Met hun groot nectaraanbod zijn distels trekpleisters voor heel wat vlinders, bijen, kevers, hommels en zweefvliegen. Vogels worden voornamelijk aangetrokken door de voedzame zaden. Bovendien vormen distels voor heel wat insecten de waardplant: dat betekent dat ze noodzakelijk zijn voor hun voortplanting.
Cnicine en enkele andere stoffen in gezegende distel heeft een ontstekingswerende werking. Daar komt bij het het een urinedrijvende en bloedzuiverende werking heeft. Deze geneesplant is gezegend met eigenschappen die ervoor zorgen dar afvalstoffen sneller uit het lichaam verdwijnen.
Voorkomen en bestrijden
Je kunt proberen de distels zelf, met de hand, aan te pakken. Doe dit door de distels herhaaldelijk dicht bij de grond te knippen. Wanneer je dit vaak genoeg doet, zullen de wortels van de distel uiteindelijk verdorren en zal de plant sterven.
Niettemin moet in Vlaanderen op grond van artikel 43 en 44 van het federale KB van 19 november 1987 de bloei, de zaadvorming en het uitzaaien belet worden van vier soorten distels die voor de landbouw “schadelijk” worden geacht. Het gaat om Akkerdistel, Speerdistel, Kale Jonker en Kruldistel.
Het blad is eetbaar mits je de stekels afknipt, de stengels kun je geschild eten, rauw of gekookt, wortels van de plant in zijn eerste jaar kunnen rauw en gekookt verwerkt worden (gedroogd tot meel verwerken) en uit de zaden kan een waardevolle olie worden geperst.
Distels zijn erg goed voor je paard en bevatten onder andere vitamine B1. Paarden eten ook graag net gemaaide brandnetels. Soms wachten ze nog even een paar uur, maar liever beginnen ze er meteen aan. Brandnetels bevatten diverse belangrijke voedingsstoffen, waaronder vitamine C, calcium, ijzer, zwavel en silicium.
De distel. Cirsium arvense oftewel akkerdistel – en in de volksmond gewoon 'distel' – is een hardnekkige onkruidplant die bijna iedereen wel eens tegenkomt in zijn tuin. Het onkruid herken je aan de smalle, kreukelige en stekelige bladeren, en een paarse bloem wanneer ze in bloei staan.
De wetgeving voor distelbestrijding dateert uit 1887, een tijd waarin landbouwers de akkers nog met de blote handen bewerkten en bemesting met paardenmest een gangbare praktijk was. Contact met paardenmest gecombineerd met pijnlijke prikwondjes vormde een risico op besmetting met de dodelijke tetanusbacterie.
Ze zijn ook nuttig want het zijn planten die nuttige insecten zoals bijen en vlinders aantrekken. Toch zijn sommige soorten een hardnekkig onkruid. De zaden verspreiden zich makkelijk en de plant kan hinder of schade aan gewassen veroorzaken. Daarom is het bij wet verplicht om schadelijke distels op te ruimen.
Er zijn veel dieren die van de distels in het algemeen profiteren. Gegeten worden ze door o.a. ezels, geiten en soms door konijnen. De olierijke zaadnootjes dienen als voedsel voor de vinkachtigen en de mezen. De putters worden ook wel distelvinken genoemd.
Distels zijn uitstekend geschikt om te drogen, zodat je ook in de wintermaanden van de planten kunt genieten. Knip de bloemen af als ze in volle bloei staan, liefst met lange stengel, en bind ze met een stuk raffia samen. Hang ze ondersteboven in een droge luchtige ruimte op.
Deze distels komen voor in grasland of ruigte op voedselrijke bodem. De planten ontwikkelen in het eerste jaar enkel wortels en een bladrozet. In de zomer van het tweede jaar bloeien ze en vormen ze zaad onder de vorm van pluizen. De wind zal de zaden verspreiden.
De Silymarine in de Mariadistel heeft een sterke en positieve werking op de lever. De stof is in staat om gifstoffen die de lever kunnen aantasten te neutraliseren. De lever kan worden aangetast door het gebruik van bijvoorbeeld alcohol, medicijnen en drugs.
Mariadistel (Silybum marianum) is een plant die vooral gebruikt wordt omwille van haar bescherming van de lever tegen toxische stoffen, zoals alcohol en bepaalde geneesmiddelen, en bij leveraandoeningen.
Kruidenproducten met mariadistel zijn als geneesmiddel goedgekeurd bij maag- en darmklachten.
Distels maai je best kort voor de bloei als de bloemkoppen nog gesloten zijn (eind juni – begin juli). Te vroeg maaien heeft geen zin zijn want dan vormt de plant nog een tweede keer bloemknoppen (augustus – september). Bovendien zijn de planten het zwakst voor en tijdens de bloei.
Een stukje wortel van amper 5 cm dat 30-50 cm onder de grond zit, kan reeds een levensvat- bare plant opleveren. De akkerdistel bloeit tussen juni en september en is tweehuizig (boven vrou- welijke, onder mannelijke bloeiwijze). De bestuiving gebeurt door insecten.
Het beste kun je de heermoes met een gasbrander of kokend water wegbranden. Ook kun je strooizout strooien tussen de voegen van de tegels. Je kunt heermoes ook bestrijden met chemische bestrijdingsmiddelen.
Heermoes is te vinden op voedselrijke omgewerkte grond in akkers, bermen, grasland, langs spoorwegen en in tuinen. Soms vind je de soort ook in loofbossen.
Ridderzuring bestrijden vereist het handmatig verwijderen van elke plant en een groot deel van de wortel, het toepassen van een herbicide of het gebruik van organische onkruidbestrijdingsmiddel.
En aan het rijmpje: 'Distels breken is distels kweken, distels maaien is distels zaaien, distels trekken is distels stekken'. Onuitroeibaar dus, zoals iedere boer weet. Zodra hij de grond waarop distels groeien ploegt, worden de wortels in stukken gesneden en groeit elk stukje wortel weer uit tot een nieuwe plant.
De mariadistel is een statige plant, tot anderhalve meter hoog, met stevig, leerachtig groen-glanzend blad met een witte tekening. Het is een éénjarige plant, die dus elk jaar opnieuw moet gezaaid worden.
De artisjok is een distel van de composietenfamilie (Asteraceae).