Beschermgassen zijn nodig om tijdens het lassen het smeltbad, het toevoegmateriaal en de electrode te beschermen tegen de invloeden van de omringende lucht. Met de electrode wordt verstaan het toevoegmateriaal bij het MIG/ MAG lassen of de wolfram-electrode bij het TIG lassen.
Het doel van het gebruik van lasgas / beschermgas
Bescherming van het smeltbad tijdens het lassen tegen invloeden van buitenaf (bijv. oxidatie door zuurstof uit de lucht) Verhogen van de vlamboogenergie om een diepere inbranding en/of hogere lassnelheid te bereiken.
Er zijn verschillende redenen voor het gebruik van gassen tijdens het lassen. De meest voor de hand liggende reden is het beschermen van het smeltbad. Maar er is meer dan dat. Het gebruikte gas heeft invloed op de laskwaliteit, de stroomoverdracht, de druppelovergang en niet te vergeten de lassnelheid.
Het gevolg is dat argon een stabielere lasboog geeft en een goede gasbescherming, waardoor het gasgebruik relatief laag is. Omdat helium een lagere soortelijke massa heeft dan argon is het noodzakelijk een grotere hoeveelheid beschermgas te gebruiken.
TIG-beschermgas
Het meest gebruikte beschermgas bij TIG-lassen is argon (l1). De zuiverheidsgraad moet minstens 99,95 % bedragen. Bij metalen met een zeer goed warmtegeleidingsvermogen, zoals aluminium of koper, wordt echter ook helium (l2) gebruikt. Bij het gebruik van helium als beschermgas wordt de vlamboog warmer.
Maar omdat de werkwijze van het lassen hetzelfde is, ongeacht het gas dat je gebruikt, wordt MIG/MAG lassen als 1 lastechniek gezien. Maar MIG/MAG lassen is ook mogelijk zonder gasfles, als je kiest voor gasgevulde lasdraad.
MIG lassen maakt gebruik van een inert gas zoals argon in zuivere vorm of een menggas van argon en helium . MAG lassen gebruikt een actief gas, vaak een mengsel van inerte en actieve gassen. Bijvoorbeeld een menggas van argon met zuurstof en/of koolstofdioxide.
MAG-lassen van ongelegeerde en laag-gelegeerde staalsoorten: Voor het MAG-lassen van staal kan men 100 % CO2 gebruiken of een gasmengsel dat bestaat uit argon met 8 tot 25% CO2. Dit menggas reageert met de las en is daarom een actief gas door zijn oxiderende componenten (= metal active gas).
Dit heet dan MAG-lassen (Metal Active Gas). Het gas bestaat dan uit 80-85% argon en 15-20% koolzuur. Wanneer we alleen argon gebruiken, dan heet het MIG-lassen (Metal Inert Gas). Het menggas zit met een druk van maximaal 200 bar als gas in de fles.
Staal – gebruik een menggas, meest voorkomende 85% Argon en 15% Co2. RVS – gebruik ook een menggas, maar met 98% argon en 2% Co2.
TIG lassen
TIG staat voor Tungsten Inert Gas: tungsten is de Engelse benaming van wolfraam en inert gas is het type gas dat je gebruikt. Als je toevoegmateriaal gebruikt, heb je constant 2 handen nodig tijdens TIG lassen, waardoor het beschouwd wordt als de moeilijkste lastechniek.
Volgens de berekening zou ik aan een stuk met 5 liter p/m zo'n 400min aan 1 stuk moeten kunnen lassen met 1 fles. (10liter * 200 bar / 5). - Kemppi open gemaakt en gekeken hoe dat gas erdoorheen loopt, maar dat is niets meer dan een kort slangetje waar volgens mij niet veel mis kan zijn.
N.B. U kunt NIET TIG-lassen met Menggas en MIG/MAG-lassen met 100% Argon gaat ook niet!
Roestvaststaal wordt meestal gelast met smeltlassen onder de bescherming van gas. De processen zijn dan TIG en MIG/MAG. Roestvaststaal wordt overwegend gelast met gelijkstroom. De volgende zaken dient de lasser bij het lassen van roestvaststaal goed in acht te nemen.
Het enige verschil tussen deze lastechnieken is het type beschermgas dat wordt gebruikt. Bij MIG-lassen wordt bijvoorbeeld argon of mengsels van argon met waterstofgas en helium gebruikt als inert gas. Bij MAG-lassen wordt een een actief gas gebruikt, zoals koolstofdioxide (CO₂).
De lasboog bereikt temperaturen van 14.000 °C en de temperatuur van het smeltbad kan oplopen tot 6.000 à 7.000 graden, maar doordat de elektrode negatief is en door de koelende werking van het langsstromende beschermgas, wordt de elektrode veel minder heet dan het werkstuk.
Een geschikt MIG/MAG-lasapparaat kopen
Bij een proplas maken we eerst een gaatje van 5 à 6 mm in één van de twee plaatdelen. Vervolgens klemmen we de plaatdelen op elkaar en lassen we het gaatje weer dicht. Op die manier maken we een las die veel lijkt op een puntlas.
De vuistregel is: per millimeter staal heb je een vermogen van 40 ampère nodig. Dus om een plaat van 10 millimeter staal te lassen, moet het lasapparaat een amperage van 400 kunnen halen.
Het is een gasgloze MIG staal lasdraad conform AWS E71T-GS. De lasdraad is gevuld met fluxpoeder, wat verbrand tijdens het lassen. Hierdoor ontstaat er beschermgas, waardoor het gebruik van gas niet meer nodig is en u zonder gasfles overal kan lassen.
MAG lassen is met name geschikt voor deze staalsoorten. Als het gaat om roestvast staal (RVS) of laaggelegeerd staal met dunne plaatdiktes dan is ook TIG lassen geschikt. MIG lassen wordt ook veelvuldig toegepast op RVS.
Als vuistregel geldt dat bij argon als beschermgas en de meest gebruikte wolfraamelektrodediameters van 1 tot 4 mm, er elke minuut 5 tot 10 liter beschermgas moet worden toegevoegd.
Bij RVS lassen worden gassen op basis van argon, gemengd met CO2 toegepast. Het grote voordeel van dit lasproces is de hoge lassnelheid. Daarnaast biedt deze techniek een goede oxidatiebescherming en is het toepasbaar in vrijwel alle lasposities.
TIG lassen wordt bijna altijd gedaan met argon gas, omdat dit het goedkoopste gas is. Maar je kunt ook ook andere edelgassen, zoals helium, gebruiken. Daarnaast moet er een wolfraam elektrode in de lastoorts komen, om de vlamboog mee af te steken.
Welke lastechniek je gebruikt om staal te lassen, is helemaal aan jou. Zowel met elektrode lassen, TIG lassen en MIG/MAG lassen maak je stevige lasverbindingen. Voor het lassen van staal heb je geen wisselstroom, maar gelijkstroom nodig.