Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
De hoeveelheid bijbemesting is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die u al heeft gegeven. In de periode van opkomst tot een vol gewas heeft aardappel in totaal circa 150 kg/ha N nodig.
Bijna 5 x zoveel oogst
Die mix geeft aardappels exact wat ze nodig hebben: voeding, vocht en een luchtige grond die goed afwatert.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Wikke (Vicia sativa). Bedekt de grond niet helemaal goed (wieden), bevriest gemakkelijk en levert een goede hoeveelheid stikstof. Ze kan tot eind augustus worden gezaaid en is dus wel heel interessant na de oogst van bijvoorbeeld aardappelen, uien, etc.
Patentkali is de aangewezen kalibron voor uw groentegewassen, aardappelen en fruitbomen. De korrelmeststof bevat een hoog kaliumgehalte en magnesium. Kalium is een onmisbaar voedingselement dat zorgt voor stevigheid en een goed transport van water en voedingstoffen in de plant.
Ook patentkali strooi je voor het planten (ongeveer 45g/m²). Let wel op met stikstof. Dat doet het loof te weelderig groeien en de kans op aardappelziekte neemt toe.
In de fruit-, aardappel- en wijnteelt wordt lavameel men al met succes toegepast tegen meeldauw of andere zwamziekten. Krijgen we bijv. met luizen of rupsen te maken, dan kunnen we ingrijpen door met Lava+ te bestuiven. Lava+ werkt zeer effectief tegen bladluizen (het fijne poeder verstikt ze).
Pokon Kalium zorgt voor stevigheid van de plant en verhoogt de weerstand tegen ziektes, plagen en droogte. Bovendien zorg kalium ervoor dat de planten beter winterhard worden. Omdat deze meststof extra magnesium bevat krijgen de planten ook nog een mooie diep groene kleur.
Net als ander dierlijke meststoffen, bevatten koe- en paardenmest veel micro-organismen. Door hiermee de bodem te mulchen, ga je het bodemleven verrijken en stimuleren. Meer bodemleven betekent meer voedingsstoffen die vrij komen voor de planten en meer CO2 die uit de lucht wordt gebonden. Allemaal zeer positief dus!
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Groenten die veel kalk nodig hebben (1-1,5 kg/10 m²): Bladgroenten, zoals: sla, spinazie, selder, veldsla, peterselie, prei … Koolgewassen, zoals: witte kool, rode kool, bloemkool, spuitkool, savooikool …
Kippenmestkorrels bevat de volgende NPK verhouding: 4-3-3, oftewel: 4% Stikstof (N), 3% Fosfaat (P) en 3% Kalium (K). Dus het bevat meer stikstof en meer fosfaat dan koemest en iets minder Kalium. De prijs van kippenmestkorrels is ook lager dan die van koemest. Dus u krijgt meer voedingswaarde voor een lagere prijs!
Die bevat niet alleen voeding, maar ook extra stikstof (goed tegen onkruid), magnesium (voor de groene kleur) fosfor (voor de groei) en kalium (tegen ziektes). Koemest is dus zeker niet slecht, maar gazonmest is net even iets beter.
Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer). In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur.
Voor het eerste teeltdoel zijn Japanse haver en gele mosterd de aangewezen groenbemesters. Engels- en Italiaans raaigras kunnen ook als groenbemester worden toegepast voor het vastleggen van organische stof. Houd bij deze grassen wel rekening met de volgvrucht.
niet-vlinderbloemigen zoals grassen, rogge, bladrammenas, gele mosterd en phacelia worden gebruikt als groenbemester omdat ze het organische stofgehalte in de bodem sterk verhogen. grassen hebben een sterk ontwikkeld wortelstelsel.
Je kunt de groenbemesters inwerken in de grond wanneer ze hun werk gedaan hebben. Maar je kunt ze ook het ook terug maaien en gebruiken als mulch om je bodem te bedekken.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
Het duurt ongeveer 4 weken voor de aardappelen boven de grond komen (afhankelijk van het weer). En zo ziet dat er dan uit. Niet erg mooi. Maar wel heel handig.