In tegenstelling tot de gewone trompetboom bloeit hij niet. Wil je hem compact houden, dan moet je hem knotten. Knip elk jaar of om de 2 jaar in februari of maart alle takken tot 5 cm van de entplaats weg; 'Aurea' loopt in de lente uit met heel opvallend goudgeel blad, dat naar de zomer toe geelgroen kleurt.
Een bolcatalpa snoeien doe je in de periode januari tot eind februari, als het niet vriest. Een gewone Catalpa kun je het best snoeien in oktober of november. Snoei hem niet op het moment dat het vriest, want dan kunnen de takken scheuren.
In juni/ juli kan de boom/ struik bloeien met grote crèmewitte bloemen. Bloemen komen pas na jaren aan de struik en de struik moet ook voldoende warm staan.
Wanneer je een bolcatalpa (Catalpa bignonioides 'Nana' of Catalpa bungei') niet zou snoeien vormt hij een bolvormige kroon van wel 4 meter doorsnede. Deze lange takken zijn gevoelig voor wind, waardoor er takken kunnen uitwaaien. Dit geeft meestal grote wonden die een invalspoort kunnen vormen voor schimmels.
Verzorging. Bomen als de Catalpa Bignonioides hebben niet veel extra water nodig. In droge zomer periodes kan je wel een keer per week wat water geven om de grond vochtig te houden.
In ieder geval is het goed te weten dat de Catalpa 2 keer in het jaar gesnoeid mag worden. Alleen wanneer u snoeit en welke snoei het grootste mag zijn verschilt dan weer. Aan 1 keer snoeien kunt u overigens ook genoeg hebben. Dan ziet de Catalpa er waarschijnlijk alleen wat wilder uit in de zomer.
De Catalpa kan je het beste begin maart helemaal knotten. Met een snoeizaag haal je de takken helemaal weg tot de basis van de knot. Laat je de takken langer dan krijg je een veel dikkere knot of zelfs knotten op de knot.
Een catalpa heeft veel zonlicht nodig en een vruchtbare, goed bemeste grond. In een droge periode geef je de boom best regelmatig water. Nog leuk om te weten: de catalpa staat erom bekend muggen en vliegen op afstand te houden. Een aanrader dus als je in je tuin ongestoord wil genieten van lange zomeravonden.
Bolcatalpa snoeien
U snoeit een bolcatalpa door alle takken terug te snoeien tot net boven de entplaats, dit is de plaats op de stam waar alle takken beginnen te groeien. Knip alle takken apart af met een scherpe snoeischaar, en houdt hierbij een afstand van ongeveer vijf centimeter tot de entplaats aan.
Rigoureus de knot bijhouden ieder voorjaar zorgt ervoor dat de boom het lang kan volhouden (15 tot 20 jaar moet kunnen) echter als je steeds wat meer laat staan kruipt de knot omhoog en kan zelfs rotting in de knot ontstaan waardoor schimmels en andere gevaren een kans krijgen.
De grond is bij voorkeur kalkrijk en mag niet te nat zijn. Als deze boom op zure grond staat, kun je vanwege zijn voorkeur voor kalkhoudende grond in het voorjaar beendermeel strooien bij de voet van de stam.
De Catalpa is bladverliezend en laat in de winter het blad los om in het voorjaar weer mooi groen uit te lopen. De boom groeit zo'n 20 cm per jaar en kan tot 15 meter hoog groeien.
Het planten/verplanten van catalpa,s kun je het beste in het najaar/voorjaar doen. Nooit doen in vorstperiode,aangezien de plant hierdoor een flinke klap krijgt,die hij vaak niet overleeft.
Ze groeien zeer snel en zijn uitstekend geschikt om te leiden.
U snijdt lange scheuten van ongeveer tien centimeter van de boom. Snijd zo schuin mogelijk de scheuten af, zodat het voor de nog wortelloze stek gemakkelijker is om water op te nemen. Verwijder alle bladeren behalve het bovenste paar. Dompel de stekken door wat stekpoeder en zet ze vervolgens in een pot met potgrond.
Knip niet te dicht op de stam maar houd steeds vijf centimeter afstand van de entplaats (de plaats op de stam vanwaar de takken starten met groeien), anders heb je de kans dat de boom niet meer uitloopt. Na het snoeien ziet de boom er een beetje uit als een knotwilg.
Bolbomen die vanuit de ent boven aan de stam lange twijgen vormen, worden jaarlijks, of om de twee à drie jaar flink gesnoeid (geknot). Hoe minder vaak je snoeit, des te groter de kroon wordt. Verwijder de takken tot op enkele centimeters van de stam. Zorg ervoor dat je de entplaats (knot) hierbij niet beschadigt.
Snoeien kan het beste na de winter in maart of april. Het wordt niet aangeraden om in het najaar te snoeien. Vanaf april loopt de Olea Europaea weer mooi uit, waardoor je niet lang met een grondig gesnoeide olijfboom zit. Daarnaast is de boom na de winter kaal, waardoor je goed kunt zien wat je doet.
Bij een bolacacia (Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera') snoei je de kroon ieder jaar, omdat de takken anders snel breken. Snoei een bolacacia pas rond het begin van het voorjaar, eind februari of begin maart, mits het niet vriest. Een bolcatalpa snoei je elk jaar of om het jaar terug.
Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
Een conifeer snoeien is alleen nodig wanneer de conifeer te hoog is geworden en/of veel jonge scheuten vormt. Coniferen groeien ongeveer 30 cm per jaar en dienen 1 tot 2 keer per jaar gesnoeid te worden. Door dit te doen, behouden coniferen een mooie vorm en worden ze niet te breed.
Snoei bij voorkeur in maart. De hibiscus bloeit op eenjarig hout, dus op de jonge takken die zich in hetzelfde groeiseizoen ontwikkeld hebben. Is de plant alleen wat te breed of te hoog geworden, dan kunnen de jonge takken, het gedeelte dat het vorige jaar aangegroeid is, eraf geknipt worden.
Het basisprincipe is bij de meeste rozen hetzelfde. Haal eerst de aarde tussen de takken weg en maak de grond weer glad. Dood hout en takken die naar binnen wijzen moeten helemaal worden weggesnoeid. Houd een aantal stevige takken over die goed verdeeld zijn en snoei ze tot op drie à vijf ogen vanaf de grond.