Insectenhotels koop je online bij Blokker.
In de volle zon is het beste! Wilde bijen zijn echte zonaanbidders. Zij kunnen als koudbloedige insecten de warmte van de zon niet missen. Hang daarom een bijenhotel altijd op een zonnige plek, waar in ieder geval de ochtendzon op staat.
De gangen mogen tussen de 3 en 20 centimeter diep zijn. geen raffels of splinters ontstaan. Dit gaat in de praktijk toch vaak fout. Belangrijk is om ook niet teveel gaatjes in één houtblokje te boren, anders ontstaan er scheuren dwars door de holletjes heen en zijn de gescheurde holletjes ook niet meer bruikbaar.
Vervang een bijenhotel waar weinig activiteit (meer) te zien is. Na een jaar of twee, drie worden veel bijenhotels minder geschikt vanwege scheuren, schimmelvorming en dergelijke. Zet het oude een jaar op een schaduwplek in de tuin, zodat eventuele laatste bewoners het kunnen verlaten.
Hang een insectenhotel bij voorkeur op een zonnige en vooral windvrije plek in de tuin. Een insectenhotel kan tot 2 meter hoog worden opgehangen, maar laag bij de grond op circa een halve meter is ook prima. Plaats het insectenhotel bij voorkeur op een bloemrijke plek.
Insecten zoals wilde bijen zijn in het voorjaar druk met het leggen van eitjes. Ze kruipen in een buisje van je insectenhotel of de gangetjes die je in een boomstam of baksteen hebt gemaakt. Hier leggen ze hun eitjes in. Ze leggen meerdere eitjes in de buis, daarom zie je ze vaak druk heen en weer vliegen.
Bamboe, holle takken en riet voor bijen en graafwespen
Het beste kun je wat verschillende diktes door elkaar gebruiken. Ik had nog bamboe over van het bamboe klimrek voor klimplanten en heb dat aangevuld met dunnere stukken bamboe (ook wel tokinstokken) die ik bijvoorbeeld voor tomaten gebruik.
Een insectenkast kan tot 2 meter hoog worden opgehangen, laag bij de grond (een halve meter) is ook prima. Kies bij voorkeur een bloemrijke plek. Plaats de openingen niet in de richting van het zuidwesten i.v.m. regeninslag. Plaats de kast in de volle zon, maar een plekje in de schaduw is eveneens prima.
Het dichtmaken van die gaatjes betekent vermoedelijk dat daarin alweer eitjes voor volgend jaar zijn afgezet, dus ook volgend jaar zul je weer uit al die openingen jonge bijen zien komen.
Bijen gebruiken nectar als energiebron en de vrouwtjes verzamelen stuifmeel voor in de nestkamers. Als je jouw bijenhotelbewoners wilt helpen, is het dus belangrijk dat ze zowel nectar als stuifmeel kunnen vinden. Het liefst niet te ver vliegen van het hotel zelf.
-Plaats (in de volle grond of in potten) zoveel mogelijk bloemen om het insectenhotel heen, om de insecten te lokken. -Als het insectenhotel eenmaal hangt, verplaats deze dan niet meer! Ook in de winter op dezelfde plek laten hangen (zodat de insecten niet 'in de war' kunnen raken en het niet overleven).
Je kunt hiervoor het beste hout van eiken, esdoorn, es of beuk gebruiken. Creëer holtes en spleten om veel verschillende soorten insecten naar je hotel te lokken. Je kunt hier bijvoorbeeld riet, dakpannen, plantenresten, dennenappels of leem voor gebruiken.
Schoonmaken niet nodig
In principe is echt reinigen niet nodig en kun je de natuur gewoon z'n gang laten gaan. Maar wanneer het insectenhotel naar jouw idee toch echt wel toe is aan een flinke schoonmaakbeurt, doe dit dan uitsluitend met helder water en dus niet met schoonmaakmiddelen.
De vlinderkast
Een vlinderkast heeft meestal drie/vier sleuven (van ongeveer acht millimeter breed en acht centimeter lang). Door die verticale sleuven kunnen vlinders naar binnen komen. Je moet het kastje op een beschutte plek hangen, het mag niet inregenen, er moet zo min mogelijk kou naar binnen komen.
Door een vlinderkast te plaatsen, geef je deze mooie vlinders niet alleen onderdak voor de winter, maar in de zomer kun je zelf heerlijk genieten van allerlei soorten vlinders in de tuin. Veel vlinders zoeken in andere jaargetijden ook naar onderdak of een voedselbron. Ook dan kan een vlinderhuisje de uitkomst bieden.
De vrouwtjes slapen in dit vermolmde hout, maar ze komen ook wel eens slapen in nestblokken.
Maak een aantal gaatjes tussen de 2 en 12 millimeter. Zorg ervoor dat de gangen aan één kant dicht zijn. Dit kan je doen met een watje of wat leem. De diepte mag variëren tussen de 3 en 20 centimeter.
Harde houtsoorten zoals, eikenhout, kers, walnoot, appel en perenhout zijn geschikt te gebruiken als een bijenhotel. De bijen leggen hun eitjes in de gangetjes, holle takken van planten of kleine buisjes. Het kan geen kwaad om gangen van verschillende materialen te gebruiken.
Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar. Nectarplanten trekken gelijk ook vlinders, bijen en andere insecten aan.
Vlinders hebben beschutte plekjes nodig waar ze kunnen schuilen voor de regen. Door een insectenhotel of speciaal vlinderkastje te vullen met wat takjes en dorre blaadjes zullen ze zich al snel thuis voelen. Vlinders gebruiken het hotel alleen als schuilplaats en overwinteringsplaats.
Spechten kunnen een gat in de kast hakken en met hun tong halen ze de bijen tussen de raten uit. Ze komen vooral voor in bosrijke gebieden. Men kan spechten afweren door de bijenhal af te sluiten met kippengaas.
Kleine commerciële bijenhotels behoeven geen onderhoud vanwege het vaak inferieur gebruikte materiaal. Plaats verweerde/uitgewoonde nest compartimenten, cassettes of onderdelen in het vroege voorjaar naar een schaduwrijke plaats.
Je kunt bijen helpen door ze een goed plekje te geven om te nestelen. Wilde bijen en hommels maken nesten in de grond of in rommelhoekjes met vermolmde stronken en holle takjes. Zonnige, niet vol begroeide plekjes zijn favoriet voor bijen die in de grond nestelen. Laat in de winter ook wat uitgebloeide planten staan.
Bijen houden van een heerlijk geurtje en mooie kleuren: zo zijn de sterk geurende lavendel, de vrolijke zonnehoedjes en de schitterende Lathyrussen echte bijenlokkers! Plant ook eens een rododendron of wat clematissen. En wat dacht je van sedum! Een nectarrijke plant, die zich overal thuis voelt.