De walnoot groeit op vele grondsoorten, maar groeit het beste op vruchtbare, goed waterdoorlatende, diept bewortelbare grond met veel humus. De walnoot is kalkminnend. De optimale zuurgraad van de grond ligt tussen pH 6,5 en 7,5. De tolerantie ligt tussen pH 5,5, en 8,5.
Plant ze in de tuin of in grote kuipen op een zonnige plek in luchtige, goed waterdoorlatende grond. De gewone walnoot of okkernoot is een langzaam groeiende boom die tot wel 20 meter hoog en 15 meter breed kan worden. Na vier tot vijf jaar begint de boom noten te produceren.
Ziekte's voorkomen bij walnoten (Juglans regia).
De walnoot word een flinke boom en heeft dus behoorlijk wat ruimte nodig ca. 15 meter hoog en 10 meter breed. Van oorsprong werd de boom vaak geplant bij landgoederen en boerderijen omdat de geur van de boom muggen weert.
Verzorging. De walnoot groeit alleen op een goed ontwaterde, kalkrijke vruchtbare grond, die absoluut niet zuur mag zijn. De grond moet daarnaast rijk zijn aan magnesium en fosfaat en sporenelementen. De zwarte noot kan verder iets droger staan dan de walnoot.
De boom groeit aanvankelijk relatief langzaam, heeft een dikke stam en lange wortels. Doordat de boom zo groot en hoog wordt dient er bij het planten een bepaalde afstand tussen de bomen gehouden te worden. Pas na (ongeveer) tien jaar begint de boom vruchten te dragen.
Zon tot lichte halfschaduw. Het liefst goed doorlatend (niet te nat) en kalkrijk. Gezonde boom; weinig last van ziekten.
Als eerste vuistregel geldt dat de gemiddelde commercieel gekweekte walnootboom elk jaar 1270 mm neerslag nodig heeft. Als tweede vuistregel geldt dat walnootbomen in de zomer (juni, juli en augustus) meer dan 50% van de jaarlijkse watervoorziening nodig hebben.
De meeste walnotenrassen zijn gevoelig voor extreem lage wintertemperaturen. Wanneer ze in rust zijn, kunnen ze gemiddelde temperaturen tot -10 °C verdragen zonder ernstige schade op te lopen.
Bij het verplanten er zorg voor dragen dat de boom even diep wordt terug geplant als hij nu staat. Te diep terug planten leidt vaak tot problemen met de hergroei. Die onderste tak is een beetje een probleem en moet worden verwijderd. Het beste snoei je walnoten in de zomer.
Knip alleen de dode punten weg en laat wel een stukje dood hout zitten. Als de boom toch te groot dreigt te worden, snoei dan midden in de zomer in juni of juli als de boom vol in het blad zit. De wonden gaan nu niet bloeden en overgroeien meteen. Spaar de takken waar de jonge noten aangroeien.
Kan ik elke boom verplaatsen? Onder andere notenbomen, Douglassparren en fruitbomen zijn doorgaans goed te verplaatsen. Het hangt er echter wel van af hoe oud ze zijn! Het verplaatsen van jonge bomen (die korter dan vijf jaar geleden geplant zijn) is over het algemeen prima te doen.
Snoeien is aan te raden in de nazomer (september) of in de winter. In de nazomer gaat de boom stilaan in winterrust, de bladeren beginnen te vallen en de sapstroom is al veel minder. In de winter is de boom volledig in rust, er zijn geen bladeren en vruchten meer aanwezig.
Walnotenboom kopen vanaf €59,95 - Bomenbezorgd.
Walnoten rassen
Walnoten groeien altijd al in de Europese bossen dus ook in Nederland. Het is aan te bevelen een walnotenboom te kopen in plaats van zelf te kweken vanuit een zaailing zoals wij hebben gedaan.
De walnotenboom is een winterharde bladverliezende boom die wel 30 meter hoog kan worden. De brede bladerkroon kan zich pas voldoende ontplooien als hij voldoende ruimte heeft en kan ca. 20 meter breed worden. Hij draagt laat in het voorjaar zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen.
Plant ze in een pot, 2 tot 3 cm diep, en dek de pot zeker af met kippengaas. Zorg dat de potgrond nooit uitdroogt. Hazelaars groeien hard, tot 40 cm per jaar. Plant de jonge bomen ten laatste na 2 jaar op hun definitieve plek in de tuin, op dezelfde hoogte als ze in de pot stonden.
Hoe lang moet een boom water krijgen? In principe dient de boom net zolang water te krijgen totdat de nieuwe pas gevormde haarwortels zich buiten kroonprojectie bevinden, doorgaans is dat minimaal 2 groeiseizoenen.
Waar notenbomen planten? Met zijn mooie rechte stam en kruin die tot 25 m hoog kan worden, is de okkernotenboom een indrukwekkende boom. Hij is niet geschikt voor een klein stadstuintje, maar in een grote tuin op de buiten is hij zeker op zijn plaats. Met zijn dicht bladerdak is hij de ideale schaduwboom.
De meeste bomen laten tussen 10 en 30 september hun eerste rijpe noten vallen. De verschillen tussen de bomen kunnen echter groot zijn. In diverse bomen hangen al geen noten meer terwijl anderen nog helemaal vol hangen.
Bemesting van volwassen walnootbomen kan goed worden gedaan door dierlijke mest toe te voegen. Veel boeren voegen elke één of twee jaar 10 tot 20 ton mest per hectare toe. Als ze geen mest tegen een redelijke prijs kunnen vinden, gebruiken veel boeren groenbemester, voornamelijk vlinderbloemigen.
Een veelgestelde vraag is of je walnoten moet drogen, voordat je deze kunt eten. Dit is helemaal niet nodig: je kunt ze prima eten zonder ze te drogen. Het drogen van de walnoten is echter een manier om de walnoten lang houdbaar te maken. En met een grote oogst kan dat zeker handig zijn!
Echter, ze bloeien niet tegelijk. Zo kan de walnotenboom zich zelf niet bevruchten. Daarom moet er een andere walnoot ergens vlakbij staan, die bloeiende mannelijke katjes moet hebben op het moment dat jouw boom bloeit ( vrouwelijk) Dat lukt niet altijd, dus heb je niet ieder jaar noten.
Zorg dat wanneer je een stek gaat planten de kluit van de stek goed vochtig is. Ga je de stek ergens anders planten? Geef dan thuis vooraf eerst ruim water. Maak een plantgat dat diep genoeg is maar graaf een stek ook niet te diep in, het aarde niveau moet ongeveer gelijk zijn als dat van de huidige potaarde.
De mini walnotenboom is een dwergvariant van de Juglans Regia. De eigenschappen van deze bomen zijn exact hetzelfde als bij de Juglans, met als enige uitzondering de hoogte en de productieleeftijd. Deze miniboom draagt zijn vruchten namelijk al vanaf 3 jaar. De maximale groeihoogte ligt tussen de 1,5 en 2 meter.