De Industriële Revolutie begint in Groot-Britannië en heeft twee oorzaken: Nieuwe uitvindingen. Er kwamen nieuwe uitvindingen op de markt zoals de Spinning Jenny in 1764 (zie afbeelding) en de verbeterde stoommachine (1784). De nieuwe uitvindingen maakte handwerk overbodig.
Door de uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw komen er steeds meer machines en fabrieken. Zo kan er goedkoper en sneller geproduceerd worden. De industriële revolutie is begonnen.
In het gedeelte wat nu België is, waren meer fabrieken. In 1830 werd België onafhankelijk van Nederland en ontstonden er twee aparte landen.Nederland ging verder met de landbouw en in België kwamen steeds meer fabrieken. Daardoor startte de industriële revolutie in België eerder dan in Nederland.
De sociale kwestie in Nederland (1870-1918) is het sociale vraagstuk over de slechte leef –en werkomstandigheden van arbeiders. De sociale kwestie was een gevolg van de industriële revolutie en leidde tot de eerste vormen van sociale wetgeving, nu kenmerkend voor onze verzorgingsstaat.
duidelijke stijging in het aantal besmettingen dan dat er voorheen waren. besmettelijke ziektes. Neem bijvoorbeeld cholera, de pest, dysenterie,malaria, pokken en tuberculose.
Ziekten als pokken, tyfus en tuberculose hadden ernstige gevolgen, en de gevolgen werden steeds ernstiger op de steeds drukkere straten van Groot-Brittannië.
Vooral op het platteland waren ze gezonder en bereikten men een hogere leeftijd. Toch was de levensverwachting niet erg hoog. In de stad werd men gemiddeld 17 jaar maar op het platteland was dat al 38 jaar. Tussen 1750 en 1850 nam de bevolking in Engeland enorm toe.
In Nederland kwam de industriële revolutie pas laat op gang, ruim honderd jaar na die in Engeland. Die late industrialisatie van Nederland wordt vooral verklaard door: De dominantie van handel in onze nationale economie.De brede toepassing van wind- en watermolens als alternatieve bronnen van gemechaniseerde arbeid.
In de loop van de negentiende eeuw kwamen er zodoende steeds meer fabrieken met stoommachines in Nederland. De arbeiders die in de fabrieken werkten moesten lange dagen maken voor weinig loon.Het was te weinig geld om vrouw en de kinderen van te onderhouden.
De fabriek uit, de school in. Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten en daarom willen fabriekseigenaren hen graag als personeel. Naarmate het aantal fabrieken toeneemt, groeit ook het verzet tegen kinderarbeid. In 1874 verbiedt het Kinderwetje van Van Houten arbeid van kinderen tot twaalf jaar.
Hoewel beide landen tot de welvarendste ter wereld behoren, is Nederland over het algemeen iets rijker dan België. Volgens gegevens van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank heeft Nederland een hoger bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking dan België.
Het fabrieksmatig produceren had tot gevolg dat de huisnijverheid geleidelijk aan verdween. Het werk in de fabriek was vaak eentonig en geestdodend en de lonen waren laag. In de fabrieken werden ook vrouwen en kinderen op grote schaal in dienst genomen.
Extreme armoede in 19e eeuw
Het probleem was groot in de negentiende eeuw. H.W. Lintsen en CBS-onderzoeker J. P. Smits en anderen hebben eens berekend dat rond 1850 in ons land 650 duizend Nederlanders, 21 procent van de bevolking, in extreme armoede leefden en afhankelijk waren van bedeling.
In de industriële samenleving was veel migratie van platteland naar stad. Door toepassing van landbouwmachines en andere verbeteringen ging de landbouw met steeds minder mensen steeds meer voedsel produceren. In de 20e eeuw ging Nederland ook steeds meer voedsel importeren, in plaats van eigen productie.
Zij moesten lange dagen werken en kregen heel weinig geld voor dit werk. De bazen van de fabriek vonden de kinderen wel handig. Omdat de kinderen klein waren konden ze gemakkelijk overal bij. De kinderen konden zo gevaarlijke en moeilijke klusjes doen.
De groei van industrieën, stedelijke ruimte, sloppenwijken en de moderne vorm van bestuur was een sociaal gevolg van deze ontwikkelingen. Als gevolg hiervan veroorzaakte de industriële revolutie significante veranderingen in de maatschappij, en dus groeide ook de behoefte om het te begrijpen en leidde tot de opkomst van de sociologie.
Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
Vooral weeskinderen waren de klos. Vaak werden ze uitbesteed aan de ambachten of kleine fabrieken, zogenaamd om een vak te leren. Vaak waren het voor de werkgevers vrijwel gratis arbeidskrachten. Hoewel de revolutie in Nederland nog moest beginnen, staken de 1e protesten tegen kinderarbeid al de kop op.
Hij wilde een algemeen verbod omdat hij vond dat kinderarbeid een vorm van concurrentievervalsing was richting de lonen van volwassen arbeiders. ' Samuel van Houten werd in 1837 geboren in een zaagmolen aan het Damsterdiep, net buiten de Stad.
Industrialisatie. De Industriële Revolutie begint in Groot-Britannië en heeft twee oorzaken: Nieuwe uitvindingen. Er kwamen nieuwe uitvindingen op de markt zoals de Spinning Jenny in 1764 (zie afbeelding) en de verbeterde stoommachine (1784).
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was in de 17e eeuw een van de machtigste en rijkste landen ter wereld. We noemden deze periode de 'gouden eeuw' omdat het erg goed ging met Nederland. Het waren welvarende tijden en dat was vooral te danken aan de scheepvaart.
Door gebruik te maken van een gunstige agrarische basis, boekten de Nederlanders in de vijftiende en zestiende eeuw successen in de visserij en de handel op de Oostzee en de Noordzee. In de zeventiende eeuw stichtten ze een uitgestrekt maritiem rijk.
De Industriële Revolutie had ook invloed op het voedingspatroon van mensen. Er kwamen namelijk fabrieksproducten, zoals margarine, macaroni en gelatine. Ook ontdekte de Franse kok Nicolas Appert de conserveringstechniek, waardoor eten bewaard kan worden.
Over het geheel genomen zorgden de combinatie van beperkte toegang tot uitvindingen, een kleinere beroepsbevolking, een agrarische focus in de economie en de uitdagingen van het politieke establishment ervoor dat de industrialisatie in de VS vertraagde in vergelijking met die in Groot-Brittannië.
In het kort
In de negentiende eeuw groeit de industrie hard in Nederland. Fabriekseigenaren maken gebruik van kinderarbeid omdat kinderen weinig kosten. Arme ouders laten hun kinderen werken om rond te komen. Het verzet tegen kinderarbeid groeit vanwege de slechte werkomstandigheden.