Kleine beetjes massa (m) kunnen worden omgezet in enorme hoeveelheden energie (E) dankzij de vermenigvuldiging in de formule met het kwadraat van de lichtsnelheid c.
De betekenis van E = mc. De vergelijking E = mc2 betekent in feite dat massa m en energie E twee verschillende namen zijn voor dezelfde onderliggende grootheid. Het enige verschil tussen de twee is de constante c2 wat de snelheid van het licht in het kwadraat is.
E = mc2 laat dus zien hoeveel energie er vrijkomt bij een daling in massa. Maar je kunt met de vergelijking ook berekenen hoeveel massa er kan ontstaan uit een bepaalde hoeveelheid energie door de vergelijking om te draaien: m = E/c2.
En dankzij de Relativiteitstheorie kan Einstein ook de formule E = MC2 bedenken. De formule die het gebruik van kernenergie mogelijk maakte. E = MC2 wil zeggen, dat energie gelijk is aan de massa M maal de lichtsnelheid C in het kwadraat.
Uit de relativiteitstheorie komt de beroemde formule E = mc². Daarin is E energie, m = massa en c lichtsnelheid. Dus volgens Einstein (en er zijn weinigen, die hem tot dusver hebben durven tegenspreken) is energie het product van massa en het kwadraat van de lichtsnelheid.
Albert Einstein stelde in zijn speciale relativiteitstheorie dat het niet mogelijk is over ruimte en tijd als twee afzonderlijke entiteiten te spreken, maar dat er slechts één entiteit bestaat, namelijk de ruimtetijd, die alle gebeurtenissen in het verleden, heden en toekomst in ons heelal bevat.
Einstein had allerlei ideeën over tijd en ruimte. Zijn bekendste theorie is de relativiteitstheorie. Relativiteit betekent dat iets maar net is hoe je het bekijkt. Een voorbeeld: een vliegtuig vliegt wel met een snelheid van zo'n 1000 kilometer per uur, maar als je erin zit lijkt het helemaal niet zo snel te gaan.
Fotonen (Oudgrieks: φῶς, phōs, licht) zijn elementaire deeltjes uit het standaardmodel van de deeltjesfysica. Ze hebben geen rustmassa en bewegen zich in vacuüm met de lichtsnelheid voort.
Hij wordt beschouwd als de vader van de moderne natuurkunde en als een van de belangrijkste natuurkundigen uit de geschiedenis van de mensheid. Einstein dankt zijn faam met name aan zijn twee relativiteitstheorieën. In 1921 ontving hij de Nobelprijs voor natuurkunde.
Einstein werd vooral bekend vanwege de twee relativiteitstheorieën: de speciale relativiteitstheorie van 1905 en de algemene relativiteitstheorie van 1915 en volgende jaren, die de speciale relativiteitstheorie uitbreidt door ook plaats in te ruimen voor de zwaartekracht.
Het massadefect is de hoeveelheid massa die verdwenen is. "Defect" heeft niets te maken met "kapot". Een massadefect kan optreden bij chemische reacties. Een massadefect treedt ook op bij de (natuurkundige) kernreacties in een kerncentrale (splijting van uraniumkernen) en in de zon (fusie van waterstofkernen).
Tijd is relatief
Albert Einsteins relativiteitstheorie toont aan dat licht een constante snelheid heeft en daarom ons begrip van tijd beïnvloedt. Tijd is relatief, en het feit dat we tijd anders waarnemen wordt tijddilatatie genoemd.
(aantal protonen*massa protonen+aantal neutronen*massa neutronen)-massa van het gehele atoom.
(natuurkunde) symbool voor het elektron.
1 eV = 1,602*10^-19 J dus 1 MeV = 1,602*10^-13 J.
Slimme en succesvolle mensen zweren erbij: weinig slaap. Bill Clinton, Winston Churchill en Albert Einstein sliepen allemaal minder dan vijf uur per nacht. En dit terwijl er door slaapcoaches acht uur gemiddeld wordt geadviseerd.
Albert Einstein werd geboren te Ulm, op 14 maart 1879 als eerste kind in een modaal Duits-joods gezin. Zijn vader werkte in een matrassenbedrijf maar werd kort daarna partner in het elektrotechnisch bedrijf van zijn broer, te München, zodat de familie naar die stad verhuisde in 1880.
Dat licht met zichzelf kan botsen, lijkt tegenintuïtief. Als je twee laserbundels op elkaar richt, ketsen ze immers niet op elkaar af; ze combineren tot een fellere lichtbundel. In extreem zeldzame gevallen, bij hoge energieën, kunnen lichtdeeltjes of fotonen echter wel degelijk botsen.
Ook het foton wordt beschouwd als een puntdeeltje.
Volgens deze berekening is de straal van het elektron kleiner dan 3 femtometer. (Een femtometer is 10-15 meter: een biljardste meter, of een miljoenste van een miljoenste millimeter.)
Ook de energie per foton van elektromagnetische straling wordt soms uitgedrukt in elektronvolt. Deze is evenredig met de frequentie. Bij een frequentie van 240 THz is die 1 eV.
Wat is ruimte, wat is tijd? Het klinkt als een eenvoudige vraag: de ruimte tussen twee objecten komt overeen met de afstand (die je kunt meten met een lineaal), en de tijd tussen twee gebeurtenissen meet je met een klok.
Licht reist met een ongelofelijke snelheid: 1 miljard kilometer per uur. Dat is 300.000 kilometer in 1 seconde. Het licht kan met die snelheid 10 rond de aarde reizen in 1 seconde. En het licht dat de zon op dit moment uitstraalt zien wij pas over 8 minuten op aarde.
Tijd en ruimte zijn onlosmakelijk verbonden. In Einsteins Algemene Relativiteitstheorie spreekt men dan ook van ruimtetijd, die gelijk is aan de innerlijke structuur van het heelal. Die structuur wordt 'verstoord' door zwaartekracht: ruimtetijd buigt door waar er zich massa bevindt.
Volgens Einstein en zijn relativiteitstheorie kan niets sneller gaan dan de lichtsnelheid. Iets wat sindsdien keer op keer door experimenten is bevestigd.
Er bestaan modellen waarmee tijdreizen mogelijk zouden zijn, maar volledig ontwikkeld zijn deze niet. Er bestaat bovendien geen experimenteel bewijs dat deze modellen juist zouden zijn, terwijl een experimenteel bewijs de enige manier is in de natuurkunde om de juistheid van een theorie vast te stellen.