Zodra je lijfrente-uitkeringen ontvangt, betaal je er inkomstenbelasting over. Laat je de uitkeringen starten voordat je je AOW ontvangt, dan betaal je het normale tarief met een maximum van 52 procent. Gebruik je ze pas nadat je de AOW-uitkering hebt bereikt, dan val je in het lage belastingtarief.
Over de eerste € 35.942 betaalt u slechts 19,2% inkomsten belasting. Heeft u een inkomen tussen de € 35.942 en € 68.508 dan betaalt u 37,1%. Is uw inkomen hoger dan € 68.508 dan betaalt u 49,5%.
Aanvullende PensioenUitkering is een bankspaarrekening voor de uitkeerfase. Komt uw opgebouwde vermogen vrij? Dan moet u dit vermogen in termijnen laten uitkeren als aanvulling op uw AOW en/of pensioen. U ontvangt periodieke uitkeringen tijdens een afgesproken looptijd.
Bij een lijfrentekapitaal tot bruto € 4.607,- (2022) kunt u dit bedrag in één keer laten uitkeren, maar u moet wel inkomstenbelasting betalen. Is het kapitaal hoger, dan moet u naast inkomstenbelasting ook nog revisierente betalen. Deze bedraagt maximaal 20% van de uitkering.
De inkomstenbelasting over de afkoopsom kan oplopen tot maximaal 49,50%. De Belastingdienst brengt, in een aantal gevallen, ook 20% revisierente over de afkoopsom in rekening. De belastingregels zijn vaak niet eenvoudig en zijn afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
Met andere woorden: het verschil tussen het gewone belastingtarief en het bijzondere belastingtarief is relatief klein (geworden). Uiteindelijk houden collega's met een inkomen tussen € 20.143 en € 68.507 van hun eenmalige uitkering van € 400 een bedrag van € 237 over – als ze in 2019 belastingaangifte doen.
Als het kapitaal op uw lijfrentepolis vrijkomt dan kunt u kiezen voor uitkeren of uitstellen van uw lijfrente via banksparen. U vraagt dan een nieuwe bankspaarrekening aan. Daarna moet uw geld vanaf uw lijfrenteverzekering naar de bankspaarrekening worden overgeboekt. Dit heet de kapitaaloverdracht.
Bij banksparen wordt het saldo bij overlijden altijd aan de nabestaanden uitgekeerd. Bij een lijfrenteverzekering gebeurt dat alleen als u daar een aanvullende verzekering voor sluit. Dit gaat dan bovendien ten koste van het rendement. Bij banksparen is er geen sprake van een levenslange uitkering.
Banksparen is gericht op het opbouwen van een vermogen om straks je pensioen aan te vullen. Je geld staat tijdens de vooraf afgesproken looptijd vast. Eerder afkopen is soms mogelijk, maar fiscaal gezien duur.
De revisierente is maximaal 20% van de afkoopsom. Het bedrag dat u aan revisierente moet betalen, geeft u aan in uw aangifte.
U behaalt een hoger rendement op banksparen. Banksparen is fiscaal voordelig. U spaart veilig, omdat het banksparen op een geblokkeerde rekening bij een bank valt onder het garantiestelsel van de Nederlandsche Bank dat tot € 100.000 garandeert bij een faillissement van de bank.
Met banksparen kunt u tegen zeer gunstige belastingvoorwaarden sparen voor de aflossing van uw hypotheek. Het opgebouwde vermogen is namelijk (gedeeltelijk) vrijgesteld van vermogensrendementsheffing (1,2%). Wanneer u 15 jaar heeft gespaard, dan bedraagt de vrijstelling maximaal € 33.500 (per belastingplichtig 2009).
De kosten van banksparen
Sinds 1-1-2013 is het provisieverbod van kracht. Sindsdien rekenen banken en financiele dienstverleners kosten voor het openen van een bankspaarrekening. Varierend van € 14,50 tot € 250,-.
Maandelijks een vaste uitkering op uw AOW of pensioen
De Aanvullend Pensioen Uitkeringsrekening is een geblokkeerde rekening met een vaste rente. Heeft u een lijfrentebedrag opgebouwd bij een verzekeraar of bank, dan kunt u dat laten storten op deze uitkeringsrekening.
Een lijfrenteverzekering kan interessant zijn als je te weinig inkomen hebt tijdens je pensioen en je inkomen nu hoog genoeg is om de premie te kunnen betalen en het belastingvoordeel kunt benutten. De inleg in een lijfrenteverzekering of een lijfrente-bankspaarrekening is af te trekken van de belastingen.
Wanneer het opgebouwde lijfrentekapitaal op uw bankspaarrekening uitgekeerd wordt (de uitkeringsfase) wordt de uitkering belast in box 1 als inkomen uit pensioen. U betaalt dus ook inkomstenbelasting over het ontvangen rendement, de rente op de bankspaarrekening.
Rekenvoorbeeld - 500 000 euro pensioenkapitaal
Stel dat u 500 000 euro kapitaal heeft om op pensioen te gaan. In uw eerste pensioenjaar haalt u dan 4% van dat kapitaal uit de pot om van te leven, zijnde 20 000 euro.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 6.505, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 13.010 (bedragen voor 2022). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Bij banksparen voor je pensioen – ook wel een bancaire lijfrente genoemd – staat je spaarrekening geblokkeerd. Je eenmalige of periodieke inleg verzamelt gedurende een vooraf afgesproken tijd rente. Daarna wordt het maandelijks aan je uitgekeerd als aanvulling op je pensioen.
Lijfrente opbouwen via lijfrentespaarrekening, ook wel banksparen genoemd, betekent dat je letterlijk spaart voor een aanvulling op je pensioen. Je legt eenmalig of periodiek een bedrag in dat op de rekening blijft staan totdat je met pensioen gaat. Tijdens deze periode mag je het geld niet opnemen.
Lijfrente uitkeren belasting
Dan gelden er lagere belastingtarieven en betaal je per saldo dus minder inkomstenbelasting. Let op: Uitgekeerde lijfrentebedragen behoren tot je eigen vermogen en vallen dus in box 3. Afhankelijk van je eigen vermogen betaal je hier gewoon vermogensrendementsheffing over.
Als het lijfrentekapitaal op een lijfrente-opbouwrekening staat en de rekeninghouder overlijdt dan wordt de lopende opbouwrekening beëindigd. De erfgenamen moeten zich melden bij de bank en horen welke stukken de bank nodig heeft om het saldo uit te keren aan de erfgenaam.