Van oorsprong komt hij voor in grote delen van Noord-Amerika, van het zuiden van Canada tot het noorden van Mexico, met uitzondering van woestijnen en meestal niet boven 1800 m. Daarbuiten komt het dier eigenlijk niet in het wild voor. Wel wordt het stinkdier af en toe als huisdier gehouden, o.a. in Nederland.
Stinkdieren leven alleen en zijn in de schemer en de nacht actief. Overdag slapen ze het liefst in holen die door andere dieren zijn gegraven, meestal zijn winter- en kraamverblijven onder de grond, andere verblijven boven de grond.
Stinkdieren hebben muskusklieren, die maken muskus aan, en dat stinkt verschrikkelijk. De stinkklieren zitten onder de staart. Ze hebben er twee. Als ze zich bedreigt voelen tillen ze hun staart op en spuiten een wolk kleverige stinkende vloeistof naar buiten.
Het stinkdier heeft een pluizige staart. Bij gevaar tilt hij deze op en sproeit een stinkend goedje naar zijn vijand. Deze vloeistof prikt heel erg in de ogen van de belager. Die denkt de volgende keer dus wel twee keer na voordat hij een stinkdier lastig valt.
Het stinkdier eet in de warmere lente en zomer voornamelijk insecten. Maar wat hij ook graag lust zijn noten, wortels, bessen en kleine reptielen en zoogdieren.
Hij kan drie tot vijf meter ver spuiten, maar de damp die vrij komt kan wel tien meter ver dragen. De geur blijft lang hangen en is van verre te ruiken. Als een stinkdier zich bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende vloeistof over zijn vijand. De geur ruikt nog het meest naar verbrand rubber.
Het gevlekte stinkdier kan klimmen. Hij gaat wel eens een boom in om vruchten en zaden te plukken. Als een dier de stinkstof in zijn ogen krijgt, kan hij een tijdje blind worden. Overdag slapen stinkdieren in een hol onder de grond.
Meestal zijn stinkdieren zwijgzaam, maar ze kunnen een reeks van geluiden maken, zoals kirren, knorren, piepen, grommen en smakken. Geluiden zijn meestal een afspiegeling van hoe het stinkdier zich voelt. Jonge dieren maken meer geluid dan volwassen dieren.
Stinkdieren zijn overwegend nachtdieren die hun naam danken aan de manier waarop ze zichzelf verdedigen. Als een stinkdier zich ernstig bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende vloeistof over zijn vijand. Het stinkdier waarschuwt zijn belager voordat hij de vloeistof spuit. Zijn wit-zwarte vacht laat hij bewegen.
Van oorsprong komt hij voor in grote delen van Noord-Amerika, van het zuiden van Canada tot het noorden van Mexico, met uitzondering van woestijnen en meestal niet boven 1800 m. Daarbuiten komt het dier eigenlijk niet in het wild voor. Wel wordt het stinkdier af en toe als huisdier gehouden, o.a. in Nederland.
Ook kunnen ze zo'n 24 kilometer per uur hard lopen en goed zwemmen. Stinkdieren werden gekweekt vanwege hun mooie zwart-witte bontjas.
Een marter huppelt wat meer. Steenmarters zijn zoogdieren en behoren tot de groep roofdieren, zijn famielie van de marterachtigen (mustelidae), en bestaat uit marters, wezels, bunzingen, dassen, otters en stinkdieren.
Stinkdieren maken vaak gebruik van een verlaten hol. Ook een holle boom voldoet aan de eisen van een schuilplaats. Ze houden geen winterslaap maar zijn bij koud weer minder actief, zo besparen ze energie.
Inhoud. Stinkdieren of Skunks hebben hun naam te danken aan de manier waarop ze zichzelf verdedigen tijdens gevaar. Als deze dieren zich ernstig bedreigd voelen, zullen ze een enorm stinkend vloeistof over hun vijand spuiten. Stinkdieren worden ook wel skunks genoemd.
Hun burcht bouwen ze graag hoog en droog, met op korte afstand vochtige voedselrijke plaatsen waar ze makkelijk kunnen graven. Zo'n leefomgeving bestaat meestal uit kleinschalige akkers, weilanden, bosjes, beekdalen, houtwallen, boomgaarden, heggen en beek- en rivierdalen.
Witstaartstekelvarkens leven in Centraal- en Zuid -Azië en in grote delen van het Midden-Oosten. Het liefst leven de stekelvarkens in de bergen, maar zij zijn ook vaak te vinden in de bossen. Overdag slapen zij in zelf gegraven holen of in gaten tussen de rotsen. Tijdens de schemering gaan zij op pad om eten te zoeken.
Met de komst van de lijst wordt het straks niet meer mogelijk om exotische zoogdieren te houden, te fokken of te verhandelen en kan illegale dierenhandel en stroperij beter worden tegengegaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat dieren als de serval, Russische dwerghamster en de egel niet meer toegestaan worden als huisdier.
Het moet afgelopen zijn met het houden van allerlei exotische zoogdieren als huis- of hobbydier. Het kabinet heeft een lijst gepubliceerd met dertig dieren die nog wel gehouden mogen worden. Vanaf 1 januari 2024 wordt het dan verboden om bijvoorbeeld een serval, stokstaartje of luiaard in huis te nemen.
Wasberen (Procyon) zijn een geslacht van de roofdieren (Carnivora) uit de familie kleine beren (Procyonidae). Ze komen voor in grote delen van Amerika en Noord-Europa. De bekendste soort wasbeer is de gewone wasbeer (Procyon lotor).
Het stinkdier is een roofdier dat vooral in Amerika en China voorkomt. Het wordt ook wel skunk genoemd. Het dankt zijn naam aan de manier hoe hij zijn vijanden wegjaagt. Als hij zich bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende stof over zijn vijand.
Leefgebied en verspreiding
In Nederland komt de bunzing verspreid over het heel land voor, behalve op de Waddeneilanden. De bunzing heeft een voorkeur voor kleinschalig landschap met houtwallen, greppels en sloten met overhangende vegetatie, ook dorpen en buitenwijken van steden vormen geschikt leefgebied.