De toename van het aantal zwaarlijvigen heeft niet één specifieke oorzaak, weet obesitaschirurg Simon Nienhuijs van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. "Het komt door een gebrek aan beweging, goede voeding en genetische aanleg. Dat is steeds minder goed in verhouding."
De meest voor de hand liggende oorzaak van een toename van het lichaamsgewicht is te veel eten. Dit kan te maken hebben met een eetstoornis, maar meestal is het gewoon een kwestie van discipline. Te weinig lichaamsbeweging is een andere oorzaak voor te zwaar worden.
Sommige ziektes, zoals een langzaam werkende schildklier of het syndroom van Cushing, kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van overgewicht. Soms ontstaat obesitas door een foutje in een gen. Of is obesitas een kenmerk van een erfelijke ziekte, zoals van het Prader-Willi syndroom of het Bardet-Biedl syndroom.
Nee, je kunt niet zwaarder worden als je minder eet dan je nodig hebt. Als je minder energie via eten en drinken binnenkrijgt dan je verbruikt, val je in principe af.
Heel veel mensen kennen het, je staat 's ochtends op de weegschaal en je bent ineens 1-2 kilo zwaarder dan de dag ervoor. Een plotselinge stijging van het gewicht is zeker niet gek, maar het wordt niet veroorzaakt door een enorme stijging in vetmassa of spiermassa. Maar waardoor komt dit dan wel? en darminhoud.
Sinds jaar en dag geldt de BMI (Body Mass Index) als dé maatstaf die bepaalt of je te zwaar of te licht bent. Is je BMI minder dan 18, dan heb je ondergewicht, is hij groter dan 25, dan heb je overgewicht. En wie een BMI van meer dan 30 heeft, is obees.
Naast gewichtsverlies kan er ook gewichtstoename optreden bij kanker. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij de behandeling van borstkanker. Deze vorm van gewichtstoename laat vaak een toename van de vetmassa zien en een afname van de spiermassa, waardoor de conditie wederom achteruitgaat.
Kenmerkend voor gewichtstoename bij kanker is dat de lichaamssamenstelling verandert: de vetmassa neemt toe, terwijl de spiermassa afneemt. Hierdoor verslechtert de spierkracht en conditie van patiënten.
Door te snel afvallen belast je je lijf en kun je tekorten aan voedingsstoffen oplopen. Je kunt tot 3 kilo per week verliezen door koolhydraatarm te eten. Vervang pasta, rijst, brood en producten met suiker door gezonde koolhydraatarme voeding: groente, fruit, noten, eieren, zuivel, vis en mager onbewerkt vlees.
Cardio oefeningen, zoals wandelen, joggen, fietsen of zwemmen, helpen bij het verbranden van calorieën en het verminderen van buikvet. Daarnaast kan krachttraining, zoals gewichtheffen of weerstandstraining, helpen bij het opbouwen van spieren en het versnellen van je stofwisseling.
Cortisol en buikvet
Dat wordt beïnvloed door je voeding en type training, maar ook door je hormonen. Cortisol, het antistresshormoon, wordt geassocieerd met het vet op de buik. Als dit hormoon in hoge mate aanwezig in het lichaam, worden alle vetreserves verbrand voor die rond de buik wordt aangesproken.
Mensen met overgewicht lopen meer risico op gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2 (suikerziekte), hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, galstenen, verminderde slaapkwaliteit en slaapapneu, rug- en gewrichtsklachten en bepaalde soorten kanker.
Als je toch 5 kilo af wilt afvallen in een week, kun je het beste een caloriearm dieet volgen waarbij je als vrouw niet meer dan 1100 en mannen 1500 calorieën per dag binnen krijgt. Ook is het mogelijk om een sportvastenkuur of ketodieet te volgen van maximaal 10 dagen.
Zeker niet als je het een tijd vol moet houden omdat je 10 kg wil afvallen. Een gezond en verantwoord tempo is een halve tot één kilo per week afvallen. Met 10 kilo afvallen ben je dus 10 tot 20 weken bezig.
Zorg voor voldoende beweging op matige tot hoge intensiteit. Cardiotraining blijkt visceraal vet te verminderen. Met dagelijks een stevige wandeling kun je je buikvet al doen afnemen. Of boek eens een proeflesje van een cardiotraining, zoals High Intensity Interval Training (HIIT), bij je plaatselijke sportschool.
Longkanker is een weinig hoopvolle ziekte. Veruit de dodelijkste kankersoort die er is. Zij eist meer levens dan borstkanker, ook als het alleen om de vrouwelijke slachtoffers gaat.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Mensen met kanker kunnen in korte tijd veel afvallen: tot wel tien kilo in een paar weken. Deze sterke vermagering wordt cachexie genoemd. Simpelweg meer eten helpt niet om weer op gewicht te komen, en is geen andere behandeling om het gewichtsverlies tegen te gaan.
Zo geeft obesitas een grotere kans op diabetes, een verhoogd cholesterolgehalte en een verhoogde bloeddruk. Die factoren vergroten het risico op hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of een beroerte. Ook is er sprake van een verhoogd risico op het krijgen van sommige vormen van kanker.
Conclusie. Door weinig te eten verlies je gewicht en daalt je ruststofwisseling. Voor het grootste deel komt dat door gewichtsverlies en een veranderde lichaamssamenstelling. Voor een klein deel kan het toegeschreven worden aan de spaarstand.