De noodverlichting moet geplaatst worden bij evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen, liftkooien, zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, de lokalen waarin de autonome stroombronnen of de pompen voor de blusinstallaties opgesteld zijn, de stookafdelingen, de centrale controle– en bedieningspost en ...
De eisen rondom de kleuren, luminatie, verhouding tussen luminatie en verhouding tussen kleuren wordt hierin ook omschreven. Anti paniekverlichting zal minimaal 0,5 lux moeten hebben en moet ook 60 minuten kunnen branden, binnen 15 seconden nadat de stroom uitvalt.
Je bent verplicht om noodverlichting te plaatsen aan de buitenkant van iedere deur die in geval van nood gebruikt wordt.
Je bent verplicht om noodverlichting te voorzien in alle gebouwen ongeacht de grootte. Het maakt hierbij ook niet uit of het nu gaat om arbeidsplaatsen of niet. Elk gebouw is verplicht om noodverlichting te voorzien.
Veiligheidsverlichting: zorgt voor herkenning van evacuatiemiddelen en veilige evacuatie van personen bij uitval van de normale kunstverlichting. Noodverlichting: zorgt bij uitval van de normale kunstverlichting dat activiteiten kunnen verder gezet worden om gevaarlijke situaties te voorkomen.
In veel appartementencomplexen is noodverlichting verplicht. In het Bouwbesluit staat dat in gebouwen waar meer dan 75 personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn, noodverlichting verplicht is. Tevens dient de noodverlichting goed onderhouden te worden.
Arbowet noodverlichting
In de Arbowet is gesteld dat werkgevers er verantwoordelijk voor zijn dat er aan werknemers een veilige uitweg wordt geboden in noodsituaties. Alle plekken waar arbeid verricht wordt en iedereen die arbeid verricht is onderdeel van de Arbowet.
Alle werkruimten moeten in geval van nood snel kunnen worden verlaten door meerdere (nood)uitgangen. Hiertoe moeten deze ruimten zijn voorzien van minimaal twee zover mogelijk uit elkaar gelegen uitgangen. De afstand die in een ruimte moet worden afgelegd om een uitgang te bereiken, mag niet meer bedragen dan 30 meter.
Een vluchtroute is minimaal 0,85 m breed en (op een paar uitzonderingen na) 2,30 meter hoog. Deuren tussen ruimten die aansluiten op de vluchtroutes moeten – met uitzondering van de woonfunctie – zelfsluitende zijn.
Vastgoedeigenaren zijn verantwoordelijk voor onderhoud aan noodverlichting.Daarnaast heeft de gemeente een controlerende taak op het uitvoeren van het beleid. Als werkgever heb je de verantwoordelijkheid om je medewerkers een veilige werkomgeving te bieden, waar onder andere de noodverlichting correct werkt.
Noodverlichting of anti-paniekverlichting. Dit omvat het deel van de nood-evacuatieverlichting dat voorzien is om paniek te voorkomen in ruimtes waar mensen samenkomen, zoals vluchtwegen, kantines en vergaderzalen. De minimale hoeveelheid licht moet 1 lumen op het vloeroppervlak zijn.
Periodieke controle van noodverlichting is verplicht bij elke installatie die krachtens de wet aanwezig is. Het is niet alleen verplicht, het is ook heel belangrijk voor de veiligheid van de bewoners. Iedereen moet in het geval van een ontruiming in een noodsituatie op een veilige manier het complex kunnen verlaten.
LED noodverlichting verplicht voor bedrijven. Sinds 1 juli 2020 is het verplicht voor bedrijven om LED-verlichting te gebruiken op de werkvloer, inclusief noodverlichting en vluchtwegaanduiding.
Allereerst dient de noodverlichting bij nooduitgangen en vluchtwegen minimaal 60 minuten op vloerhoogte te branden. Na het uitvallen van de elektriciteit moet de noodverlichting binnen 5 seconden branden, waarbij deze minimaal één uur moet blijven branden.
Een vluchtdeur en tevens normale toegang, in een rookvrije vluchtroute, is bijvoorbeeld nooit smaller dan 85 cm. Een nooddeur wordt uitsluitend gebruikt om het bouwwerk te ontvluchten bij calamiteiten, is niet voor regulier gebruik en moet binnen een seconde kunnen worden geopend.
Zo is bijvoorbeeld een brandtrap buiten verplicht bij gebouwen hoger dan 20 meter, bij gebouwen waarin meer dan 10 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn op een verdieping hoger dan de eerste verdieping en bij gebouwen waarin de vloer van een verblijfsgebied meer dan 13 meter boven maaiveld is gelegen.
Een pijl naar boven betekent "rechtdoor", of hangt boven een effectieve nooduitgang.
Noodverlichting is een vorm van verlichting die automatisch wordt ingeschakeld bij het uitvallen van de stroom. De lamp is voorzien van een aansluiting op het lichtnet én een batterij/noodstroomvoeding. Zodra de stroom uitvalt wordt de lamp door middel van de batterij/noodstroomvoeding van elektriciteit voorzien.
De term autonomie is de volledige brandduur in nood op de noodvoeding van de installatie. In geval van een stroompanne moet de noodverlichting minimaal 1 uur kunnen branden voor de evacuatie mogelijk te maken.
Wanneer de stroom uitvalt moet de noodverlichting gegarandeerd één uur branden. De batterijen moeten om de vijf jaar vervangen worden. Na vijf jaar zal de accu wel nog functioneren, maar nooit de gevraagde lichtopbrengst geven.
Typen noodverlichting zijn de vluchtrouteaanduiding, vluchtwegverlichting en anti-paniekverlichting. Hieronder vind je meer informatie over de verschillende type noodverlichting die er zijn.
Onder besloten ruimte kan dus een trappenhuis, gang of kantoor vallen, maar ook een parkeergarage of een wegtunnel. Naast het Bouwbesluit, stelt het Arbobesluit noodverlichting verplicht in arbeidsplaatsen waar vluchtwegen en nooduitgangen het uitvallen van de hoofdverlichting slecht zichtbaar zijn.
Anti-paniekverlichting zorgt ervoor dat je bij stroomuitval kan oriënteren en de weg kan vinden naar vluchtroutes. De verlichtingssterkte moet in dit geval 0,5 lux op de vloer bedragen, zodat mensen veilig de vluchtroute kunnen bereiken. Opgelet: de 0,5 lux geldt niet in een randzone van 0,5 m van het gebied.