De spant is een verticale balk (eveneens van hout of metaal), deze komt op de gording te rusten. Een spant wordt ook weleens een staander genoemd. De spant loopt evenwijdig aan de nok en dakgoot. De spant komt ter ondersteuning van de gordingen.
Een muurplaat is een houten balk die op zijn plat op de muur wordt gelegd (bij een hellend dak) en waarop bv. de gordingen of de gootbeugels bevestigd worden. Doel van de muurplaat is het dakvlak met de gevel te verbinden en zo de krachten van het dak door te geven aan muur of vloer.
Daklijsten steken vaak iets uit en kunnen rijk gedecoreerd en geprofileerd zijn. Ook de plank die de zijkant van een overstekend plat dak afsluit wordt daklijst genoemd. Bij een molen worden de balken waarop de spantbenen van de kap rusten daklijst genoemd. Een rijk versierde daklijst wordt ook wel kroonlijst genoemd.
Een gording is een houten balk of ligger aangebracht in de lengterichting van kap of dak, de twee korte zijden zijn evenwijdig aan het te dragen dakvlak.
“De afstand van gording tot gording bedraagt 1,60 m, dit is normaal te ver, dit mag max. 1,30 m zijn”, zegt Erik Broekhoven, zaakvoerder van Dakwerken Broekhoven.
Een gordingkap is een dakconstructie bestaande uit houten draagbalken (gordingen) in de lengterichting van het dak. Deze grote zware balken dragen af op de draagmuren. In de draagmuren zitten inkepingen waar de gordingen in passen. Een sporenkap bestaat uit houten draagbalken (sporen) die van de nok naar de goot lopen.
Bitumen dakbedekking gaat gemiddeld 25 jaar mee; Riete daken gaan vaak minder dan 30 jaar mee; Een pannendak gaat 40 – 80 jaar mee; PVC daken gaan ongeveer 20 – 25 jaar mee.
Een dakbeschot bestaat uit platen waarmee dakdekkers het dak van uw woning dichtmaken. Het plaatmateriaal zorgt er dus voor dat de ruimte onder het dak winddicht wordt gemaakt. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat u daar dan kunt leven. Daarom plaatst men daaronder vaak isolatie.
Het dakbeschot is de onderste laag van het dak welke het dichtst tegen de rest van uw woning aanligt. Het dakbeschot is heel belangrijk omdat de dakbedekking erop rust of op wordt vastgezet. De belangrijkste functie van een dakbeschot is om een zo'n aangenaam mogelijk binnenklimaat te creëren.
'Dakopstand': opstaand deel in het dak waartegen de dakbedekking wordt opgezet. 'Dakrand': de plaats waar de beëindiging van het dakvlak en de beëindiging van het bouwwerk samenvallen. 'Dakruiter': Torentje op de nok van een gebouw, vaak een kerk. 'Daktuin': het tuingedeelte van een tuindak.
Deze daktrim wordt ook wel dakrandprofiel genoemd. Doel van een daktrim is er voor te zorgen dat uw dakbedekking op de plaatst blijft en zo kunt u inwatering voorkomen.
Dakpannen worden verankerd met panhaken van roestvast staal. De manier waarop de dakpannen verankerd zijn, is niet alleen afhankelijk van de windbelasting van het dak, maar ook van het dakpanmodel.
ALs de dakhelling flauw is dan kun je wel over de pannen lopen. ALs deze stijl is, dan kun je de pannen misschien omhoog schuiven, dit kan meestal bij beton pannen(bij nieuwere woningen), anders idd wat pannen weghalen.
Bij het dubbel isoleren van een plat dak is deze methode echter allesbehalve aangeraden. De dakconstructie zit namelijk niet mee in de isolatieschil en staat dus bloot aan grote temperatuurschommelingen. Dat kan schade veroorzaken door het krimpen en uitzetten.
Het onderdak maakt je dak waterdicht en zorgt voor de warmte-isolatie van een ruimte. Ook houdt het vorst en insecten tegen en moet het brandwerend zijn. Heb je een oud huis waarvan het hellende dak is voorzien van leien of dakpannen, zonder dit dakgedeelte dan weet je haast zeker dat het dak niet geheel waterdicht is.
Dankzij het dakbeschot kunt u over uw dak lopen of hier dakpannen op aanbrengen. Als u geen goed dakbeschot heeft, dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat hier verandering in komt. Zonder goed dakbeschot hebben weerelementen meer kans in uw huis en kan er lekkage ontstaan.
Waarom worden dakpannen soms groen? De groene aanslag die soms zichtbaar is op dakpannen wordt veroorzaakt door algen en korstmossen en soms door mossen. Mossen hebben namelijk behoefte aan een poreus en continue vochtig substraat dat mineralen levert.
Dakgrind, ook wel ballastgrind genoemd, wordt doorgaans geadviseerd als ballast op een plat dak, het voorkomt het opwaaien van de dakbedekking bij veel wind. Om te voorkomen dat de dakbedekking opwaait wordt er een laag dak grind over gelegd. Al is niet elk plat dak voorzien van dakgrind.
Gordingen lopen van spant tot spant of van spant tot de muur of andere oplegpunten, indien noodzakelijk. Als we kijken naar houten kapconstructies dan is de onderlinge afstand tussen gordingen zo'n 110 tot 150 centimeter. Deze afstand wordt bepaald met berekeningen. Deze worden meestal door een constructeur uitgevoerd.
Een scharnierkap is een kapconstructie waarbij de hellende delen aan de nok scharnieren. Het gehele dak vouwt zich als het ware open als een boek. De scharnierkap is een speciaal type sporenkap; meestal is het een zadeldak dat bestaat uit sandwichpanelen.
warm dak. Een warm dak is een dakconstructie waarbij de isolatie aan de bovenzijde van de dragende constructie is aangebracht (boven beton, of balklagen en dakbeschot). De waterkerende laag (de dakbedekking) bevindt zich boven de isolatie.