Spil. Een loodrecht opgaand, meestal rechthoekig, houten deel waarop de hoektreden van een trap steunen of in vastgemaakt worden. De spil steunt vaak op de onderliggende vloer of de spil van een onderliggende trap. Ook zorgt de spil voor de koppeling, ondersteuning en bevestiging van trapbomen en traphekken.
Baluster: de start paal aan het begin en einde van de trap. De balustrade (met leuning) wordt bevestigd aan de baluster en trapboom van de trap. Ook wordt zo de verbinding naar de vide gemaakt.
Voor een normale binnentrap voor woningen is een aantrede van 220 tot 250 mm gewenst met een optrede van 175 tot 185 mm (220 mm is de minimale diepte van de aantrede en 188 mm is de maximale hoogte van de optrede in Bouwbesluit 2012).
Om een comfortabele trap te hebben, mag die niet te steil zijn, maar ook niet te vlak. In de praktijk betreffen de ideale maten een aantrede (zonder neus) van ongeveer 20 cm, een optrede van ongeveer 18,6 cm. Hoger dan 19 cm wordt er best niet gegaan, anders wordt de trap te steil en meer vermoeiend om op te lopen.
Een comfortabele trap heeft een goed uitgebalanceerde klimlijn, wat betekent dat de hoogte van elke trede (aantrede) en de diepte van elke trede (optrede) op een ergonomische en gebruiksvriendelijke manier zijn ontworpen.
De optrede betreft de verticale afstand tussen de bovenzijden van opeenvolgende treden. Een van de criteria is dat de aantrede altijd minimaal 22 cm moet zijn. De optrede mag maximaal 18,8 cm hoog zijn.
De optrede is de verticale afstand tussen 2 opeenvolgende traptreden. De maximale optrede mag voor woongebouwen volgens het bouwbesluit 185 mm zijn. Voor overige gebruiksfuncties is de maximale optrede 210 mm.
De eenvoudigste optie is een 90º hoek. Afwijkende hoeken gaan natuurlijk ook maar dan komt er door het vele aanpaswerk wel een meerprijs bij. Oudere woningen – Bij oudere woningen is het moeilijk om aan al deze vereisten te voldoen aangezien men vroeger veel steilere trappen maakte.
Een aangename aantrede is ongeveer tussen de 27 cm en 29 cm. Aan de zijkant van de trap zitten twee trapbomen waarin de treden en stootborden verankerd zijn. Door de hoek van de trapbomen wordt de stijghoek van de trap bepaald. Een aangename stijghoek bevindt zich tussen de 30° en de 40°.
De meest voorkomende trap is de houten trap. Deze kent een gemiddelde levensduur van 40 jaar. Daarnaast zien we ook betonnen trappen. De levensduur van beton is zeer lang, zeker wanneer het gaat om hoogwaardig bouwbeton.
De maximale trap hoek is 54°, deze wordt niet beperkt door eisen vanuit het bouwbesluit.Voor een goed beloopbare trap is het adviseren een trap hoek te kiezen kleiner dan 45°. Nieuwbouw Woonfunctie bouwbesluit: Deze functie is voor trappen in en rondom een woning.
Bomen zijn de zijkanten/buitenkant van een trap waar tussen de treden geplaatst worden. De trapbomen dragen de trap treden. Trapbomen worden soms ook als “wangen” genoemd.
Bij een 'normale' trap is een aantrede van 220 mm wenselijk, in combinatie met een optrede van 175 tot 185 mm. Het is wenselijk om de trap op en af te gaan met wat vrije ruimte boven je hoofd. Daarom is besloten dat dit tegenwoordig minimaal 2.30 meter moet zijn.
Trapneus voor laminaat
Een losse trapneus wordt gebruikt voor de afwerking van de weltrede. De weltrede is de laatste trede van een trap. De trapneus wordt op de rand hiervan bevestigd voor extra veiligheid. De losse neuzen zijn verkrijgbaar in 1 meter en 1,5 meter.
De bovenste trede, die aansluit aan de verdiepingvloer, wordt weltrede of welstuk genoemd.
Eén van de criteria bij de keuze van een traplift is het draagvermogen van een traplift. Mensen met overgewicht of zwaarlijvige mensen kunnen zonder problemen een traplift thuis installeren. Het maximaal draagvermogen van een traplift is tussen 120kg en 160kg gelegen.
Optrede < 188 mm. Breedte tussen de trapafscheidingen > 800 mm. Maximale hoogte van een trap zonder bordes < 4000 mm.
De diepte van een traptrede heet de aantrede. Voor nieuwbouw is de minimale aantrede van een reguliere trap (woonfunctie) 0,22 meter. Bij andere gebruiksfuncties en trappen die uitsluitend voor ontvluchten worden gebruikt is dit minimaal 0,185 meter. Voor bestaande bouw is de aantrede van een trap minimaal 0,13 meter.
De berekening van de trapformule. De trapformule is een richtlijn of vuistregel om te controleren of de juiste maten zijn gebruikt. Hierbij geldt: 2 optreden + 1 aantrede = 570 - 630 millimeter. Wanneer er tussen deze 570 en 630 millimeter zit, heb je een trap waar je comfortabel op kunt lopen.
Klimlijn (zie ook looplijn)
Dit is een denkbeeldige, vloeiende lijn, die de voorkanten van de treden met elkaar verbindt. Deze lijn (dat kunnen er meerdere zijn, zolang ze maar aan de eisen voldoen) moet minimaal 30 cm uit de aangrenzende muur of afscheiding respectievelijk de buitenzijde van de trap liggen.
De looplijn is de lijn waarop de trap het veiligst en meest comfortabel kan worden belopen. Bij een rechte steektrap ligt de looplijn over de hele breedte van de traptrede. Bij een spiltrap ligt de looplijn daar waar de aantreden aan elkaar gelijk zijn, ongeveer op 2/3 van de breedte van de traptrede vanaf de spil.
Een standaard (dichte) trap met 13 treden heeft een oppervlakte van 6 m2 (trede, stootbord en trapboom).
Zorg voor een gelijkmatige verdeling van het aantal treden en voorzie na elke serie van 12 opeenvolgende treden een rustpunt (bordes).
Bordes: na 10-12 treden, 1m20 diep en met kleurcontrast. Kleurcontrast: eerste en laatste trede van trap en voor bordes. Voelbare markering: op 50 cm bovenste trede.