Maar om op je vraag te antwoorden: 's nachts (of bij slecht weer) hangen vlinders onder blaadjes in bomen of struiken, of ze kruipen in holletjes tussen stenen of andere voorwerpen om er een slaapje te doen.
Overwinteren als vlinder
Soorten die in Nederland als vlinder overwinteren zijn de citroenvlinder, de dagpauwoog, de gehakkelde aurelia en de kleine vos. Sommige vlinders kruipen weg in een beschut hoekje in een schuur of in een holle boom. Ze houden een soort winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn.
Sommige vlinders houden een winterslaap. Zij kunnen goed tegen vorst, dankzij een soort 'antivries' in hun lijf. Doodstil hangen ze, totdat het voorjaar zich weer aandient. Met het lekkere weer van de afgelopen dagen worden ze wakker en kan je ze rond zien vliegen.
Zorg voor een beschutte plek, vlinders houden niet van wind. Dus staat er vaak veel wind in je tuin, zorg dan voor een windvrije plek met bijvoorbeeld wat grotere planten die de wind tegenhouden. Let wel op dat je de windvrije plek in de zon maakt.
Ze verschuilen zich, als het kouder wordt, in een schuurtje, een bunker of een houtstapel. Daar wachten ze af tot het weer voorjaar wordt. Soms komt zo'n overwinteraar per ongeluk in je huis terecht: zet hem dan rustig buiten. Hij zal dan zelf een goede plek zoeken om te gaan overwinteren.
Dit concept komt overeen met de vlinder. Ze zijn niet alleen synoniem voor verandering en transformatie, maar ook voor vele andere kwaliteiten in het leven. Ze staan voor creativiteit, vrijheid, liefde en harmonie. Implementeer deze krachten in je dagelijks leven om je gloednieuwe transformatie te beginnen.
Een overwinterende vlinder kan je het beste even vangen in een glas. Als je de vlinder vervolgens op een koude, veilige plek met de poten tegen de wand aan zet zal hij zich snel vastgrijpen en kun je hem loslaten. De volgende dag is hij waarschijnlijk wel verplaatst, want hij zoekt zelf de beste plek uit.
Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige dieren omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten.
De meeste vlinders leven van nectar, een stroperig vocht dat ze uit bloemen halen. In nectar zitten suiker en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vooral de vrouwtjes hebben dit nodig om eitjes aan te maken. Behalve nectar uit bloemen eten sommige vlinders nog ander voedsel.
De levensduur van de vlinder varieert van enkele dagen tot twee of drie weken maar soorten die als vlinder overwinteren leven zelfs een aantal maanden. Het belangrijkste doel in het leven van een vlinder: zich voortplanten.
Ze gaan daar in winterslaap en kunnen prima tegen de kou. Tien en zelfs twintig graden vorst kunnen ze prima hebben. Om een vlinder veilig te verplaatsen pak je deze met dichte vleugels tussen wijs- en middelvinger (Bron: Kars Veling)Dat geldt ook voor dagpauwoog en kleine vos.
Een aantal soorten vlinders kan geluiden opvangen met de antennes en dienen dus als gehoor, niet alle vlinders kunnen geluiden horen, bij vlinders die dat wel kunnen zijn er viert typen gehoororganen waar dit er één van is.
Vlinders moeten vrij zijn om echt te gedijen. Het is alleen mogelijk om ze in gevangenschap te houden als je een grote tuin hebt waar je ze in kunt houden. Bovendien migreren veel soorten; ze kunnen maar kort bij je blijven als je wilt dat ze leven.
Vlindervleugels zijn superkwetsbaar. Als er een te grote regendruppel op de vleugel van een vlinder landt, kan het kleurrijke diertje doodgaan. Daarom verstopt-ie zich tijdens een regenbui onder grote bladeren, in struiken, onder hout en in het gras.
De vlinders leven bijna overal: bergen, woestijn, moerassen, weide, tuinen, open plekken, kustgebieden en steden. Vlinders kunnen zich gemakkelijk aan hun leefgebied aanpassen. Er zijn ook trekvlinders.
Doordat je de vleugels gelijk knipt ontstaat er ook weer een goede balans. Dit stelt de vlinder in staat om weer te vliegen, al zullen dit geen hele grote afstanden zijn. De beste methode is de vlinder met dichtgeklapt vleugels vasthouden. Knijp de vleugels licht tegen elkaar zodat hij niet weg kan vliegen.
Er zit maar een piepklein beetje nectar in elke bloem. Daarom moet een vlinder bij heel veel bloemen langs voor zijn honger gestild is. Elke keer stopt hij z'n dunne slurf erin en zuigt de nectar op. Alsof het een rietje is.
Om deze sensoren goed te laten werken, voorziet het lichaam ze actief van insectenbloed en zuurstof. Dit gebeurt via een klein extra 'hart' in de vleugel. Dit pompt het bloed door de vleugel heen, zodat het goed verdeeld wordt. Delen die belangrijk zijn, krijgen zo genoeg bloed.
Licht. Het onderzoek wees uit dat alle vijftien fotoreceptoren van de insecten worden gestimuleerd door specifieke kleuren. Eén van de cellen reageerde bijvoorbeeld sterk op ultraviolet licht. Drie andere soorten receptoren werden vooral geactiveerd door blauwtinten en weer vier andere cellen reageerden op groen licht.
Reumer schreef een fascinerende zin: 'Vlinders hebben weliswaar een simpel zenuwstelsel, maar zoiets als hersenen ontbreekt volledig en slim zijn ze dus niet. ' Toevallig weten wij precies wat deze diertjes bespaard is gebleven, maar je vraagt je wel af hoe zij, hersenloos, door hun dag heen komen.
Elke vlinder heeft z'n favoriete bloem of plant. Ze drinken van de nectar die in bloemen zit. Daarom kun je die vlinders goed lokken met suikerwater, dat is net zo zoet als nectar. Sommige soorten - zoals de atalanta - houden meer van rottend fruit.
Naast de opvallende vleugels van veel soorten zijn ook de grote, samengestelde ogen van de vlinder heel opvallend. Deze ronde bollen, met honderden kleine, zeshoekige facetten, bevinden zich aan de zijkanten van de kop. Daartussen steken twee lange antennen, die bij dagvlinders altijd eindigen in een knopje.
Loop een rondje door de tuin en noteer gedurende 15 minuten alle vlinders die je ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan kan het zijn dat je vlinders twee keer telt. Geef dus alleen het hoogste aantal door van een soort die je tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: je ziet eerst 3 dagpauwogen tegelijk.
Til de vlinder op en leg hem op het keukenpapier zodat hij het voer kan proeven. Doe dit vervolgens met al je vlinders. Als je niet voorzichtig bent, kun je de vlinders heel gemakkelijk ernstig verwonden door ze op te pakken.
De vlinders zullen niet komen als je geen voer in je voerbak doet! Vlindervoer maken doe je door water met suiker te mengen. Warm het mengsel op totdat de suiker oplost en laat het afkoelen.