Gaspitjes op kookplaten in vouwwagens, caravans en campers zijn op enkele millimeters afstand van de brander voorzien van een klein koperen pennetje. Dat pennetje is de 'voeler' van de thermo-elektrische vlambeveiliging, oftewel het thermokoppel, en voorkomt gasuitstroom zonder vlam.
Het thermokoppel zorgt ervoor dat, als er warmte geregistreerd wordt door de sensor, de gasklep open blijft. Mocht de vlam doven (en er dus gas ontsnappen zonder te verbranden) dan zal het thermokoppel de gasklep automatisch afsluiten.
Tijdens de opwarming ontstaat zo een elektrische spanning die, voor een huiselijk gasverbruik, rond de dertig millivolt (30 mV) ligt tussen de twee draden. De kraan is uitgerust met een magnetisch gevoelige metalen plaat en een magnetische spoel die verbonden is met de draden van het thermokoppel.
De poorten waar het gas doorheen komt kunnen verstopt zijn met voedselresten of door reiniging nat zijn geworden. Dit is waarschijnlijk het geval als de vlammen rondom de gaspit ongelijk zijn. Schakel het gas uit en wacht tot de deksel van de betreffende gaspit is afgekoeld.
Op veel gasfornuizen zit een beveiliging dat als de vlam uit gaat, de gastoevoer stopt. Jouw gaspit denkt de hele tijd dat de val uit is. Het wil nog wel eens helpen om de knop 5 seconden vast te houden terwijl de vonk-ontsteker doortikt. En dan pas loslaten.
Verschil tussen thermokoppel en Pt100
Een thermokoppel werkt anders dan een weerstandsthermometer (RTD of Pt100). De Pt100 is een sensor waarvan de weerstand varieert met de temperatuur. De relatie tussen weerstand en temperatuur van Pt100 is relatief lineair.
De thermokoppel is een thermische voeler waarmee de beveiliging van een gas product geactiveerd wordt. De thermokoppel geeft, wanneer deze warm is, een puls door aan de magneetklep waardoor de gastoevoer open blijft. Indien de thermokoppel koud wordt zal de puls stoppen en zal de magneetklep de gastoevoer afsluiten.
Er zijn 2 belangrijke punten in een meetkring met een thermokoppel. 1- De hot junction of warme las: het punt waar de 2 metalen samen zijn gebracht. Dit is tevens het punt waarmee gemeten wordt. 2- De cold junction of koude las: de andere zijde van de meetkring waar de spanning wordt gemeten.
Hoe werkt een Pt100? Pt staat voor Platina en de 100 staat voor de elektrische weerstand (100 ohm) die de sensor heeft bij een temperatuur van 0 °C. Wanneer de temperatuur van het platina verandert zal ook de weerstand veranderen en door de veranderende weerstand wordt de temperatuur meetbaar.
Kouddruklassen is een lasprocedé waarbij werkstukken worden gelast zonder dat daarbij de temperatuur wordt verhoogd. Dit gebeurt door het toepassen van zeer hoge druk. In tegenstelling tot bij smeltlassen treedt er bij het kouddruklassen geen vloeibare fase op.
Koudlas is een fenomeen waarbij de bout en moer niet meer los van elkaar komen, nadat ze vast gedraaid of vroegtijdig vastgeslagen zijn. Het fenomeen koudlas ontstaat voornamelijk bij schroefdraadverbindingen van austenitisch roestvast staal. Deze variant is de standaard gebruikte soort RVS voor bevestigingsmateriaal.
Thermische beveiligingen (thermokoppel).
Een metalen pennetje steekt in de vlam en zet uit door de hitte. Als de vlam uitgaat, krimpt het pennetje en daardoor slaat de toevoer van gas meteen uit. Vlambewaking (ionisatiebeveiliging) stopt de gastoevoer automatisch als de hete lucht bij de gasvlam niet meer ioniseert.
Een vlambeveiliging is een elektrische bewaking van de vlam in een stookolie of gasgestookt apparaat, waardoor de brandstoftoevoer stopt zodra of kort nadat de vlam uitgaat, bijvoorbeeld door uitwaaien of door een korte onderbreking van de brandstoftoevoer.
Dit thermokoppel werkt eigenlijk als een soort sensor: zolang deze worden verwarmd, blijft de gastoevoer open. Waait de vlam uit? Dan koelt het thermokoppel af en daardoor wordt de gastoevoer onmiddellijk afgesloten. Door deze beveiliging kan er dus nooit gas ontsnappen als de branders niet branden.
De invloed van de kabelweerstand wordt zoveel mogelijk gecompenseerd door een 3-draadsaansluiting. Vereiste hiervoor is dat de draadweerstanden dezelfde zijn, zoals bij een 3-draadsaansluiting kan worden aangenomen.
Een PTC is een weerstand (thermistor) met een positieve temperatuurcoëfficiënt. Het woord thermistor is een samenvoeging van de Engelse woorden 'thermal' en 'resistor', en is een elektrische weerstand waarvan de ohmse waarde afhankelijk is van de temperatuur.
Een NTC voeler is ook wel een weerstandsthermometer. Het meetbereik ligt zo rond de -40°C tot 150°C, dit is voldoende voor een vaatwasser. De weerstand van een NTC neemt af bij een stijgende temperatuur, om die reden wordt een NTC voeler ook wel een warme geleider genoemd.
Stop gietijzeren onderdelen niet in de vaatwasser en maak het goed droog na gebruik of schoonmaken. Zit er toch roest op de pandragers, gebruik dan bijvoorbeeld Collo Electrol Elektrische Kookplaten Reiniger. Met dit poetsmiddel maakt u de pandragers weer mooi zwart.
DOE DE PANDRAGERS (EN GIETIJZEREN BRANDERDEKSELS) NOOIT IN DE VAATWASSER. Hierbij worden alle van nature aanwezige vetten verwijdert. De pandragers slaan wit uit en gaan roesten (vliegroest). Aggressieve reinigingsmiddelen zoals ovenreinigers en de vele varianten hierop hebben hetzelfde effect.
Gaspitten schoonmaken doe je door ze van het gasfornuis te halen en te laten weken in teiltje met heet water en afwasmiddel. Vervolgens kun je zowel de branderkelken als de deksels poetsen met een spons. Stop de gaspitten nooit in de vaatwasser!
De instelling op de thermische beveiliging is slechts een fractie hoger dan de nominale stroom. Indien de thermische beveiliging dan afspringt is er iets mis (bv te hoge belasting of toesel geblokkeerd = opname van teveel stroom). Mogelijk scheelt er iets aan de wikkelingen die dan dienen uitgemeten te worden.
Bij ionisatiebeveiliging wordt via een elektrodepen gemeten of het gas brandt. De hete verbrandingsgassen ioniseren tussen de brander en deze elektrodepen; het gas fungeert in feite als diode voor de stroomtoevoer.
Wanneer je aluminium en rvs in één constructie toepast, zorg er dan voor dat beide metalen niet met elkaar in contact kunnen komen. Ook niet door een druppel regenwater. Bescherm het aluminium bijvoorbeeld door krimpkous of zelfvulcaniserend tape.