Ten eerste houdt de beer niet echt een winterslaap. Bij beren heet dat winterrust. Beren gaan in de zogenoemde winterrust vanwege hun omvang. Zoogdieren die in winterslaap gaan, zijn echt de hele winter niet te zien.
Beren zijn geen echte winterslapers, maar houden een winterrust. Toch werkt het ontwaken bij hen hetzelfde als voor échte winterslapers als de grondeekhoorn. Allen hebben een interne klok die regelt wanneer het tijd is om weer actief te worden. “Die klokt werkt behoorlijk nauwkeurig”, zegt bioloog Roelof Hut.
De bruine beer heeft het grootste verspreidingsgebied van alle beersoorten. Hij komt voor in Scandinavië, de Balkan, Eurazië, delen van Azië en in Noord- Amerika. De bruine beer leeft in veel verschillende gebieden, zoals in uitgestrekte bossen, bergachtige gebieden en toendra's.
Een beer kan wel 100 dagen in winterslaap doorbrengen. Als een mens zo lang in bed zou blijven liggen, wordt het bloed stroperig en ontstaan er bloedpropjes.
Beren gaan jaarlijks in winterslaap, of eigenlijk winterrust. Voordat ze gaan pitten, eten ze grote hoeveelheden voedsel om hun vetreserves op peil te krijgen. Vervolgens vertraagt hun hartslag tot ongeveer vijf slagen per minuut, maar de lichaamstemperatuur blijft vrij constant.
In geval van nood/extreme kou of iets anders, kan een slak 3 jaar zonder te eten slapen.
Voordat de beer in winterrust gaat, eet hij zich vol aan plantaardig materiaal zoals bessen, eikels en berkenbast. In het Belgische en Nederlandse klimaat houden veel dierentuinberen helemaal geen winterrust (terwijl ze vaak een betere laag wintervet aanleggen dan hun wilde soortgenoten).
Als zwarte beren hun winterslaap houden, vertraagt hun ademhaling en daalt hun lichaamstemperatuur met zo'n 6,5 graad – laag genoeg om hun stofwisseling met de helft te vertragen, maar hoog genoeg om te kunnen reageren op gevaren.
Sommige dieren, zoals egels, vleermuizen, hazelmuizen en hamsters houden een winterslaap. Andere dieren, zoals beren, dassen en eekhoorns houden een winterrust.
De winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie (lage lichaamstemperatuur). Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en soms zelfs tot 8 maanden.
Omdat de beren zo groot zijn eten ze wel tot 18 kg voedsel per dag. Beren zijn verzot op zoetigheid en vallen bijennesten aan om zich te voeden met honing.
Enerzijds zijn er grote roofdieren zoals leeuwen en beren: die zien mensen als voedsel en jagen er zelfs op. Anderzijds heb je dieren zoals hyena's, die wanneer ze de kans krijgen een kind zullen meegraaien, maar een volwassene pas zullen aanvallen indien ze worden uitgedaagd.
Ten eerste houdt de beer niet echt een winterslaap. Bij beren heet dat winterrust. Beren gaan in de zogenoemde winterrust vanwege hun omvang. Zoogdieren die in winterslaap gaan, zijn echt de hele winter niet te zien.
We hadden van hen niets anders verwacht: bijen cocoonen in een nest. Ze overwinteren als volwassen bij of als rustlarve en soms spinnen ze zelfs een cocon om zich heen om zich extra te beschermen. En dan vertrekken ze, heerlijk ingeduffeld, voor een lange winterslaap.
Leefwijze en voedsel
Een konijn is plaatstrouw en houdt geen winterslaap. Meestal wonen de konijnen in uitgebreide, zelfgegraven gangenstelsels met vele gangen en kamers (wrangen), maar soms wonen ze in oude vossen- of dassenburchten.
Naast vele vogels zijn er ook andere dieren die migreren. Voorbeelden hiervan zijn sommige soorten vlinders, padden, palingen, walvissen, rendieren, gnoes en zeeschildpadden. Vlinders die migreren zijn de monarchvlinder, de oranje luzernevlinder en de bogongvlinder.
Deze dieren houden geen winterslaap
De dwergmuis is constant op zoek naar eten, dat in de koude wintermaanden hoofdzakelijk bestaat uit insecten. Daarnaast zijn er ook dieren die geen winterslaap houden, maar een winterrust. Beren, dassen en eekhoorns zijn daar bekende voorbeelden van.
Kikker zijn koudbloedig en voor hun lichaamstemperatuur afhankelijk van de temperatuur van hun omgeving. Hoe kouder het is, hoe trager kikkers zijn. Dat betekent dat ze in het najaar alleen nog maar jagen als het middagzonnetje schijnt. Wordt het echt te koud, dan zoeken ze een schuilplaats om de winter te overbruggen.
Een winterslaap die buiten wordt gehouden loopt meestal van midden oktober tot eind april. Binnen kan de winterslaap korter gehouden worden (begin november- begin maart). Wanneer de schildpad actiever wordt in de lente moet hij gebaad worden in lauw water. Hij moet beginnen eten binnen de 2 weken.
De winterslaap begint in oktober/november en duurt tot april/mei. Egels houden hun winterslaap in een winternest, dat wordt gemaakt van droge bladeren.
Naast de gebruikelijke activiteiten als eten, hun vacht onderhouden, hun leefgebied tegen ongenode gasten beschermen en hun nest onderhouden en bouwen, moeten de dieren nu ook voedsel verzamelen om de winter door te komen. Eekhoorns houden namelijk geen winterslaap.
Het dier heeft zich aangepast aan verschillende leefgebieden: zo leven er beren in Azië, Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Sommigen leven in grotten, anderen weer in holen; de meesten leven wel alleen. De dieren verplaatsen zich over land, maar kunnen ook goed klimmen en zwemmen.
De beer is een alleseter: hij eet planten, wortels, paddenstoelen, vruchten, maar ook vis, insecten en kleine zoogdieren. Hij is ook dol op honing, maar dat wist je waarschijnlijk al, nietwaar?!
Beren eten niet altijd alles. Soms kunnen ze een jaar enkel gras, wortels en bessen eten. Een andere belangrijke voedselbron voor de bruine beer zijn vogeleieren.