Zet je handen midden op de borstkas. Duw het borstbeen 5 à 6 centimeter in. Doe dit 30 keer in een tempo van 100-120 keer per minuut.
Haak je handen in elkaar en zet ze midden op de borstkas. Strek je ellebogen en breng je schouders recht boven je handen. Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in. Geef 30 borstcompressies in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut.
Mond-op-mondbeademing en hartmassage
Door de hartmassage blijft de bloedstroom naar de hersenen en het hart behouden. Gedurende de eerste twee minuten na een hartstilstand beschikt het hart nog over voldoende zuurstof. Daardoor kan de reanimatie succesvol zijn zonder mond-op-mondbeademing.
Wanneer een slachtoffer in stabiele zijligging ligt, dient men tenminste elke minuut de ademhaling te controleren middels kijken, luisteren en voelen. Daarvoor zijn verschillende technieken. Belangrijk is dat de hulpverlener overtuigd is dat het slachtoffer een normale ademhaling heeft.
Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start? 1-1-2 bellen. Het slachtoffer verplaatsen naar de begane grond. Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen.
Hierbij valt te denken aan een reanimatie, een zeer ernstig ongeval of vanwege tilassistentie. Om de noodzakelijke handelingen zo snel en kundig mogelijk uit te kunnen voeren worden er soms twee ambulances gestuurd. Twee verpleegkundigen en twee chauffeurs voeren dan gezamenlijk de nodige handelingen uit.
De cijfers samengevat: series van 30 keer, 5 tot 6 cm diep, 100 tot 120 keer per minuut. Na deze 30 borstcompressies ga je 2 beademingen geven.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Wat doe je bij een bewusteloos slachtoffer dat niet ademt? Bel of laat 112 bellen en zet de telefoon op de luidspreker. Laat een AED halen als deze beschikbaar is. Volg de instructies van de centralist en de AED.
Raak het slachtoffer niet aan tijdens de analyse, het opladen en het toedienen van de elektrische schok. Het slachtoffer aanraken tijdens de analyse kan bewegingen veroorzaken die storen bij de interpretatie van het hartritme en de toediening van een elektrische schok kunnen vertragen.
Vroegtig starten met het geven van borstcompressies en beademingen vergroot de kans dat het slachtoffer zijn hartstilstand overleefd en wordt de kans op eventuele restschade verkleind. Hoe eerder gestart wordt met reanimatie des te groter de kans dat de reanimatie succesvol is.
Tips en tricks. Verwar gaspen nooit met een normale ademhaling. Bij gaspen is er geen ademhaling en wordt er dus geen nieuw zuurstof in het bloed opgenomen. Daarnaast is het een teken van een circulatiestilstand en moet er dus een reanimatie gestart worden.
Verwijder alle kleding van de borstkas (gebruik eventueel de kledingschaar). Zet de AED aan. Sommige starten door een deksel te openen, andere moet je aan zetten met een aan/uit knop. Haal de elektrodestickers uit de verpakking en plak ze in 1 keer op de juiste plek.
De snelle kantelmethode wordt gebruikt om een bewusteloos slachtoffer dat op de rug ligt snel op de zij te draaien als hij gaat braken. Het slachtoffer wordt hierbij bij de schouder en de heup gepakt en op de zij gedraaid richting de hulpverlener.
Mocht je iets moeten doen omdat het slachtoffer bijvoorbeeld in gevaar is of bewusteloos op de rug ligt en moet braken, beweeg het slachtoffer dan heel voorzichtig. Benader het slachtoffer, zoals altijd maar nu in het bijzonder, aan de kant van het gezicht.
Wil een slachtoffer absoluut niet dat je iets doet, dan doe je het ook niet! Je kunt hulp aanbieden, maar niet opdringen. Voor beschutting zorgen is één van de eerste dingen die de hulpverlener kan doen. Omstanders kunnen al als windscherm dienen.
Een AED kan een schok geven om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen. Een AED geeft geen schok als het hart echt stil staat. Een AED geeft ook geen schok als je bewusteloos bent, maar je hart goed werkt.
Bij waarneming van gaspen zal direct een reanimatie gestart moeten worden. Schakel ook direct 112 in. Let op: een reanimatie bij een drenkeling is anders dan regulier. Start de reanimatie eerst met 5 beademingen om zuurstof toe te voeren.
Bij een agonale ademhaling gelden dezelfde richtlijnen als bij geen ademhaling. Er wordt geen bloed meer in het lichaam rondgepompt waardoor de organen geen zuurstof ontvangen. Het is dan belangrijk dat er direct wordt gestart met reanimeren om zo de functie van het hart over te nemen.
Een agonale ademhaling houdt gemiddeld 30 seconden tot 1 minuut aan. Iemand met een agonale ademhaling moet onmiddellijk gereanimeerd worden, bij voorkeur ondersteund door een AED. Agonale ademhaling is niet hetzelfde als, en niet gerelateerd aan doodsgereutel.
De bediener heeft vervolgens de leiding bij de reanimatie. Zeg tegen reanimator door te gaan en ga met de elektroden (plakkers) zonodig om de handen heen bij de compressieplaatsen om de elektroden op de goede plaats te plakken. Elektroden meteen op de goede plaats bevestigen.
Soms worden de kinderelektroden geplakt zoals bij een volwassene, soms één voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen. Indien alleen volwassen elektroden beschikbaar: plak dan één elektrode voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen.
Leg daarvoor een hand met gespreide vingers op de bovenbuik net onder de borstkas met je vingers naar het hoofd wijzend. Je andere hand met gespreide vingers ertegenover op de rug. Dit blijf je doen tot de ademhaling verandert of tot het ambulance-personeel het slachtoffer van je overneemt.