In de Gouden eeuw zorgen schepen van de West Indische Compagnie voor ongekende rijkdom in de Nederlanden en de kooplieden verdienen geld als water met onder andere de handel in slaven. Hiervoor betalen honderdduizenden tot slaaf gemaakten een hoge prijs met hun leven en met hun vrijheid.
De WIC verdiende geld met: Goederenhandel (onder meer textiel, geweren, buskruit, alcohol, ijzeren staven, goud, ivoor, suiker, koffie en cacao) Kaapvaart (wettelijk toegestane piraterij) Slavenhandel (mensen kopen in Afrika en verkopen in West-Indië)
Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies.
De slavenhandel van de WIC was een zogenaamde driehoekshandel. De schepen voeren met handelswaar naar Afrika, kochten daar slaven en voeren vanuit Zuid-Amerika en het Caribische gebied met goederen, meestal suiker, weer naar Nederland.
Het bestuur was verdeeld over vijf kamers, namelijk Amsterdam, Zeeland, Maze, Het Noorderkwartier en Stad en Lande (Groningen en Friesland). Het hoogste bestuurscollege waren de Heren Negentien. Zij werden gekozen uit de grootste aandeelhouders en kwamen twee of drie keer per jaar bijeen.
Nederland. In totaal werden in de periode van de Nederlandse slavenhandel over de gehele wereld 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaafgemaakten verscheept en verkocht. Hiervan werden er circa 600.000 door Nederlanders verhandeld. De West-Indische Compagnie (WIC) verscheepte ongeveer de helft daarvan.
Hoe kwam het dat de VOC zo succesvol was? Antwoord: Omdat de VOC een monopolie had op de handel met Aziatische landen. Verder had het bevoegdheden die normaal alleen landen hadden, zoals het sluiten van handelsverdragen, het voeren van oorlog en het besturen van overzeese gebieden.
In 7 jaar wist de WIC een groot deel van de Braziliaanse kust te veroveren. Ze kwamen echter ook tot de conclusie dat ze arbeidskrachten nodig hadden om op de plantages te werken. Vanuit de Nederlanders wilden er weinig werken op de plantages. Het was er veel te warm en het was veel te zwaar werk.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
De belangrijkste handelsproducten van de oude WIC waren zout, suiker, bevervellen, tabak, goud, koper en slaven. De eerste West-Indische Compagnie voerde een lange doodstrijd; haar einde in 1674 was pijnloos.
Een groot aantal slaven werd door de VOC gekocht tijdens expedities naar Madagaskar en Mozambique om slaven van de daar heersende koning te kopen. Tegen 1770 was de meerderheid van de slaven in de Kaapkolonie daar geboren. Al vanaf 1616 probeerde de VOC slaven van Madagaskar te halen.
Nederland heeft meegedaan aan de slavernij. De Nederlandse WIC heeft veel slaven gekocht in Afrika en verkocht in Zuid-Amerika. Dit waren ongeveer 500.000 slaven in totaal. In die tijd was het normaal om in slaven te handelen.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was in de 17de en 18de eeuw het grootste handels-en scheepvaartbedrijf ter wereld. Met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, zo'n dertig kantoren in Azië en zes vestigingen in de Republiek met elk hun eigen kantoren, pakhuizen en scheepswerven.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
WIC: West-Indische Compagnie = een handelsbedrijf was actief in West-Afrika en Amerika van 1621 tot 1734 leverden een belangrijke bijdrage aan de bloei van de Nederlandse economie. VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dit handelsbedrijf was actief in Azië van 1602 tot 1799.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Naast het alleen recht om handel te drijven in Azië mocht de VOC nog veel meer van de Staten Generaal. De VOC mocht forten bouwen, overeenkomsten sluiten met de vorsten en oorlog voeren. Dit mochten zij in het hele gebied vanaf Kaap de Goede Hoop tot aan de straat van Magellaan.
In 1525 werden de eerste slaven vanuit Afrika naar het Amerikaanse continent getransporteerd. Zij zouden het begin zijn van een lang proces, dat bijna drie eeuwen duurde en waarin ongeveer 12,5 miljoen Afrikanen per schip over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om op de Amerikaanse plantages te werken.
De compagnie dreef handel met verschillende Aziatische landen, zoals het latere Nederlands-Indië (Indonesië), de kaapkolonie (Zuid-Afrika), Ceylon (Sri-Lanka) en Japan. Ze verhandelde producten zoals specerijen, koffie, textiel en porselein. Elk jaar voer er twee of drie keer een vloot uit de Republiek naar Azië.
Met de oprichting van de VOC kon Nederland de strijd aangaan met de Engelsen en de Portugezen. Dankzij de monopolie (alleenrecht dat alleen de VOC in naam van de Republiek overzees mocht handelen met andere landen) die de VOC van de Staten-Generaal kreeg, kon de VOC veel winst gaan maken.
De schepen van de VOC
Voor de VOC-reizen van en naar Indië werden 'spiegelretourschepen' gebruikt: driemast-zeilschepen van zo'n 40 meter lang en 10 meter breed. Een enkele reis duurde 8 maanden, een 'retour' soms wel 2 jaar.