Linkerpedaal is de koppeling, Middelste de rem en de rechter het gas. De koppeling gebruik je om te kunnen schakelen.
Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof. Bovendien kan het gevaarlijk zijn. Niet doen dus!
Het pedaal aan de linkerkant is de koppeling. Met de koppeling kun je de motor loskoppelen van de wielen wanneer je van versnelling verandert. Je bedient de koppeling met je linkervoet. Het middelste pedaal is de rem en het pedaal helemaal rechts is het gaspedaal.
Je bedient de remmen van de auto door middel van het rempedaal, deze zit altijd in het midden van de pedalen, en bij automaten aan de linkerkant.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Je moet eerst je koppeling omhooghalen tot je het aangrijpingspunt voelt. Het aangrijpingspunt is het punt waar je koppeling begint te pakken. Als je dat voelt, hou je je voet aan het koppelingspedaal in dezelfde positie stil en kun je de rem (of handrem) loslaten.
Remmen doe je zo
Je haalt je rechtervoet van het gaspedaal en drukt er vervolgens het rempedaal zachtjes mee in (of stevig voor een noodstop).
Linkerpedaal is de koppeling, Middelste de rem en de rechter het gas. De koppeling gebruik je om te kunnen schakelen.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Indien je een stoplicht nadert, wat kan je dan het beste doen? (wat betreft brandstof besparen en zo min mogelijk slijtage). 1. In de versnelling blijven (bv 5), gas los, evt bijremmen en op het laatst de koppeling indrukken ivm lage toeren en daarna terugschakelen (2 of 1).
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Ga een keertje naar een verlaten plek/parkeerplaats waar je niemand tot last bent. En dan laat je heel erg langzaam de koppeling opkomen. Als de auto begint te bibberen hou je de koppeling vast, dus even niet verder laten opkomen. Als de auto dan niet meer bibbert kun je de koppeling langzaam los laten.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Terugschakelen gaat als volgt:
Rem geleidelijk af naar het gekozen punt voor de bocht. 3. Terwijl je aan het remmen bent schakel je terug naar de juiste versnelling en daarna laat je geleidelijk het koppelingspedaal opkomen tot het aangrijpingspunt. Je voel dat de auto afremt op de motor.
Klimmen: toeren maken in een lage versnelling
Vergeet het 'moderne rijden' met een laag toerental in de bergen. Om hellingen te beklimmen, moet je auto toeren maken en dit doe je in een lage versnelling. Merk je dat de auto kracht verliest tijdens het klimmen, schakel dan terug naar een lagere versnelling en geef gas.
Zet bij het parkeren op een helling altijd je auto op de handrem. Eventueel kun je je auto ook nog in de eerste versnelling zetten. Op hele steile hellingen of bij gladheid (bijvoorbeeld in de sneeuw) kan het verstandig zijn om stenen of een wielkeg achter je wielen te schuiven. Dan gaat de auto niet zomaar rollen.
Laat de koppeling opkomen tot dat je voelt dat de auto wil gaan rijden ( aangrijpingspunt ) geef dan een beetje gas en laat de koppeling rustig verder opkomen en geef steeds een beetje meer gas. als de auto rijdt laat je de koppeling geheel los. Laat je de koppeling te snel los dan slaat de auto af.
Dus: laat de koppeling opkomen tot het aangrijppunt en houd daar je linkervoet stil. Meestal is dat halverwege. (De eerste keren doe je dat laten opkomen inderdaad heel langzaam, maar als je eenmaal weet wáár de koppeling begint aan te grijpen, dan kun je dat steeds vlotter doen.)