Buso is een letterwoord, een afkorting die gevormd is met de beginletters van afzonderlijke woorden (buitengewoon secundair onderwijs) en die als één woord uitgesproken wordt ([buuzoo]).
BuSO staat voor Buitengewoon Secundair Onderwijs.
Buso is slang voor "slim", "sluw" of "vaardig" . Een vertaling zou "gek worden" kunnen zijn, maar drukt de betekenis niet echt uit. Een vertaling naar een bekendere Engelse uitdrukking zou "maak je klaar" of "ga ze halen" zijn, zoiets.
In het BuSO kan je toewerken naar verschillende doelen: je kan een beroep aanleren, je kan je voorbereiden op je volwassen leven of je kan een diploma secundair onderwijs behalen. Het BuSO is daarom georganiseerd in verschillende afdelingen of opleidingsvormen.
Binnen hetzelfde studiegebied mag een leerling altijd overstappen naar een andere richting. Voor een ander studiegebied beslist de klassenraad of dat kan, behalve in het studiegebied personenzorg kan dit niet. Voor het 7de jaar gericht op het hoger onderwijs bso maakt het studiegebied van het diploma niet uit.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Als je slaagt krijg je een getuigschrift alternerend beroepsopleiding, indien niet geslaagd dan ontvang je een attest. Je kunt ook nog een opleiding volgen bij de VDAB, Syntra of in het Volwassenonderwijs.
Algemene en sociale vorming (ASV) bestaat uit de vakken godsdienst, taal, rekenen, GASV (geïntegreerde ASV), lichamelijke opvoeding en creatieve activiteiten. GASV heeft als doel: ondersteunen van de beroepsgerichte vorming (BGV).
Type 2: verstandelijke beperking. Type 3: emotionele of gedragsstoornis (zonder verstandelijke beperking) Type 4: motorische beperking. Type 5: leerlingen in een ziekenhuis, preventorium of residentiële setting.
bus (zn): autobús.
slipper (zn): bamba. , calipso.
Type 2: verstandelijke beperking
Leerling heeft een IQ lager dan 60 en er zijn belangrijke beperkingen binnen het sociaal aanpassingsgedrag. Deze problemen moeten zich voor de leeftijd van 18 jaar uiten.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 7 richt zich binnen Stedelijk Onderwijs tot kinderen met Spraak- en Taalontwikkelingsstoornissen (STOS).
Je kan ervoor terecht in scholen voor voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, in centra voor deeltijds onderwijs (CDO) of in Syntra-campussen. In het buitengewoon secundair onderwijs (buso) kan je een opleiding duaal leren volgen in de opleidingsvormen 3 en 4 (OV3 en OV4).
Adaptive-servoventilatie (ASV)-machines helpen mensen met bepaalde vormen van slaapapneu om dieper te slapen en uitgerust wakker te worden. In tegenstelling tot andere positieve luchtdrukmachines hebben ASV-machines ingebouwde sensoren die uw ademhaling volgen en kamerlucht naar uw mond en neus sturen wanneer uw lichaam dat nodig heeft.
Algemene Subsidieverordening | Lokale wet- en regelgeving.
Kandidaten met een diploma HSO kunnen voor ASV aangeworven worden. buitengewoon onderwijs kunnen de opleiding volgen en zij kunnen nadien als leraar ingezet worden en een integrale benadering realiseren voor de leerling met specifieke zorgnoden.
BuSO of Buitengewoon Secundair Onderwijs is een onderwijsvorm bedoeld voor leerlingen die tijdelijk of permanent extra ondersteuning nodig hebben. Mogelijke redenen daarvoor zijn een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, gedragsproblemen en/of emotionele problemen, zware leerstoornissen.
Normaalgezien is dit niet mogelijk.
Na het eerste jaar B-stroom kan de leerling starten in het eerste jaar A-stroom of in het tweede jaar B-stroom, het zogenaamde beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). Na het beroepsvoorbereidend leerjaar stroom je door naar de tweede graad bso.
Zeggen dat autisme een stoornis in de informatieverwerking is, is dus hetzelfde als zeggen dat autisme een psychische stoornis is. Doordat psychiaters en klinisch psychologen dominant zijn in het bepalen van het beeld dat mensen van autisme hebben wordt autisme vooral als een psychische stoornis beschreven.
Graad 2: je hebt duidelijke problemen door tekorten in de sociale communicatie, interactie en kenmerken op het gebied van HBB (Herhalende gedragspatronen, Beperkte interesses en Beperkte activiteiten). Je kunt moeilijk zelfstandig functioneren en effectieve ondersteuning is nodig.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen met een motorische en/of meervoudige beperking. Binnen het stedelijk buitengewoon onderwijs kunnen de leerlingen een volledig leertraject, van kleuter tot schoolverlater, volgen op dezelfde locatie.