Een meetinstrument moet een hoge graad van metrologische betrouwbaarheid hebben, zodat een betrokken partij vertrouwen kan hebben in de meetresultaten. Dit moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de meettechniek en beveiliging van de meetgegevens een voldoende hoog kwaliteitsniveau hebben.
Een belangrijke eis van een goed meetinstrument is dan ook dat het voldoende spreiding te weeg brengt in de waardering van het gemeten kenmerk. Een intelligentietest moet voldoende onderscheid kunnen maken tussen slimme en minder slimme mensen.
In wetenschappelijk onderzoek noemt men een meetinstrument betrouwbaar wanneer de geobserveerde waarde precies gelijk is aan de waarde op een ander moment, indien onder identieke omstandigheden wordt gemeten.
Vragenlijsten, registratieformulieren, schalen, beoordelingslijsten, protocollen: in onderzoek zijn dit allemaal meetinstrumenten. Ze zijn bedoeld om de realiteit op de een of andere manier om te zetten in iets meer formeels, een concept, een code, een cijfer, een reeks getallen, verbanden, al of niet gekwantificeerd.
Een meetinstrument in de zorg is een verzamelnaam van checklists en methodes die een verpleegkundige gebruikt duidelijkheid te krijgen over de situatie van de cliënt. De uitkomst van een meeting kan een trigger zijn voor een bepaalde interventie.
Met de inzet van meetinstrumenten kunnen gegevens worden verzameld om daarmee de kwaliteit rond specifieke zorg (bijvoorbeeld een operatie) te meten en om sturing te geven vanuit de instelling of inspectie.
In de methoden beschrijf je in een aparte paragraaf of hoofdstuk wat je precies hebt onderzocht in je onderzoek en op welke manier dit is gebeurd.
Die interne validiteit van onderzoeksinstrumenten vertaalt zich dus naar geloofwaardigheid bij kwalitatief onderzoek. Dé manier om die geloofwaardigheid te vergroten is het goed documenteren van de verzamelde data. Zorg dat je interviews en focusgroepen opneemt met een voicerecorder of een camera.
Je kunt je onderzoeksvraag op verschillende manieren beantwoorden. De meest gebruikte methode is literatuuronderzoek. Maar er zijn meer mogelijkheden. Je kunt enquêtes of interviews afnemen, observeren of een experiment doen.
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.
De meest gebruikte wijze is door te onderbouwen of je hebt gemeten wat je wilde meten of door de uitkomsten van je onderzoek te vergelijken met relevante resultaten, data of theorieën uit andere wetenschappelijke studies.
Bij zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek vallen de termen validiteit en betrouwbaarheid vaak. Validiteit is de mate waarin het onderzoek meet wat het zou moeten meten. Stel je de vragen waarmee je de juiste informatie ophaalt? Betrouwbaarheid gaat over de reproduceerbaarheid van het onderzoek.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Validiteit is de mate waarin je resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid. De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten.
Interne validiteit is de mate waarin je met zekerheid kunt stellen dat een vastgestelde oorzaak-gevolgrelatie (causaal verband) niet door andere factoren kan worden verklaard. Externe validiteit is de mate waarin je je resultaten kunt generaliseren naar andere omstandigheden of groepen.
Bij een enquête kun je de validiteit kun je vergroten door gebruik te maken van bestaande wetenschappelijke vragenlijsten. Als je die niet tot je beschikking hebt dan kun je de validiteit van je onderzoek vergroten door bij het maken van je vragenlijst gebruik te maken van literatuur.
In eenvoudige bewoordingen is de methodologie gericht op het onderzoeken van de methoden. De methodologie is dus een tak van studie, het is een concept dat meer verbonden is met de academie, terwijl de methode een hulpmiddel is, het is een term die meer gerelateerd is aan de praktijk.
In je methodologie ga je in op de manier waarop je zelf onderzoek doet en hoe je dit aanpakt en/of aangepakt hebt. Het is sterk afhankelijk van je begeleider of je de methoden voornamelijk in de onvoltooid of voltooid tegenwoordige tijd schrijft.
Kwalitatief goede zorg is zorg die voldoet aan professionele standaarden en richtlijnen. Veilige zorg betekent dat zorgverleners ernaar streven vermijdbare schade bij cliënten te voorkomen. Dit rapport beschrijft hoe zorgverleners de kwaliteit en veiligheid van hun zorg ervaren.