Rozen staan graag op een zonnige plek. Enige schaduw wordt door de meeste rassen nog goed verdragen, maar eigenlijk geldt hoe meer zon, hoe meer bloemen. Een diep beschaduwde plek is niet geschikt, hier zijn de rozen veel vatbaarder voor ziektes en schimmels. De plek dient tevens luchtig te zijn.
Bladluis, spint en meeldauw kunnen het de rozen erg moeilijk maken. Soms is het echter lastig om goed te herkennen van welke ziekte of plaag jouw rozen last hebben. Wij hebben de meest voorkomende ziekten en plagen bij rozen voor je op een rij gezet.
Door aantasting met roest kunnen jonge scheuten afsterven en kan de roos alle bladeren verliezen, waarna hij doodgaat. Roest op rozen bestrijden: Geef rozen een voeding met veel kalium en verwijder aangetaste bladeren. Snoei de roos en verwijder alle aangetaste scheuten.
Rozen hebben de eigenschap dat ze prima bestand zijn tegen warmte en droge grond, maar dan wel bij gemiddelde temperaturen met enige afwisseling met bewolking, koele wind en een bui regen. Voor veel planten is het nu afzien en afhankelijk van het soort zijn deze al verschrompeld of schijndood.
- Rozen houden van zon. Op zonnige plekken groeien en bloeien ze het best. Gedeeltelijke schaduw wordt door de meeste rassen nog goed verdragen, maar een echt beschaduwde plek (onder een boom) is niet geschikt.
Pas aangeplante rozen kunnen uitdrogen tijdens een droge, winderige herfst of winter. Je mag aannemen dat rozen bij extreem warm weer elke dag water nodig zullen hebben. In een warme periode zal je elke twee tot drie dagen moeten bewateren. En bij warm en droog weer zal je gemiddeld eenmaal per week water moeten geven.
Rozen verkiezen een standplaats in de zon en in de wind. Het zijn echte zonnekloppers! Je mag geen rozen planten op een plek waar al rozenstruiken hebben gestaan. De grond is dan verarmd en heeft wat tijd nodig om bij te komen.
Rozen houden van een zonnige standplaats. Voorzie een voldoende ruim plantgat: 50 x 50cm. Rozen wortelen oppervlakkig. Let op dat u bij rozen in pot de kluit zoveel mogelijk intact houd.
De meeste Ramblers doen het prima tegen een op het zuiden of westen gerichte muur. Er zijn zelfs variëteiten die kunnen bloeien op een in de schaduw gelegen muur op het noorden gericht.
Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen. Op échte warme dagen geeft u tweemaal per dag een watergift. Rozen die u in een pot zet, hebben extra aandacht nodig. Rozen vormen lange wortels, zorg dus voor een voldoende diepe pot.
Voor het bemesten van rozen is paarden- of koeienmest geschikt. Deze mestsoorten, en dan voornamelijk paardenmest, zitten vol met stikstof, fosfor, kalium en magnesium. Strooi deze mestsoorten nooit rechtstreeks na productie bij je rozen. Paarden- of koeienmest moet namelijk eerst minimaal 18 maanden composteren.
Rozen in kweekpotten kun je het hele jaar door planten, zelfs hartje zomer. Rozen met kale wortels kunnen van oktober tot en met april de grond in. Als een roos op de juiste plek staat, kan deze tientallen jaren oud worden.
Rozenstruiken hebben niet veel water nodig, maar de grond moet altijd vochtig zijn. Gebrek aan water maakt de rozen kwetsbaar voor ziekten zoals meeldauw. Een teveel aan water verstikt de wortels, dit kunt u herkennen doordat de blaadjes geel worden.
Afwasmiddel is totaal niet giftig voor de plant noch voor de mens maar wel voor de bladluis. Vul een verstuiver met water en doe er een scheut afwasmiddel bij. Kies daarbij wel voor een natuurlijk afwasmiddel. Goed schudden.
Natuurlijk zijn er ook andere dieren die ervan profiteren. Sommige rozen worden bezocht door kleine vogels die de luizen eraf snoepen en soms een rupsje meepikken. Ook bijen en hommels zijn blij met halfgevulde of enkelvoudige rozenbloemen.
Rozenroest is een schimmelziekte die meestal voorkomt bij minder goed verzorgde en verzwakte planten. De sporen van de Phragmidium mucronatum worden door de wind verspreid. In het voorjaar verschijnen er kleine oranje vlekjes op stengel en bladstelen.
Rozen in de (half)schaduw
Rozen staan het liefste in de zon. Zelfs soorten zoals in het lijstje hieronder willen het liefste minimaal 2 tot 3 uur zon per dag. Ze verdragen wel minder zon, maar zullen dan minder hard groeien. Zorg in elk geval voor bemeste grond als de roos op een (half)schaduw plek komt te staan.
Rozen kunnen in principe overal geplant worden , echter alle rozen hebben ten minste 4 tot 5 uur zon nodig per dag.
Plant niet onder grote bomen of struiken. Rozen staan namelijk niet graag in de schaduw en in de drup. Onder droge omstandigheden kunnen ze niet concurreren met de wateropname van een volwassen boom. Ook te dicht planten tegen een muur of fundering kan de wateropname belemmeren.
Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.
Er zijn veel redenen waarom uw rozen mogelijk niet bloeien. Zoals onbalans in voedingsstoffen, ziekten, plagen, omgevingsstress, blinde scheuten en verkeerde verzorging.
Rozen kun je alleen verplanten als het blad eraf is (niet als het vriest!), in februari of maart. Die laatste twee maanden zijn heel gunstig, omdat de winterkou dan voorbij is. Met andere woorden: de snoeitijd is ook het tijdstip voor het verplanten. Daarom snoei je allereerst ook de rozen die je wilt verplaatsen.
Door het aroma van kruiden hebben ziektes en plagen bij de roos minder kans. Het bladgroen en de textuur variëren van kruid tot kruid maar passen bijna altijd samen met rozen. Zeker wanneer je kiest voor lavendel, dille, bieslook, rozemarijn, venkel of tijm.
Rozen houden niet van zure grond en daarom is het aan te raden om regelmatig wat kalk rondom de roos te strooien.