Kinderen met autisme zijn soms overgevoelig voor prikkels in de omgeving. Ze worden dan overspoeld door de geluiden, kleuren of bewegingen. Een rustige omgeving, met weinig geluiden, spullen of decoraties, kan dan helpen.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Zeg tegen uw kind dat u ontstemd bent om wat het deed, niet om wie het is. Zeg dus bijvoorbeeld niet "je bent vervelend" of "je bent stout", maar zeg duidelijk welk gedrag u niet meer wenst te zien. Wat kinderen met autisme in één context leerden, passen ze niet altijd in een andere toe.
Je wilt graag het beste voor je kind, maar weet misschien niet zo goed wat het nodig heeft. Kinderen met autisme hebben behoefte aan structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Autisme gaat niet helemaal over, maar je kan er wel mee leren omgaan.
Klassiek autisme
Je ziet bij kinderen dat ze moeite hebben met communiceren. Ze zijn ongeremd en vertonen vaker hyperactief of agressief gedrag. Andere problemen zijn: tics, dwangmatig gedrag, slaapproblemen en epilepsie. In sommige gevallen is er ook sprake van een verstandelijke beperking.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Toch is er ook al veel wél bekend. Bijvoorbeeld over de problemen waar mensen met autisme tegenaan kunnen lopen, maar ook over hun sterke eigenschappen. Vooral op sociaal gebied ondervinden veel mensen met autisme regelmatig problemen. Hun 'sociale intuïtie' lijkt minder goed – of anders – te zijn ontwikkeld.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Een bad kan ook goed helpen, bij kinderen kan het echter ook leiden tot extra prikkels. Mediteren helpt goed maar lukt lang niet altijd. Mindfullness werkt heel goed bij mensen met autisme maar ook bij andere doelgroepen. Ga wandelen in een bekende rustige omgeving waar je niet te veel mensen tegenkomt.
Sommige mensen met autisme kiezen bewust voor minder opvallende alternatieven. Bijvoorbeeld het tikken met een pen of het bewegen van een been onder de tafel. Stimming komt veel voor bij mensen met autisme en heeft belangrijke functies, bijvoorbeeld het kalmeren bij stress en het voorkomen van over- of onderprikkeling.
Sommige kinderen met autisme lijken minder behoefte aan slapen te hebben. Zij kunnen zich op wakkere momenten uitstekend bezig houden, zonder hun ouders uit hun slaap te houden. Vergeleken met leeftijdgenoten zonder autisme is de algemene slaapkwaliteit beduidend slechter.
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
Wel hebben alle mensen met autisme met elkaar gemeen dat ze moeite hebben om andere mensen goed te begrijpen en aan te voelen. Omdat ze moeite hebben met overzicht en het onderscheid tussen betekenisvolle hoofd- en bijzaken, hebben ze ook veel behoefte aan vaste patronen en voorspelbaarheid.
Mensen met autisme ervaren dus heftiger wat ze horen, zien, ruiken proeven en voelen. Vaak hebben ze ook moeite met veranderingen en onverwachte dingen. Hierdoor gaan ze ook anders om met andere mensen. Ze begrijpen vaak niet goed hoe andere mensen zich voelen.
Er is geen sport die voor álle kinderen met autisme geschikt is. Ieder kind met autisme is weer anders. Er zijn wel bepaalde sporten erg populair onder jongens en meisjes met autisme: voetbal, judo, paardrijden, atletiek, zwemmen en wielrennen.
Mensen met autisme kunnen niet zo goed relativeren. Ze worden gepakt door de dingen die ze ervaren, ook door hun eigen gevoelens. Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden overspoeld, in beslag genomen door dat absolute gevoel.
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
Denk hierbij aan functies als wetenschappelijk onderzoeker of programmeur. Maar ook creatieve beroepen als kunstenaar en grafisch ontwerper zijn beroepen waar mensen met autisme in kunnen uitblinken. Het gebeurt zelfs geregeld dat mensen met autisme beter presteren in sommige functies dan mensen zonder autisme.