Waar komt rabiës voor? Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).
Risicogebieden. Rabiës komt wereldwijd voor. Alleen Nieuw-Zeeland, Antarctica, grote delen van Oceanië, Japan, een aantal Europese landen en sommige eilanden zijn vrij van rabiës. In Noord-Amerika en een deel van Oost-Europa komt rabiës alleen bij wilde zoogdieren voor.
De kans dat je hondsdolheid in Nederland en West-Europa op loopt is klein. Daar dragen alleen sommige vleermuizen het virus bij zich. Besmettingen vinden vaak buiten Europa plaats, meestal door een krab of beet van een hond, kat of aap. Klachten treden meestal 20 tot 90 dagen na de infectie op.
Rabiës begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts. Vervolgens kunnen er spierkrampen, stuipen en/of verlammingsverschijnselen optreden. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen en soms watervrees op. Rabiës is een zeer ernstige ziekte die vrijwel altijd tot de dood leidt.
Rabiës is een dodelijke infectieziekte die onder andere voorkomt bij honden en katten. Rabiës komt niet voor in Nederland, maar komt nog wel voor in Oost Europa.
Rabiës is een dodelijke ziekte. In de internationale literatuur wordt bij hoge uitzondering melding gemaakt van patiënten met symptomen van rabiës die de ziekte overleefd hebben.
Door het bijten of likken van een dier dat het virus draagt, kan het dier het hondsdolheid-, of rabiësvirus doorgeven. Vaak is dit een hond, maar soms ook een vleermuis of een aap. Zonder de juiste inentingen of medicijnen is de ziekte dodelijk. Jaarlijks sterven meer dan 55.000 mensen aan rabiës.
Oorzaak hondsdolheid
Vrijwel elk zoogdier kan de ziekte oplopen. In Europa komt dit vooral door vossen en vleermuizen. Het Rabiësvirus dat vleermuizen met zich meebrengen is een andere vorm van Rabiës, maar wordt net zo goed overgedragen op mensen, katten en honden.
Incubatietijd: Meestal 20-90 dagen. Besmettelijke periode: Mens-op-menstransmissie nooit beschreven. Symptomen: Prodromaal: niet-specifieke symptomen. Neurologische fase: encefalitis (rabiës furiosa, rabiës paralytica, en aerofobie of hydrofobie.
Vermijd alle contact met dieren en raak ook geen dode dieren aan. Voorkom dat dieren je krabben, bijten of likken. Dieren zoals honden, katten, apen, vleermuizen kunnen besmet zijn met rabiës, een erg gevaarlijke ziekte. Vertel je kind duidelijk dat het op reis geen dieren mag aaien of voeren en waarom.
Rabiës is een infectieziekte die de hersenen aantast. Het virus wordt alleen overgedragen op mensen door dieren met rabiës. In Nederland komt rabiës zeer zelden voor en alleen bij bepaalde vleermuissoorten.
Vaccinaties. Sommige mensen lopen extra kans op een infectie met rabiës. Zij kunnen na 5 jaar een nieuwe vaccinatie (herhaling vaccinatie) nodig hebben.
Rabiës is uiterst gevaarlijk voor mensen en wanneer er niet op een adequate manier gehandeld wordt, leidt een infectie tot de dood. Jaarlijks overlijden er bijna 60.000 mensen aan dit virus.
Als u volledig bent ingeënt tegen rabiës is nog steeds een herhaling van de inenting nodig (2 prikken). Met deze prikken moet zo snel mogelijk na de beet gestart worden. Dat verkleint de kans om ziek te worden. In veel landen zijn vaccinaties wel, maar de antistoffen niet of moeilijk verkrijgbaar.
Honden moeten binnen 30 dagen voor vertrek worden gecontroleerd op de aanwezigheid van brucellose en salmonella. Wanneer aangetoond, mag het dier niet worden ingevoerd.
Hondsdolheid komt in de meeste West-Europese landen niet meer voor. Toch is er, zoals nu in Spanje, incidentele besmetting vanuit andere landen mogelijk. Hondsdolheid is levensbedreigend als een mens ermee wordt besmet.
Hoe? Het virus wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet dier. Via wondjes in de huid of de slijmvliezen (ogen, mond) dringt het virus het lichaam binnen. Eenmaal in het zenuwstelsel doorgedrongen, zal het virus rabiës veroorzaken en is geen genezing meer mogelijk.
Besmetting met het rabiësvirus kan optreden na contact met een besmet dier. Met name het speeksel van een besmet dier is gevaarlijk. In Nederland komt besmetting van honden niet voor maar vleermuizen kunnen wel besmet zijn. Als u een zieke of dode vleermuis met blote handen aanraakt, is er een kans dat u besmet wordt.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Als je gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet je de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet je zo snel mogelijk medische hulp zoeken. Je krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Het is een misvatting dat de meeste vleermuizen rabiës hebben. In Nederland komen 21 verschillende soorten vleermuizen voor. Daarvan zijn er 7 soorten algemeen of redelijk algemeen voorkomend. Bij 2 soorten is vastgesteld dat ze met rabiës besmet kunnen zijn.