Vaak verrichten vrouwen de meeste en grootste zorgtaken. Denk bijvoorbeeld aan het de zorg voor kinderen en het huishouden. De overheid wil het makkelijker maken om werk en zorg te combineren. Zowel voor mannen als vrouwen.
Al jarenlang is Zweden de lidstaat met de hoogste arbeidsdeelname van vrouwen. Bij de mannen is Tsjechië koploper, gevolgd door Malta. Daarna komen de Nederlandse mannen, die vergeleken met 2017 twee plaatsen stegen op de ranglijst.
In de bedrijfstakken gezondheids- en welzijnszorg, onderwijs en horeca is het percentage deeltijdwerkers het hoogst. Banen in bedrijfstakken met het hoogste percentage deeltijdwerkers worden vaak ingevuld door vrouwen. In de zorg en het onderwijs werken relatief veel vrouwen (in 2021 respectievelijk 82 en 64 procent).
Mannen vaakst in technische beroep, vrouwen in zorg- en welzijnsberoep. Zo'n 8 op de 10 werkenden in technische beroepen, ICT-beroepen en transport- en logistiekberoepen is een man. Ook hebben meer mannen dan vrouwen een management- of agrarisch beroep.
“Slechts 45% van de Nederlandse vrouwen werkt fulltime”, zegt Bastiaan Starink, partner bij PwC en tevens werkzaam als hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg.
Werkende mannen werkten in 2021 gemiddeld 39,4 uur per week, werkende vrouwen 29,2 uur. In 2013 werkten zowel mannen met 38,8 uur als vrouwen met 27,4 uur een fractie minder. Het verschil tussen mannen en vrouwen is iets afgenomen.
De nettoarbeidsparticipatie kwam in het derde kwartaal van 2023 uit op 73,2 procent. In hetzelfde kwartaal een jaar eerder was het aandeel werkenden 0,9 procentpunt lager, namelijk 72,3 procent. In alle leeftijdsgroepen werken vrouwen minder dan mannen.
De meest recente cijfers van Eurostat (van 2021) laten zien dat in ieder EU-land mannen meer verdienen dan vrouwen. Alleen Luxemburg heeft de loonkloof gedicht. Vrouwen verdienen daar gemiddeld 0,2 procent meer dan mannen. Ze laten Roemenië (+3,6 procent), Slovenië (+3,8 procent) en Polen (+4,5 procent) achter zich.
Dan zijn typische vrouwenberoepen huishoudster, schoonmaakster, verzorgster, serveerster, verkoopster, caissière, verpleegster, onderwijzeres, lerares, secretaresse, receptioniste, administratief of logistiek medewerker. Hun lonen zijn relatief laag en er zijn weinig mogelijkheden om door te groeien.
De belangrijkste reden waarom vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen is hun rol thuis. Vrouwen nemen meer zorgarbeid en meer huishoudelijke arbeid op (Zie verder: Arbeid en zorg). Om die arbeidsverdeling mogelijk te maken, werken ze minder uren buitenshuis.
51% van de vrouwen is niet financieel onafhankelijk (volgens de overheid ben je financieel afhankelijk als je 100% van het minimumloon verdient) (Ministerie OCW, Emancipatienota, 2018-2021). 15% van de vrouwelijke statushouders heeft na 5 jaar betaald werk, tegenover 33% van de mannelijke statushouders (KIS, 2018).
Aan de enquête namen meer dan 60.000 personen uit 90 verschillende landen deel. De mooiste vrouwen vind je terug in Noorwegen, Lithouwen, Polen en Zwitserland. Indiase dames mogen zich het vijfde knapste volk ter wereld noemen. Plaats nummer zes wordt ingenomen door Zweden, gevolgd door IJsland, Irak en Hongarije.
ABUJA - Een islamitische rechtbank in Nigeria heeft maandag een 84-jarige moslimprediker laten arresteren die 86 vrouwen en zo'n 170 kinderen heeft. Mohammed Bello had een ultimatum van plaatselijke leiders naast zich neergelegd om van 82 van zijn vrouwen te scheiden.
De gemeente Utrecht heeft het hoogst aantal vrouwen per honderd mannen: 113. Terschelling zit het laagste met 61.
Veel vrouwen werken niet of in deeltijd. Daardoor heeft ongeveer 1 op de 6 vrouwen in Nederland niet genoeg geld om economisch zelfstandig te zijn. Hun inkomen is minder dan 70% van het netto minimumloon.
Het gemiddelde inkomen van een werkende vrouw kruipt naar het inkomen van een werkende man toe. Werkende vrouwen verdienden in 2020 gemiddeld 33.800 euro per jaar; mannelijke werkenden 52.300 euro.
Vrouwen verdienen gemiddeld bijna 34.000 euro bruto, in 1977 was dat nog bijna 21.000 euro. Het inkomen van mannen is nu gemiddeld 52.000 euro, tegen 46.000 in 1977. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS naar de inkomens van werkende mannen en vrouwen in de periode 1977-2020.
Gemiddeld uurloon
De loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt berekend als het gemiddelde uurloon van vrouwen ten opzichte van het gemiddelde uurloon van mannen. In 2021 verdienden mannen gemiddeld 25,84 euro per uur, vrouwen 22,42 euro, dus 13 procent minder.
Bij mannen is het percentage werkenden het hoogst bij de 35- tot 45-jarigen.Bij vrouwen is dit aandeel het hoogst bij de 25- tot 35-jarigen. De arbeidsparticipatie van jongeren (15 tot 25 jaar) en ouderen (55 tot 75 jaar) is lager dan van de middenleeftijden (25 tot 55 jaar).
Meeste moeders werken 20 tot 35 uur per week
De meeste moeders met kinderen jonger dan 18 jaar werken 20 tot 35 uur per week. Met het jongste kind op de middelbare school werken iets meer moeders 35 uur per week of meer (voltijds) dan met het jongste kind jonger dan 13 jaar.
Zo is van de 55- tot 60-jarigen 81% aan het werk, terwijl dat bij de 60- tot 65-jarigen 64,6% is. De stijging van de arbeidsparticipatie in de afgelopen tien jaar is wel groter bij de hogere leeftijdsklassen.