De Melkweg is een spiraalvormig sterrenstelsel. De aarde bevindt zich op ongeveer 25.000 lichtjaar van het middelpunt van de Melkweg. Midden in de Melkweg bevindt zich het zwarte gat Sagittarius A*. Kijk je hiernaar vanaf de aarde, dan staat dit zwarte gat in het sterrenbeeld Boogschutter, ofwel Sagittarius.
Onze zon bevindt zich bijna 27.000 lichtjaar van de kern van de Melkweg, ofwel ongeveer halverwege tussen het centrum en de rand ervan. Ons zonnestelsel bevindt zich tussen de twee hoofdarmen - Scutum-Centaurus en Perseus, binnen de kleine deelarm die de Orion-arm of Orion-uitloper genoemd wordt.
De afstand tot het centrum van het Melkweg stelsel bedraagt ongeveer 25.000 lichtjaar. De zon bevindt zich ongeveer 25 parsec boven de galactische evenaar.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
In het centrum van onze Melkweg bevindt zich een reusachtig zwart gat. Dit zwarte gat heet Sagittarius A*. Het is een relatief kalm zwart gat, maar van tijd tot tijd wordt Sagittarius A* wakker.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
Op een bepaald moment is deze singulariteit begonnen met uitdijen en dat noemen wetenschappers de oerknal. De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuĆ¼menergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht.
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien. Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
Er is een nieuwe recordhouder in de ruimte: een gammaflits die op 23 april werd waargenomen komt van een object dat 13,1 miljard lichtjaar ver staat. De leeftijd van het heelal is 13,7 miljard jaar, dus deze flits is slechts 600 miljoen jaar na de oerknal ontstaan.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
Wetenschappers maakten een kaart met de gebieden waar de Melkweg niet langer zichtbaar is vanaf de aarde. Ook in Nederland is het sterrenstelsel niet te zien. De wetenschappers gebruikten onder meer satellietbeelden om de lichtvervuiling in kaart te brengen.
Het einde van de zon
Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.
Je kunt het zien op een donkere, maanloze nacht. De maan geeft namelijk ook veel lichtvervuiling. Je ziet dan een wazig lichtbaan aan de hemel staan. In Nederland is dit lastig vanwege de vele lichtvervuiling wat wij hebben (kassen, straatverlichting etc.).
De aarde is een van de in totaal 8 planeten die om de zon heen draaien. Ze is in grootte de vijfde planeet en de derde planeet vanaf de zon in ons zonnestelsel; zij staat iets minder 150 miljoen km van de zon af.
De Melkweg kan een donkere, zomerse hemel vullen met duizenden sterren. Hij is zo groot dat je hem met het blote oog kunt zien. Ga gewoon naar een donkere, afgezonderde plek. Als je op het noordelijk halfrond bent, kijk dan naar het zuiden.
Let op: Wij verlenen uitsluitend toegang aan bezoekers die gebruik maken van de CoronaCheck-app. Testuitslagen via een GGD-teststraat, andere teststraat, een zelftest of een ander bewijs zijn dus niet geldig. Op deze website staat een actueel overzicht van alle testlocaties in Nederland.
Nee, voor zover wij weten is er geen einde aan de ruimte. Het heelal is oneindig groot.
Het heelal dijt uit, waardoor de fotonen in de kosmische achtergrondstraling 45 miljard lichtjaar reisden om er te komen. Hierdoor heeft het zichtbare universum een doorsnee van circa 90 miljard lichtjaar. Toch is het heelal minimaal 250 keer groter, zo blijkt uit een nieuwe wiskundige berekening.
Alle andere kosmologische waarnemingen suggereren dat het universum plat is. Dat wil zeggen dat het geen kromming heeft, net als een vel papier. Deze Planckwaarnemingen suggereren dat het 'gesloten' of bolvormig zou kunnen zijn.
Het Heelal heeft geen centrum, of middelpunt. De standaard analogie is die van een ballon. Het oppervlak van een ballon wordt groter als je 'm opblaast, maar dat gebeurd niet vanuit een centrum dat op het oppervlak zelf ligt.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop. Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen.
Licht reist met een zeer hoge snelheid van ca. 300.000 kilometer per seconde, maar zelfs de dichtstbijzijnde ster staat al zo ver weg dat het licht er ruim vier jaar over doet om ons te bereiken. We zien die ster dus zoals hij er ruim vier jaar geleden uitzag.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.