Het doopsel is het fundamentele sacrament van christelijke intitiatie, en maakt een mens tot lid van de Kerk, de gemeenschap van gedoopten; door het sacrament van het doopsel wordt een mens opnieuw geboren: hij begint een nieuw leven 'in Christus'.
Dopen betekent letterlijk 'onderdompelen'. In de bijbel worden mensen ondergedompeld in water om alle zonden weg te spoelen en zo lichaam en geest te reinigen. De gedoopte is daarna officieel christen. Heel bekend is Johannes de Doper, die leefde in de tijd van Jezus.
Het belangrijkste symbool in de liturgie van het doopsel is water. De symboliek rond water beweegt zich rond twee brandpunten: leven en vruchtbaarheid enerzijds en dood en vernietiging anderzijds. Water bevrucht en water doodt, het brengt tot leven en doet verdrinken.
De doopkaars is een eeuwenoude traditie. De doopkaars staat symbool voor de herinnering aan dit sacrament van de christelijke initiatie. Ook hier weer refereert de kaars naar het licht wat symbool staat voor Jezus Christus. Om die reden wordt de doopkaars ook altijd aangestoken aan de paaskaars tijdens de doopviering.
De doop is een verbond – oftewel een belofte – dat u met God sluit. Als u zich laat dopen, dan belooft u om Hem te dienen en zijn geboden zo goed mogelijk te onderhouden.
Beste [naam], ik hoop dat je doopsel van vandaag een bron van geluk en plezier voor je verdere leven is. > Ik wens je een dag vol mooie herinneringen terwijl je omringd bent door mensen die van je houden en om je geven. Gefeliciteerd met je doop.
Het argument voor de kinderdoop is hier dat de Heere Jezus zegt: het koninkrijk der hemelen is van hen. Ingaan in Gods verbond betekent: onderdaan worden van Gods koninkrijk. De kinderen die deel uitmaken van de gemeente worden niet op één lijn gesteld met de kinderen van heidenen.
De doopkaars en doopkaart
De paaskaars brandt in iedere kerkdienst als een symbool voor het licht van Christus, waar de dopeling ook in delen mag.
De paaskaars is een kaars die in de paasnacht voor het eerst wordt ontstoken. Het symboliseert in de katholieke en in de protestantse liturgie het licht van de verrezen Christus . Het is een grote kaars, versierd met het kruis, de Griekse letters alfa en omega en het jaartal.
Gemiddeld geven mensen €50, met uitschieters tot €100 of zelfs €200. Oudere mensen geven meer dan jongeren. Meestal hebben mensen een duidelijk bedrag in hun hoofd, waar ze niet makkelijk van afwijken.
De ouders kan je een memorabel doop cadeau voor de baby geven zoals een gepersonaliseerd fotolijstje of een gipsafdruk van bijvoorbeeld het voetje van de baby. Richt jij je cadeau volledig op de baby dan kan je het beste denken aan een mooi stuk speelgoed, kleding of een handige accessoire.
Het doopsel is het fundamentele sacrament van christelijke intitiatie, en maakt een mens tot lid van de Kerk, de gemeenschap van gedoopten; door het sacrament van het doopsel wordt een mens opnieuw geboren: hij begint een nieuw leven 'in Christus'.
Een doopvont (van het Latijn fons = bron) of doopbekken is een waterbekken dat voor het bewaren van het doopwater en de toediening van de doop wordt gebruikt.
Tijdens een doop draagt de dopeling over het algemeen witte kleding. Vaak wordt er gekozen voor een lange witte jurk, zowel voor meisjes als jongens, dit is meestal een familiestuk en gemaakt van de bruidsjurk van een van de grootmoeders. Een moderne variant is een wit pakje of jurkje met kant en satijnen afwerkingen.
Na de doop krijgt de dopeling een doopkleed (wit kleed) omgewikkeld als beschermend kleed en als teken van nieuw leven. Binnen de katholieke kerk is het gebruikelijk dat een kind drie voornamen krijgt.
De gangbare christelijke kruissymboliek gaat terug op de kruisdood van Jezus Christus. In het Romeinse Rijk was een houten kruis een instrument om misdadigers ter dood te brengen door kruisiging. Vanwege het geloof in de verrijzenis van Christus werd het kruis onder christenen echter een symbool voor eeuwig leven.
'Kaarslicht staat symbool voor de verbinding tussen hemel en aarde en wordt dan ook gebruikt om doden te gedenken. Een kaars aansteken is een middel om concreet wat te doen met iets wat zo onzeker, vaag en ongrijpbaar is als de dood. Het maakt het gemis van een dierbare tastbaar.
Pasen is het feest ter herdenking van Christus' Verrijzenis uit de dood. Gelovigen vieren de toegang tot een nieuw en eeuwig leven. In de viering van Pasen vallen twee belangrijke onderdelen te onderscheiden: de paaswake in het duisternis van de paasnacht en de dagmis van paaszondag.
Er staat geen leeftijd voor. Vroeger was het gebruikelijk om het kind de dag na de geboorte te laten dopen, maar nu doet bijna niemand dat meer.
Doopkleding voor kinderen
Dit gebeurde omdat men het risico wilde vermijden dat het kind ongedoopt zou sterven. Er was toen nog geen speciale kleding voor de dopeling; het kind werd ingebakerd naar de kerk gebracht en vaak naakt gedoopt. Wel had men soms speciale omslagdoeken (wikkelkleden) voor de baby.
Daarom behoren de kinderen van gelovige ouders gedoopt te worden. Zij behoren door hun geboorte bij het genadeverbond en ontvangen als “teken en zegel” daarvan de heilige doop. De kinderdoop is een zichtbare uitbeelding van de afwassing van zonden en de wedergeboorte.
HC 74 zegt dat ook aan de kinderen de Heilige Geest die het geloof werkt, is beloofd. Hij wil kinderen leren als gedoopte kinderen te leven. Precies daarom beloven ouders die hun kindje laten dopen, het te onderrichten in het geloof.
Wij lezen: "En hoewel de kinderen der christenen uit kracht van het verbond moeten gedoopt worden, zo is het nochthans niet geoorloofd de volwassenen te dopen, tenzij die te voren, hun zonden gevoelende, belijdenis doen van hun boetvaardigheid en van hun geloof in Christus." Het formulier wijst op het verschil tussen ...
Wijwater, heilig water of doopwater is water dat door een priester gewijd is. Dit water wordt in de katholieke kerk gebruikt bij verschillende religieuze handelingen.
Hoog spreekgestoelte, bestemd voor priester of predikant om tijdens de christelijke godsdienstoefening de preek te houden. Aanvankelijk een licht, verplaatsbaar gestel, sinds het midden van de 13e eeuw een stenen bouwsel met een vaste plaats in de kerk. In de Renaissance kwam de houten preekstoel in gebruik.