Paleis Huis ten Bosch is het woonpaleis van de Koning en zijn gezin. Naast woonfunctie heeft het paleis ook een representatieve functie, zo wordt het onder meer gebruikt voor audiënties en ontvangsten.
Koningsdag (27 april) is een officiële feestdag in Nederland, maar niet iedereen is dan vrij. Valt 27 april op een zondag, dan wordt Koningsdag op zaterdag gevierd.
Wanneer 30 april op een zondag viel, werd Koninginnedag één dag verschoven. Tot 1980 werd hij dan op maandag 1 mei (de Dag van de Arbeid) gevierd. Sinds 1980 worden Koninginnedag en Koningsdag in zulke gevallen een dag vervroegd, dus naar de zaterdag. Dit was voor het eerst het geval in 1989.
De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden. Voor het vervullen van zijn functie zijn door de staat Paleis Noordeinde, Paleis Huis ten Bosch en het Koninklijk Paleis Amsterdam aan het staatshoofd ter beschikking gesteld. Paleis Noordeinde in Den Haag is het werkpaleis van de Koning.
Paleis Huis ten Bosch is het woonpaleis van de Koning en zijn gezin. Naast woonfunctie heeft het paleis ook een representatieve functie, zo wordt het onder meer gebruikt voor audiënties en ontvangsten.
Als de Koning geen wettige nakomelingen heeft, gaat de troon op gelijke wijze over op de nakomelingen van zijn ouder of eventueel grootouder. Een voorwaarde is dat deze nakomeling wel tot in de 3e graad verwant is aan de laatste Koning. Als er een opvolger ontbreekt, kan deze benoemd worden bij wet.
Een republiek is een staat waarvan het staatshoofd niet door erfopvolging wordt aangewezen, maar op een of andere manier wordt verkozen.
De Koning ondertekent alle wetten en Koninklijke besluiten en bekrachtigt internationale verdragen. Op Prinsjesdag spreekt hij de Troonrede uit. De Grondwet bepaalt dat de Koning ministers en staatssecretarissen benoemt en ontslaat en dat zij ten overstaan van het staatshoofd worden beëdigd.
Nederland is een constitutionele monarchie. Dat betekent dat de positie van de Koning in de Grondwet staat, ook wel constitutie genoemd. In de Grondwet staat dat de Koning samen met de ministers de regering vormt. De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden.
Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de Koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Dit wil zeggen dat de ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement over het beleid van de regering. De ministers zijn ook politiek verantwoordelijk voor de uitspraken en het handelen van de Koning.
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit.
De functie van hofdame is, net als die van kamerheer en grootmeesteres, een onbezoldigde honoraire functie, zij ontvangen dus geen salaris.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt voor de fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven, voor zover dit in specifieke situaties nodig is. De genoemde ministers hebben het budget voor de beveiligingsuitgaven op hun begrotingen staan.
De functie van hofdame is, net als die van kamerheer en grootmeesteres, een onbezoldigde honoraire functie, zij ontvangen dus geen salaris.
Vanaf 7 december 2021 ontvangt ook de Prinses van Oranje een grondwettelijke uitkering. De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
Een hofdame is een vrouwelijke functionaris aan een koninklijk of feodaal hof die een koningin, prinses of een hooggeplaatste adellijke vrouw bijstaat.
Paleis Huis ten Bosch is het woonpaleis van de Koning en zijn gezin. Naast woonfunctie heeft het paleis ook een representatieve functie, zo wordt het onder meer gebruikt voor audiënties en ontvangsten.
Koning Willem-Alexander wordt aangesproken met Majesteit en aangeschreven als Zijne Majesteit de Koning. De Koninklijke aanspreektitel en de aanhef van een brief luiden: Majesteit. Koningin Máxima wordt ook aangesproken met Majesteit en aangeschreven als Hare Majesteit Koningin Máxima.
De Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning en de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap (en hun echtgenoten) betalen op grond van artikel 40 van de Grondwet geen loon- of inkomstenbelasting over de uitkeringen die zij vanwege het Rijk ontvangen.
De kosten van het Nederlands Koninklijk Huis komen in Nederland ten laste van de rijksbegroting; deze kunnen tevens worden gezien als kosten van de Nederlandse monarchie. Onduidelijkheid over en de hoogte van deze kosten zijn herhaaldelijk onderwerp van debat geweest in de Tweede Kamer en de media.
De functie van hofdame is, net als die van kamerheer en grootmeesteres, een onbezoldigde honoraire functie, zij ontvangen dus geen salaris.
Op 27 februari 1968 daarentegen deelde de accountant van Juliana aan een rijkscommissie mee dat het vermogen van Juliana 'slechts' tachtig miljoen gulden bedroeg. Het overgrote deel was verliesgevend of onrendabel. De effectenportefeuille leverde inkomsten op, de laatste jaren zo'n 1,5 miljoen gulden per jaar.
Vanaf 7 december 2021 ontvangt ook de Prinses van Oranje een grondwettelijke uitkering. De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden. Voor het vervullen van zijn functie zijn door de staat Paleis Noordeinde, Paleis Huis ten Bosch en het Koninklijk Paleis Amsterdam aan het staatshoofd ter beschikking gesteld.
Koning Willem-Alexander en zijn broers
Zijn persoonlijke titel 'Prins van Oranje-Nassau' met de aanspreektitel Koninklijke Hoogheid heeft hij behouden. Hij is ook 'Jonkheer van Amsberg' gebleven. Daarnaast heeft hij de erfelijke titel 'Graaf van Oranje-Nassau' gekregen.