden en op dit moment zijn er geen plannen om het stoken van hout te verbieden. Echter worden de eisen van houtkachels wel steeds strenger. De hoofdreden hiervoor is dat uit onderzoek blijkt dat de uitstoot van schadelijke stoffen vanuit deze kachels en haarden nog te hoog ligt.
Gemeenten kunnen de aanwezigheid van houtkachels niet verbieden. Houtkachels zijn namelijk als product toegestaan op de (Europese) markt. Ook is er nauwelijks ruimte voor gemeenten om lokale regels te stellen voor het rookgaskanaal (schoorsteen), omdat het Bbl daarover al regels stelt.