Ziekten, epidemieën, slechte hygiëne en de vele oorlogen waren ongetwijfeld de grote boosdoeners en maakten van de dood een bijna dagelijkse gezel van de middeleeuwse mens. Stervensbegeleiding en de daarmee gepaard gaande doodsrituelen vormen een tweede thema.
Ze werden thuis in een kist of op een brancard gelegd en dan naar hun laatste rustplaats getransporteerd. Tijdens middeleeuwse epidemieën werd de praal van dergelijke religieuze begrafenisrituelen overbodig. De dood was een alomtegenwoordig gegeven geworden.
Door ziekte en aftakeling was de gemiddelde leeftijd in de middeleeuwen extreem laag. Door opgravingen op middeleeuwse begraafplaatsen en botanalyses is vastgesteld dat de gemiddelde levensduur in grote delen van Europa 30 tot 35 jaar was. Nu is dat in West-Europa 79 jaar voor mannen en 84 voor vrouwen.
Er waren geen winkels, maar er kwamen kooplieden langs om spullen te verkopen. Als we het over de middeleeuwen hebben, dan hebben we het vaak over de periode tussen het jaar 500 en het jaar 1500. In deze tijd waren er veel arme boeren, maar ook ridders, jonkvrouwen en landheren. Het leven zag er heel anders uit dan nu.
Demografische ontwikkeling. De Europese bevolking, die bij het begin van de jaartelling ongeveer 70 miljoen zielen telde (ter vergelijking: China 60 miljoen), nam in de vroege middeleeuwen af tot 20 à 30 miljoen.
Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht. Geestelijken gaven de bevolking hoop en troost in zware tijd, ook beloofden ze voor mensen te bidden.
Een kind werd beschouwd als een kleine volwassene en het kind werd ook zo behandeld. Ze werden gezien als extra handen die konden bijdragen aan de arbeid die nodig was om het gezin in leven te houden. Ze begonnen actief mee te doen in activiteiten zoals jagen, landbouw en opvoeding zodra ze competent genoeg waren.
Er ontstaat een nieuw belangrijk gebied in de Vroege Middeleeuwen: Holland. In 1250 is het graafschap qua omvang af. De Hollandse Graven krijgen steeds meer macht. In Noord-Holland zijn de Friezen verjaagd.
Hoe moet een ridder eigenlijk poepen? Als hij zijn harnas draagt? Er zit maar één ding op: alles moet uit.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Men gebruikte er linnen, wol en leer voor, natuurlijke materialen die in de loop der tijd gemakkelijk vergingen en geen sporen achterlieten. Zij spinden zelf het garen en weefden de stoffen waarvan zij hun kleding maakten. Ook werd vilt gemaakt bijvoorbeeld voor hoeden en winterkleding.
Gedurende de vroege en hoge Middeleeuwen in Europa (van circa 950 tot 1300) worden de weinige lichamen die met het gezicht naar beneden zijn begraven, doorgaans in het midden van het plaatselijke kerkhof of zelfs binnen in de kerk aangetroffen.
De overgebleven beenderen en de as werden verzameld en in een urna bijgezet in een, vaak collectief, soms individueel grafmonument. Nadien werd de overledene herdacht in een feestmaal en in de hogere kringen was het gebruikelijk rauw vlees uit te delen, publieke maaltijden of zelfs spelen te organiseren.
Over het algemeen cremeren de Romeinen hun doden. Voor een crematie wordt een vierkante brandstapel gebouwd in de vorm van een altaar. De asresten worden daarna in een urn begraven. Dat kan een stenen askist zijn, maar ook een simpel gebruiksvoorwerp, zoals een stenen pot.
En uit mutaties blijkt dat steentijdmensen pas rond hun 30e kinderen kregen. In Nederland zijn vrouwen gemiddeld 30,1 jaar bij hun eerste kind, in België 29,2. Op een duizenden jaren oude grotschildering lijkt een zwangere vrouw afgebeeld.
Middeleeuwse families en gezinnen. grote gezinnen en bedroeg dat gemiddelde 4,2. Er waren dus meerdere modellen.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
De eerste stand was de clerus. Deze bestond uit geestelijken. De eerste stand had veel voorrechten. Zo mochten ze onder meer belastingen heffen, hoefden ze geen belastingen te betalen, geen krijgsdienst te verrichten en had ze een eigen rechtbank.
De leenmannen, ook wel vazallen genoemd, zwoeren trouw aan hun leenheer, in ruil voor het land dat zij mochten beheren gaven ze de koning goede raad en hielpen hem als er oorlog was. Zij haalden belasting op binnen hun gebied, een deel hielden ze zelf, een deel was voor hun leenheer.
Vrije boeren bleven op het landgoed van de landheer wonen. Zij pachtten de grond en de boerderij. Ze betaalden met geld of met een deel van de oogst. Echt vrij waren ze dus niet.
Middeleeuws menu: hutspot, klont en pap
De mensen kookten boven open vuur in bijvoorbeeld een ketel. Dat deden ze tot de uitvinding van de kachel (rond 1600). Veel recepten voor die tijd zijn daarom eenpansgerechten als hutspot, potspijs, brij en pap. Met name pap en 'klont' waren dagelijkse kost in elk huishouden.
Rijke en in de stad levende mensen hadden in de Middeleeuwen een grotere kans op loodvergiftiging. Tegenwoordig heeft rijkdom doorgaans een goede invloed op de gezondheid. Dankzij een goedgevulde portemonnee kun je sporten, gezond voedsel kopen en gaan wonen in een buurt met veel groen en weinig verkeer.
Veel bier in middeleeuwen ook voor kinderen met alcohol
Zo dronken middeleeuwers per jaar ongeveer 300 liter bier wat overigens minder alcohol bevatte dan het tegenwoordige bier. In de middeleeuwen was het ook heel gewoon dat kinderen bier dronken.