Waar komen de seizoenen voor? Voor de landen rond de evenaar heeft de kanteling niet zoveel invloed. De zon straalt het hele jaar bijna recht van boven. Ze hebben dus geen winter, herfst en lente.
Op 21 maart en 21 september staat de Zon boven de evenaar (equinox). Op die dagen duren de dagen overal op Aarde even lang. Op het noordelijk halfrond begint de lente, respectievelijk de herfst; op het zuidelijke halfrond net omgekeerd. Astronomisch gezien zijn er overal 4 seizoenen.
In Nederland kennen we in ieder geval de lente, zomer, herfst en winter. Hier hebben (vooralsnog) ook winter- en zomertijd. Rond de evenaar is er geen sprake van een winter- en zomertijd.
In Indonesië kent men echter twee seizoenen: de droge en de natte moesson. Seizoenen worden bepaald door de obliquiteit. Dit is de hellingshoek van de evenaar ten opzichte van de ecliptica, het vlak dat de aarde in de baan om de zon maakt. Er zijn twee soorten seizoenen: de astronomische en de meteorologische.
Op de evenaar staat de zon tweemaal per jaar precies recht boven de grond (in het zenit). Dat geldt overigens voor het gehele gebied tussen de beide keerkringen. Daarom is het op de evenaar over het algemeen warm en zijn er geen seizoenen.
Vanaf 21 maart is het op de noordpool 6 maanden lang constant dag. Vanaf 23 september valt daar de duisternis in en blijft het de volgende 6 maanden donker. Op de zuidpool gebeurt het omgekeerde. In ons voorjaar en zomer is het daar donker en vanaf 23 september breekt daar voor de volgende 6 maanden de zon door.
Het is moeilijk om te geloven, maar het allerdroogste gebied ter wereld ligt in het zuidpoolgebied. De Droge Valleien van McMurdo vormen een reeks sneeuw- en ijsvrije valleien in Victorialand op Antarctica.
De weerkundige seizoenen worden anders gedefinieerd. In het noordelijk halfrond duren lente en zomer dus langer dan herfst en winter. Je kan het ook anders uitrekenen, door op zoek te gaan naar het totaal aantal uren daglicht per jaar voor verschillende locaties. Voor de evenaar is dat makkelijk.
Doordat de stand van de aarde ten opzichte van de zon feitelijk steeds anders is, is de opwarming van de aarde ook ongelijk. In de winter vangt het noordelijk halfrond veel minder zon en dus minder warmte op dan het zuidelijk halfrond. In in de zomer is dat precies andersom.
Het werelddeel Australië ligt aan de andere kant van de aardbol. De periodes zomer en winter zijn daar precies omgedraaid met de seizoenen die wij in Nederland kennen. In de maanden december tot en met maart is het in Australië zomer terwijl het bij ons dan winter is.
Ecuador wordt ook wel het land van de eeuwige lente genoemd, want de temperatuur schommelt vrijwel altijd rond de 25 graden. Wij in Nederland ervaren dat eerder als eeuwige zomer, maar goed: lekker is het sowieso. Er is ook nog eens genoeg te beleven in het Zuid-Amerikaanse land.
Kaapverdische Eilanden
Op de eilanden van Kaapverdië valt maar weinig regen, en het wordt overdag eigenlijk nooit kouder dan 24 graden. Van februari tot en met juni valt er bijna helemaal geen neerslag.
Aan de andere kant van de aarde, gezien vanaf Nederland en België, ligt vooral veel water. Als je een tunnel zou graven naar de andere kant van de aardbol, dan zou je niet uitkomen in Australië zoals veel mensen denken, maar ten zuidoosten van Nieuw-Zeeland in de Grote Oceaan.
Rond 23 september staat de zon precies boven de evenaar waardoor dag en nacht overal op aarde even lang duren. Daarom begint de herfst meestal op 22 of 23 september. Officieel loopt de herfst van 21 september tot en met 20 december.
De rotatieas van de aarde staat scheef t.o.v. het baanvlak van de planeten, de ecliptica. De hoek bedraagt 23,5 graad. Omdat onze planeet bovendien afgeplat is, oefenen de aantrekkingskrachten van zon en maan een koppel uit op de aarde.
Seizoenen bestaan omdat de aarde scheef staat. Als je een lijn zou trekken van de Noordpool naar de Zuidpool, dan zou deze lijn scheef staan en een hoek van 23.5 graden maken. Dat betekent dat in de loop van een jaar, de hoeveelheid zonlicht die op de aarde valt op elke plek anders is. En daarom hebben we seizoenen.
Hoe dichter bij de Noordpool, hoe langer het in de zomer licht blijft. Echt 24 uur licht blijft het alleen vlak bij en ten noorden van de poolcirkel. Hoe verder je van de poolcirkel af bent, des te langer de nacht is. Dat verklaart ook het verschil tussen het noorden en zuiden van ons land.
Waar de stippellijn de verticale as snijdt, loopt de middelbare zon gelijk met de echte zon. Dan staat de zon in het zuiden om 12 uur. En dat gebeurt vier keer per jaar (16 april, 15 juni, 2 september en 26 december).
Antwoord. Neen, we blijven rondjes draaien. Indien we van stilstand zouden vertrekken, zouden we inderdaad op de zon vallen door haar gravitatie, net zoals iets op aarde naar beneden valt wanneer we het loslaten.
De kortste dag van het jaar (de winterzonnewende) is ongeveer 21 december. Dit houdt in dat in Reykjavík de zon rond 11.30 uur opkomt en rond 15.30 uur weer ondergaat. En naarmate je verder naar het noorden van IJsland gaat, wordt deze dag zelfs nog korter.
Het centrale moment daarin is de langste dag van het jaar: 21 juni. Op diverse plaatsen in Noorwegen, Zweden en Finland wordt deze dag uitbundig gevierd. In elk van de Noordelijke landen hebben ze een aparte benaming voor de langste dag en ook het vieren geschiedt soms op verschillende momenten.
Hoelang duurt deze langste nacht dan precies? Deze langste nacht noemt men ook wel de 'winterwende', ofwel het officiële begin van de winter. De zon gaat vandaag al om 16.29 uur onder en komt morgen pas weer om 08.49 uur tevoorschijn. Hierdoor is het in totaal wel 16 uur en 19 minuten donker!
Zuid-oost Spanje, maar ook de noordelijke kusten van zowel de Zwarte als de Kaspische Zee zijn de droogste regio's van Europa, gevolgd door het noordelijkste gedeelte van Noorwegen en enkele gebieden in Zuid-Oost Europa.
Boven de Atacama-woestijn in het noorden van Chili is het eigenlijk géén weer. Het is er de ene dag warmer dan de andere, dat wel, maar een inktzwarte regenwolk moet er een attractie van formaat zijn. In de Atacama-woestijn regent het namelijk nooit. Of beter gezegd: bijna nooit.
Het regenschaduweffect. Het droogste plekje ter wereld is, volgens gegevens van de WMO, Arica, een stadje met nog geen 200.000 inwoners in het noorden van Chili. Over een periode van 59 jaar viel er jaarlijks gemiddeld slechts 0,76 millimeter regen, dus minder dan 1 millimeter!